De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.1 Aristoteles 59<br />
is <strong>van</strong>zelf duidelijk. Want als we een methode hebben zullen we<br />
gemakkelijker het onderwerp dat naar voren is gebracht kunnen<br />
bediscussiëren. En met het oog op gesprekken, omdat we, wanneer<br />
we de meningen <strong>van</strong> de meerderheid hebben meegerekend,<br />
ons met hen zullen onderhouden niet op grond <strong>van</strong> opvattingen<br />
<strong>van</strong> anderen, maar op grond <strong>van</strong> hun eigen opvattingen, terwijl<br />
we wat zij ons niet goed schijnen te zeggen in een andere richting<br />
sturen. En met het oog op de filosofische wetenschappen is deze<br />
nuttig omdat wij, wanneer wij de problemen naar beide kanten<br />
kunnen doorlopen (), gemakkelijker in elk geval het ware<br />
en het onware zullen onderscheiden. Bovendien () is deze<br />
nuttig met het oog op de eerste principes <strong>van</strong> elke wetenschap<br />
( ). Want [redenerend]<br />
uit de eigen principes <strong>van</strong> de betreffende wetenschap is het onmogelijk<br />
iets te zeggen over deze [principes], aangezien de principes<br />
de eerste zijn <strong>van</strong> allen, en het is noodzakelijk via de meningen<br />
() over het betreffende onderwerp deze [principes] te bespreken.<br />
En dit is eigen aan, of in elk geval, het meest passend<br />
bij de dialectiek. Want omdat de dialectiek <strong>van</strong> onderzoekende<br />
aard () is, heeft die een weg naar de principes <strong>van</strong> alle<br />
takken <strong>van</strong> onderzoek. 5<br />
Aristoteles kondigt aan de drie gebieden te noemen waarvoor dialectiek nuttig<br />
is: oefening, gesprekken en de filosofische wetenschap. Na deze genoemd<br />
en kort besproken te hebben, voegt hij er een vierde aan toe: de principes<br />
<strong>van</strong> elke wetenschap. 6<br />
Aristoteles zegt hier dus dat dialectiek onder andere nuttig is voor de<br />
filosofische wetenschappen en voor de principes <strong>van</strong> elke wetenschap. Het<br />
is duidelijk dat het, gezien Aristoteles’ wetenschapsopvatting, niet mogelijk<br />
is om de eerste principes <strong>van</strong> de wetenschappen te bewijzen, dat wil zeggen<br />
aan te tonen met behulp <strong>van</strong> een demonstratief syllogisme, omdat er geen<br />
verklaring (en dus geen middenterm in het syllogisme) is <strong>van</strong> principes. Om<br />
tot de eerste principes <strong>van</strong> een wetenschap te komen hebben we dus niets aan<br />
demonstratieve syllogismen. Maar in bovenstaande passage lijkt Aristoteles<br />
te zeggen dat we in de dialectiek, waar we redeneren <strong>van</strong>uit meningen, wel<br />
kunnen komen tot deze eerste principes <strong>van</strong> de wetenschappen. Verschillende<br />
interpretatoren vinden deze passage problematisch: hoe kan Aristoteles<br />
nu beweren dat we door te vertrekken <strong>van</strong>uit -onzekere- meningen kunnen<br />
komen tot waarheid en de zekerheid die we in de wetenschap verlangen?<br />
5 Aristoteles, Topi<strong>ca</strong>, 101a25-101b4.<br />
6 Het is onduidelijk of die laatste moet worden gezien als een nader aspect <strong>van</strong> 3 of<br />
dat er eigenlijk 4 toepassingsgebieden <strong>van</strong> de dialectiek zijn en Aristoteles die laatste<br />
aan<strong>van</strong>kelijk was vergeten.