De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.2 Een commentaar op de afzonderlijke hoofdstukken 151<br />
p. 91, r. 39, per partitionem. Ook bij de bespreking <strong>van</strong> verdeling door<br />
deling put <strong>Caesarius</strong> gretig uit Boëthius’ DDT. <strong>De</strong> onderscheidingen en de<br />
voorbeelden zijn uit Boëthius overgenomen. Boëthius bespreekt deze locus<br />
wel uitgebreider.<br />
p. 92, r. 2, an <strong>ca</strong>nis substantia sit. Als voorbeeld <strong>van</strong> een argumentatie<br />
<strong>van</strong>uit verdeling door deling waarbij de delen tegelijk waar kunnen zijn geeft<br />
<strong>Caesarius</strong>:<br />
(41) Een blaffend beest is een substantie, een zeedier is een substantie<br />
en een hemelse ster in een substantie<br />
Dit zijn de drie dingen die de naam ‘hond’ betekent<br />
Dus een hond is een substantie<br />
<strong>Caesarius</strong> geeft hier geen maximale propositie.<br />
Hoofdstuk 24: Hoe een dialectische aantoning verschilt <strong>van</strong><br />
een bewijs<br />
In dit hoofdstuk zet <strong>Caesarius</strong> de verschillen tussen een dialectische aantoning<br />
(dialecti<strong>ca</strong> probatio) en een bewijs (demonstratio) op een rijtje.<br />
• Bij een bewijs zijn de premissen <strong>van</strong> waaruit een argumentatie wordt<br />
opgesteld eigen aan het onderwerp in kwestie; bij een dialectische aantoning<br />
gaat het om algemene premissen.<br />
• Bij een bewijs zijn de premissen altijd noodzakelijk; bij een dialectische<br />
aantoning zijn ze soms noodzakelijk, soms waarschijnlijk.<br />
• Een bewijs zit vast aan de argumentatievormen syllogisme en inductie;<br />
bij een dialectische aantoning komen bijna alle vormen voor. <strong>Caesarius</strong><br />
noemt syllogisme, enthymeme en voorbeeld.<br />
.<br />
Boëthius legt de nadruk op het tweede verschil, zie DDT 1181C10-<br />
1182C6, met name DDT 1181D2-1182A6: “Quorum quidem dialecticus atque<br />
orator in communi argumentorum natura versatur. Uterque enim sive<br />
necessaria, sive minime, probabilia tamen argumenta sequitur. His igitur illae<br />
duae species argumenti famulantur, quae sunt probabile ac necessarium,<br />
probabile ac non necessarium. Philosophus vero ac demonstrator de sola<br />
tantum veritate pertractat, atque sint probabilia sive non sint, nihil refert,<br />
dummodo sint necessaria. Hic quoque his duabus speciebus utitur argumenti,<br />
quae sunt probabile ac necessarium, necessarium ac non probabile.”