De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.4 Agricola 71<br />
say’. 44 . Het grondidee is dat de artes sermocinales (grammati<strong>ca</strong>, dialecti<strong>ca</strong><br />
en retori<strong>ca</strong>) een eenheid vormen. Het werk behandelt dan ook niet alleen wat<br />
traditioneel gezien tot het gebied <strong>van</strong> de dialecti<strong>ca</strong> behoort (loci, definities,<br />
vragen en argumentatie), maar neemt bij Agricola ook taken over die volgens<br />
de traditie tot de retori<strong>ca</strong> behoren, zoals het ordenen <strong>van</strong> een redevoering.<br />
Agricola is goed bekend met Aristoteles’ Topi<strong>ca</strong>, Boëthius’ <strong>De</strong> differentiis<br />
topicis en ook met de middeleeuwse scholastieke traditie <strong>van</strong> de topi<strong>ca</strong>.<br />
Zijn bezwaar tegen deze boeken is dat ze te beknopt in hun uitleg en te<br />
ingewikkeld zijn:<br />
Omdat ik niet bij de woorden <strong>van</strong> een bepaalde auteur wil zweren<br />
-hoewel ik ze alle redelijk, of liever, niet één overal goed vind-,<br />
volg ik mijn eigen plan, en niet een andere schrijver. Ik doe dit<br />
niet zozeer omdat ik hoop beter te doen wat al die zeer grote en<br />
geleerde mannen voor mij hebben gedaan -want hoe zou ik dat<br />
kunnen?-, maar om de voorschriften, zoals ik eerder al zei, wat<br />
eenvoudiger en uitgebreider te behandelen in de hoop dat ze, zo<br />
niet scherpzinnig besproken, althans duidelijk genoeg uitgelegd<br />
zullen blijken. Als ik dat bereik, zal mijn wens vervuld zijn. 45<br />
Agricola gaat dieper dan zijn voorgangers in op de aard en het nut <strong>van</strong> de<br />
loci:<br />
Nu is het zo, dat <strong>van</strong> niets wat twijfelachtig is de geloofwaardigheid<br />
op zichzelf kan bestaan en we dus zekerheid omtrent iedere<br />
zaak moeten baseren op andere zaken die meer bekend en vaststaand<br />
zijn. Daarbij zijn sommige mensen in staat om met hun<br />
scherpzinnig verstand een doeltreffend en slagvaardig argument,<br />
dat wil zeggen, om Cicero te citeren, ‘een aannemelijke vondst<br />
om te overreden’, te bedenken. Anderen daarentegen, minder<br />
scherpzinnig <strong>van</strong> intellect, zijn niet <strong>ca</strong>pabel de dingen aandachtig<br />
te beschouwen. Zij zijn of in het geheel niet of veel te traag<br />
in staat om te vinden wat men over iedere willekeurige zaak te<br />
berde kan brengen. Daarom lijken de bedenkers <strong>van</strong> de zogenaamde<br />
verblijfplaatsen <strong>van</strong> de argumenten, die ze loci genoemd<br />
hebben, iets uitermate nuttigs te hebben gepresteerd. Hun opzet<br />
was dat we, aan de hand <strong>van</strong> die loci, welke fungeren als een<br />
soort tekens, met ons verstand de dingen aftasten en tot het in-<br />
44 Mack, Renaissance Argument, p. 120<br />
45 Vertaling <strong>van</strong> Marc <strong>van</strong> der Poel in R. Agricola, Over dialecti<strong>ca</strong> en humanisme, uitgegeven,<br />
ingeleid en <strong>van</strong> aantekeningen voorzien door M. <strong>van</strong> der Poel, Baarn: Ambo, 1991 p.<br />
68. Voor de Latijnse tekst zie R. Agricola, <strong>De</strong> inventione dialecti<strong>ca</strong>, op basis <strong>van</strong> de uitgave<br />
<strong>van</strong> Alardus <strong>van</strong> Amsterdam (1539) kritisch uitgegeven, vertaald en becommentarieerd<br />
door L. Mundt, Tübingen: Max Niemeyer Verlag, 1992, p. 30.