De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.3 Middeleeuwen 69<br />
deleeuwen. Het is moeilijk er algemene tendensen uit te halen en een nauwgezette<br />
analyse valt buiten het bereik <strong>van</strong> deze studie.<br />
<strong>De</strong> eerste scholastieke behandelingen <strong>van</strong> de topi<strong>ca</strong> die we over hebben<br />
verbinden topi<strong>ca</strong> strikt met het hypothetisch syllogisme. 32 Garlandus Compotista,<br />
die in zijn dialecti<strong>ca</strong> met name geïnteresseerd is in het hypothetisch<br />
syllogisme, meent dat loci handig zijn in de studie <strong>van</strong> het hypothetische<br />
syllogisme. <strong>De</strong> loci zijn namelijk in zijn opvatting instrumenten om ware<br />
conditionele premissen, die worden gebruikt in syllogismen, te ontdekken en<br />
confirmeren. <strong>De</strong>ze koppeling <strong>van</strong> topi<strong>ca</strong> en hypothetisch syllogisme vinden<br />
we ook nog in werken uit het tweede en derde kwartaal <strong>van</strong> de twaalfde<br />
eeuw.<br />
Aan het eind <strong>van</strong> de twaalfde eeuw neemt de aandacht voor het hypothetisch<br />
syllogisme af en komt het <strong>ca</strong>tegorisch syllogisme centraal te staan als de<br />
fundering <strong>van</strong> alle inferenties en de ultieme garantie voor geldigheid. 33 Ook<br />
de topi<strong>ca</strong> wordt sterk gekoppeld aan het <strong>ca</strong>tegorisch syllogisme. Dit blijft<br />
in de dertiende eeuw, bijvoorbeeld bij Petrus Hispanus. Petrus handhaaft<br />
het Aristotelische onderscheid tussen dialectische en demonstratieve syllogismen.<br />
Dialectische syllogismen zijn topische argumenten. Volgens Petrus<br />
zijn topische argumenten theoretisch enthymemen, incomplete syllogismen<br />
die een premisse missen, en kunnen alle enthymemen worden gereduceerd<br />
tot syllogismen -dé garantie voor geldige inferenties- door de ontbrekende<br />
premisse te verschaffen. Zo kan bijvoorbeeld de enthymeme “Elk dier rent,<br />
dus elke mens rent” tot een compleet syllogisme worden gemaakt door de<br />
premisse “Elke mens is een dier” toe te voegen. Maar in de praktijk wordt<br />
de geldigheid <strong>van</strong> een topisch argument niet aangeduid en verzekerd door<br />
het te herleiden tot een syllogisme, maar door een differentia en maximale<br />
propositie. 34 <strong>De</strong>ze vreemde discrepantie tussen theorie en praktijk wijst erop<br />
dat de dertiende-eeuwse logici niet goed wisten hoe ze de topi<strong>ca</strong> moesten<br />
inpassen in de rest <strong>van</strong> hun logi<strong>ca</strong>. <strong>De</strong> topi<strong>ca</strong> was <strong>van</strong> oudsher een onderdeel<br />
<strong>van</strong> de logi<strong>ca</strong>, maar wat men met deze erfenis uit de oudheid aan moest was<br />
32 Zie E. Stump, ‘Topics: Their <strong>De</strong>velopment and Absorption into Consequences’, in:<br />
A. Kenny & J. Pinborg N. Kretzmann (red.), The Cambridge History of Later Medieval<br />
Philosophy, from the Discovery of Aristotle to the <strong>De</strong>sintegration of Scholasticism,<br />
Cambridge: Cambridge University Press, 1982, pp. 275-279.<br />
33 Zie Stump, ‘Topics’ pp. 279-287.<br />
34 Volgens sommige tijdgenoten <strong>van</strong> Petrus Hispanus zijn de loci wel primair instrumenten<br />
om enthymemen tot syllogismen te reduceren, zie Stump in Boëthius, <strong>De</strong> topicis<br />
differentiis [Stump], pp. 221-222. Stump wijst er met klem op dat dat bij Petrus Hispanus<br />
niet het geval is. Zie Stump in Boëthius, <strong>De</strong> topicis differentiis [Stump], pp. 221-236.<br />
Op p. 233 schrijft ze: “Peter himself, who spends soms time explaining how to reduce<br />
enthymemes to syllogisms, makes no attempt to do so for his examples and presents enthymemes<br />
and maximes without any mention of corresponding syllogisms. Peter’s main<br />
interest, then, is not in confirming enthymemes by reducing them to syllogisms (...). The<br />
reason Peter introduces his method for converting enthymemes to syllogisms and the way<br />
he means it to relate to confirmation by maxims are not clear. That valid enthymemes<br />
are only imperfect syllogisms was, of course, part of received doctrine.”