De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.4 Agricola 73<br />
Boëthius en de scholastieke traditie is dat de maximale proposities geheel<br />
zijn verdwenen. 49 Een <strong>van</strong> de kritiekpunten <strong>van</strong> Agricola op de maximale<br />
propositie is dat ze overbodig zijn. Iemand die exacte kennis heeft <strong>van</strong> de<br />
aard <strong>van</strong> de loci, zal zich namelijk onmiddellijk de mogelijke inferenties <strong>van</strong>uit<br />
elke locus realiseren. 50 Daarom besteedt Agricola ook veel aandacht aan<br />
het bespreken <strong>van</strong> de aard <strong>van</strong> elke locus. Een ander bezwaar <strong>van</strong> Agricola<br />
tegen maximale proposities is dat ze niet flexibel zijn. 51 <strong>De</strong> maximale proposities<br />
zijn zeer strikt geformuleerd en hierdoor beperkt qua toepassingsgebied.<br />
Hierdoor doen ze volgens Agricola geen recht aan het argumentatieve<br />
vermogen dat in de locus gelegen is. Alle mogelijke inferenties die in een<br />
locus gelegen zijn worden wel gevat wanneer men de aard <strong>van</strong> de desbetreffende<br />
locus goed kent.<br />
<strong>De</strong> belangrijkste verschillen tussen Agricola en zijn voorgangers:<br />
1. <strong>De</strong> dialecti<strong>ca</strong> heeft taken die traditioneel tot de retori<strong>ca</strong> behoorde overgenomen.<br />
2. Een centrale plek in <strong>De</strong> inventione dialecti<strong>ca</strong> is ingeruimd voor het<br />
laten zien hoe de theorie <strong>van</strong> loci in een concrete situatie gebruikt kan<br />
worden. Hiervoor draagt Agricola eigen voorbeelden aan en bespreekt<br />
hij uitgebreid tekstpassages bij klassieke auteurs.<br />
3. Het idee <strong>van</strong> de topi<strong>ca</strong> die (via maximale proposities) automatisch<br />
argumenten genereert is veranderd in een flexibelere en dus breder<br />
toepasbare opvatting <strong>van</strong> de topi<strong>ca</strong> als een theorie die mogelijkheden<br />
aanreikt voor argumenten door erop te wijzen welke facetten er allemaal<br />
aan een object zitten.<br />
4. Agricola herstelt de verbinding tussen logi<strong>ca</strong> en natuurlijke taal. 52 Dit<br />
hangt samen met punt 2 en 3. Het is voor Agricola niet genoeg als<br />
de regels <strong>van</strong> de dialectiek toepasbaar zijn op een halfgeformaliseerde<br />
kunsttaal, maar het object <strong>van</strong> de dialectiek moet echte natuurlijke<br />
taal zijn.<br />
<strong>Johannes</strong> Matthaeus Phrissemius († 1532), docent aan de Keulse artesfaculteit,<br />
beschouwt deze ontwikkelingen als een verandering ten goede. Hij<br />
laat zijn tekstuitgave <strong>van</strong> Agricola’s <strong>De</strong> inventione dialecti<strong>ca</strong> voorafgaan<br />
door een brief aan de lezer waarin hij Agricola verdedigt tegen de beschuldiging<br />
dat deze slechts met veel omhaal <strong>van</strong> woorden uiteenzet wat Petrus<br />
Hispanus bondig en helder uitlegde. 53 Phrissemius wijst erop dat veel zaken<br />
49 Mack, Renaissance Argument, p. 142.<br />
50 Agricola, <strong>De</strong> inventione dialecti<strong>ca</strong>, p. 190.<br />
51 Agricola, <strong>De</strong> inventione dialecti<strong>ca</strong>, pp. 188-190.<br />
52 Mack, Renaissance Argument, p. 257.<br />
53 Zie Phrissemius’ voorwoord in R. Agricola, <strong>De</strong> inventione dialecti<strong>ca</strong> libri tres cum<br />
scholiis Ioannis Matthaei Phrissemii, Köln: F. Birchmann, 1528, a2r-a4v.