De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
144 Hoofdstuk 6. Commentaar op tractaat 9<br />
1498 hoofd <strong>van</strong> de Latijnse school <strong>van</strong> <strong>De</strong>venter. Verder schrijft <strong>Caesarius</strong><br />
dat Hegius voor het overige (alioqui) tot de oude filosofen moet worden<br />
gerekend. Met ‘de oude filosofen’ worden de scholastici bedoeld. Het is<br />
onduidelijk wat <strong>Caesarius</strong> hier bedoelt met ‘voor het overige’. Bedoelt hij<br />
dat Hegius in zijn opvatting over deze locus dan wel scherpzinnig en subtiel<br />
(acutius atque subtilius) was maar over het algemeen een traditioneel filosoof<br />
was, of bedoelt hij dat Hegius, ook al was hij hoofd <strong>van</strong> de Latijnse school,<br />
een levendig centrum <strong>van</strong> humanistiek, met zijn filosofische geschriften toch<br />
in een scholastieke traditie stond? Het oordeel <strong>van</strong> <strong>Caesarius</strong> dat Hegius<br />
tot de scholastieke filosofen moet worden gerekend wordt bevestigd door het<br />
oordeel dat Bedaux velt over Hegius’ filosofische geschriften: “<strong>De</strong> eigenlijke<br />
dialogen dragen nog een sterk middeleeuws stempel. Pas in de Farrago en<br />
de Invectiva, waar Hegius zich als vernieuwer <strong>van</strong> het grammati<strong>ca</strong>-onderwijs<br />
manifesteert, treedt hij als humanist naar voren.” 41 Bedaux merkt verder<br />
een verschil op tussen de waardering voor Hegius als pedagoog en als auteur:<br />
“Beziet men het oordeel dat in de loop der tijden over Alexander Hegius is<br />
geveld, dan ontdekt men een tegenstelling tussen de waardering <strong>van</strong> Hegius<br />
als pedagoog en schoolrector en Hegius als auteur. (...) Over Hegius als<br />
rector en docent luidt het oordeel steeds zeer gunstig. (...) Het oordeel over<br />
Hegius als auteur is veel minder gunstig. In recente publi<strong>ca</strong>ties is gewezen<br />
op het verre <strong>van</strong> volmaakte Latijn, waarin hij zijn gedichten en dialogen<br />
schreef.” 42 Ik heb in de Dialogi <strong>van</strong> Hegius geen behandeling <strong>van</strong> de locus<br />
‘a transumptione’ kunnen vinden. 43<br />
Jacobus Faber Stapulensis wordt door <strong>Caesarius</strong> omschreven als een man<br />
die veel waardering verdient. Stapulensis was <strong>Caesarius</strong>’ leraar in de filosofie<br />
in Parijs, zoals <strong>Caesarius</strong> in deze passage zegt.<br />
Als laatste in het rijtje <strong>van</strong> mensen die deze locus op de goede manier<br />
opvatten noemt <strong>Caesarius</strong> <strong>Johannes</strong> Buridanus (<strong>ca</strong>. 1295-1360). We zijn<br />
Buridanus al een paar keer tegengekomen in ons commentaar op dit tractaat,<br />
maar dit is de eerste en de enige keer in het hele werk dat <strong>Caesarius</strong> zijn<br />
naam noemt. <strong>Johannes</strong> Buridanus geldt als een <strong>van</strong> de belangrijkste filosofen<br />
<strong>van</strong> de Parijse universiteit in de veertiende eeuw. Buridanus schreef rond<br />
1330-1340 een uitgebreid commentaar op Petrus Hispanus Tractatus, dat<br />
bekend werd onder de naam Summulae. Dit handboek voor de logi<strong>ca</strong> werd<br />
bijna net zo populair als dat <strong>van</strong> Petrus Hispanus. <strong>Caesarius</strong> zegt hier over<br />
Buridanus dat deze zijn succes meer aan zijn talent dan aan goed onderwijs<br />
te danken had.<br />
Buridanus schrijft in zijn commentaar dat er volgens Petrus Hispanus<br />
twee soorten overdracht (transumptio) zijn: de ene treedt op wanneer een<br />
naam of expressie die een primaire en eigenlijke betekenis heeft in overdrach-<br />
41 Bedaux, Hegius Poeta, p. 43.<br />
42 Bedaux, Hegius Poeta, pp. 63-64.<br />
43 Zie ook het commentaar op hoofdstuk 12.