De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.1 Titelblad en opdracht 31<br />
zijn oude vriend op te zoeken wanneer het verlangen hem te zien opkomt.<br />
11 Vooral de gesprekken die ze voerden en die bijna altijd gingen<br />
over de letteren en de goede kunsten en de schrijvers daar<strong>van</strong>, zowel<br />
die <strong>van</strong> vroeger als die <strong>van</strong> nu, heeft <strong>Caesarius</strong> altijd als zeer plezierig<br />
ervaren. 12 Ze waren het altijd met elkaar eens dat in Duitsland Erasmus<br />
<strong>van</strong> Rotterdam en Philippus Melanchton de besten waren. In het<br />
buitenland echter zijn de Franse rechtsgeleerde Guielmus Budaeus, de<br />
Engelse arts Thomas Linacrus, de Spanjaard Ludovicus Vives en nog<br />
vele anderen aan deze mannen gewaagd.<br />
Vervolgens begint <strong>Caesarius</strong> over de opleiding <strong>van</strong> Wilhelms kinderen.<br />
In de Allgemeine <strong>De</strong>utsche Biographie lezen we dat Wilhelm<br />
Reiffenstein een aanzienlijk deel <strong>van</strong> zijn vermogen besteedde aan de<br />
opleiding <strong>van</strong> zijn drie zoons, Wilhelm (Curio), Albrecht en Johann<br />
(Wilhelm), en dat Melanchton, een goede vriend <strong>van</strong> vader Wilhelm,<br />
de hoofdleiding bij dit onderwijs had. Het onderwijs was op verzoek<br />
ook voor enkele getalenteerde jongeren <strong>van</strong> buiten de familie toegankelijk.<br />
13 Uit de brieven die <strong>Caesarius</strong> <strong>van</strong> de zonen <strong>van</strong> Wilhelm heeft<br />
gekregen maakt hij op dat de leraren erin zijn geslaagd om de leerlingen<br />
een gedegen opvoeding in gepolijste letteren en verfijnde manieren<br />
te geven. 14 Met deze zorgvuldige opleiding <strong>van</strong> zijn zoons is Wilhelm<br />
volgens <strong>Caesarius</strong> een voorbeeld voor anderen. 15<br />
Bovendien waardeert <strong>Caesarius</strong> in Wilhelm zijn affectie en welwillendheid<br />
jegens en zijn steun aan geleerden, en in het bijzonder zijn<br />
inspanningen om met buitengewone weldaden deze geleerden als vrien-<br />
11 <strong>Caesarius</strong>, <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong>, fol. 2r: “Quippe quod ea mihi nunc non perinde uti liceat,<br />
idque propter locorum distantiam quae nos disiungit adeo, corporum tamen magis quam<br />
animorum inter<strong>ca</strong>pedine, ut facile mihi non fuerit, nedum commodum, tantum arripere<br />
iter, quoties me tui invisendi conveniendique cupido incessit tenetque.”<br />
12 <strong>Caesarius</strong>, <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong>, fol. 2r-2v: “Siquidem nihil mihi id temporis tantum solatii adferebat,<br />
aut tam iucundum erat atque mutuus ille convictus, ut in quo nulla prope alia de re<br />
confabulatio inter nos agebatur ultro citroque, atque id quidem super mensam praesertim,<br />
quam de literis atque bonis artibus et earum scriptoribus, magnis quidem illis et gravibus<br />
eisdemque classicis magna ex parte, quos vo<strong>ca</strong>nt, nec iis tantum qui superioribus seculis<br />
claruerunt, sed et iis pariter qui nostra quoque tempestate clari habentur, inter quos primas<br />
Erasmo Roterodamo et Philippo Melanchtoni uterque nostrum uno quasi consensu<br />
adiudi<strong>ca</strong>re solebat.”<br />
13 <strong>Caesarius</strong>, <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong>, fol. 3r: “studiosum illud tuorum liberorum et aliorum quorundam<br />
ingenuorum adolescentum contubernium.”<br />
14 <strong>Caesarius</strong>, <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong>, fol. 3r: “uterque sane ut literis politioribus probe institutus,<br />
ita moribus non inelegantibus pulchre praeditus. Quales utique et discipulos suos dedita<br />
opera reddere conabantur satagebantque. Nec eos suus ille pulcher conatus fefellit interim,<br />
id quod literae profecto ipsorum adolescentum, quas ad me aliquoties post abitum isthinc<br />
meum in patriam dederunt, plane indi<strong>ca</strong>nt, ac testes ut non falsae, ita locupletes proferri<br />
possunt.”<br />
15 <strong>Caesarius</strong>, <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong>, fol. 3r: “Qua quidem in re Gulielme rarum admodum de te, et<br />
tamen utile exemplum praebens, non modo privatis hominibus, quantumvis magnis et potentibus,<br />
sed et principibus quoque viris, quid merito imitarentur, utinamque imitentur.”