De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.3 Andere stromingen in de dialectiek tussen 1500 en 1650 25<br />
Omdat volgens Ashworth de leerboeken uit deze periode een vermenging<br />
zijn <strong>van</strong> deze vier stromingen, ga ik ook op deze laatste twee -niet<br />
typisch humanistische- stromingen kort in. Daarna kunnen we bekijken<br />
uit welke stromingen <strong>Caesarius</strong> in zijn <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong> elementen overneemt<br />
en daarmee zijn we in staat tot een typering <strong>van</strong> dit leerboek te komen.<br />
2.3.1 Continuïteit <strong>van</strong> de Middeleeuwen<br />
<strong>De</strong> teksten die in de vijftiende eeuw op universiteiten gebruikt worden<br />
voor het vak logi<strong>ca</strong> zijn in te delen is drie groepen. 25 Ten eerste is er het<br />
Organon <strong>van</strong> Aristoteles en de vele commentaren hierop. 26 Ten tweede<br />
zijn er leerboeken in de strikte zin <strong>van</strong> het woord, met een behandeling<br />
<strong>van</strong> de verschillende onderdelen <strong>van</strong> de logi<strong>ca</strong>. <strong>De</strong> derde groep wordt<br />
gevormd door zelfstandige teksten die elk gewijd zijn aan een bepaald<br />
aspect <strong>van</strong> de typisch middeleeuwse bijdrage aan de logi<strong>ca</strong>. <strong>De</strong>ze veelal<br />
taalfilosofische verhandelingen gaan over kwesties die Aristoteles in zijn<br />
Organon niet of bijna niet heeft besproken. <strong>De</strong> kwesties worden dan<br />
ook zelden aan het Organon gerelateerd.<br />
<strong>De</strong> derde groep kan weer worden onderverdeeld in drie subgroepen al<br />
naar gelang het onderwerp dat wordt behandeld. 27 <strong>De</strong> eerste subgroep<br />
bestaat uit de parva logi<strong>ca</strong>lia ofwel verhandelingen over de eigenschappen<br />
<strong>van</strong> termen. <strong>De</strong> kern <strong>van</strong> de parva logi<strong>ca</strong>lia wordt gevormd door<br />
tractaten over suppositie, relatieve termen, ampliatie, appellatie, restrictie<br />
en distributie. <strong>De</strong>ze kern wordt aangevuld met tractaten over<br />
syn<strong>ca</strong>tegorematische termen (termen zoals ‘alle’, ‘sommige’ en ‘niet’ die<br />
de logische structuur <strong>van</strong> een propositie bepalen), exponibilia (woorden<br />
als ‘behalve’ en ‘alleen’ die ervoor zorgen dat de op het eerste gezicht enkelvoudige<br />
propositie moet worden geanalyseerd als een samengestelde<br />
propositie) en over het bewijs <strong>van</strong> termen (de probatio terminorum, over<br />
de manier waarop waarheidscondities <strong>van</strong> proposities beïnvloed worden<br />
door de aanwezigheid <strong>van</strong> exponibilia, modale termen als ‘noodzakelijk’<br />
en ‘mogelijk’ en epistemische termen als ‘weet’ en ‘gelooft’). <strong>De</strong> tweede<br />
subgroep wordt gevormd door de ‘drie tractaten <strong>van</strong> de modernen’<br />
zoals de Keulse thomisten deze noemden. Dit zijn verhandelingen over<br />
consequentiae (gevolgtrekkingen <strong>van</strong> elke soort, dus niet alleen syllogismen,<br />
maar ook wat we nu propositielogi<strong>ca</strong> noemen), obligaties (de<br />
regels die gevolgd moeten worden in de verschillende vormen <strong>van</strong> dis-<br />
25 Ashworth, ‘Changes in Logic Textbooks’, p. 78.<br />
26 Voor een opsomming <strong>van</strong> de logische werken die samen het Organon vormen, zie 3.4.<br />
27 In deze volg ik Ashworth, ‘Changes in Logic Textbooks’, pp. 78, 79. Een iets andere<br />
indeling is te vinden in E. J. Ashworth, ‘Traditional Logic’, in: Cambridge History of<br />
Renaissance Philosophy, Cambridge & New York: Cambridge University Press, 1988, pp.<br />
147-149.