De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
34 Hoofdstuk 3. <strong>Caesarius</strong>’ <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong><br />
geen scholastieke auteurs zullen zijn).<br />
• Van deze auteurs zijn alleen de hoofdzaken overgenomen, zodat<br />
alle onderdelen <strong>van</strong> de dialecti<strong>ca</strong> worden behandeld, maar niet tot<br />
in de kleinste details.<br />
• Samenhangend met het vorige punt: het werk is afgestemd op het<br />
onderwijs en daarom beknopt maar niet té beknopt.<br />
• Hoewel hij het overdragen <strong>van</strong> kennis belangrijker vindt dan een<br />
elegant taalgebruik, mogen we verwachten dat hij scholastiek taalgebruik<br />
probeert te vermijden en zijn eruditie toont met verwijzingen<br />
naar antieke bronnen, aangezien hij, zoals het een goed<br />
humanist betaamt, de barbaarse werken zonder eruditie <strong>van</strong> zijn<br />
voorgangers minacht.<br />
3.3 Barbaarse sofisten<br />
Hoewel <strong>Caesarius</strong>’ <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong> over het algemeen niet erg polemisch <strong>van</strong><br />
aard is, kan <strong>Caesarius</strong> het af en toe niet laten om flink te keer te gaan<br />
tegen ‘die barbaarse sofisten’, een onder humanisten geliefde benaming<br />
voor scholastieke logici. Hier een aantal aantijgingen op een rij:<br />
In fol. 42v-43r verwoordt <strong>Caesarius</strong> het bekende humanistische idee<br />
dat met de komst <strong>van</strong> de barbarij (barbaries) een ondergang <strong>van</strong> bijna<br />
alle goede studies gepaard is gegaan. Door de barbarij te verdrijven<br />
zullen die studies ook weer in ere hersteld worden. 23 In fol. 82r wijst<br />
<strong>Caesarius</strong> erop dat de etymologie die ‘de barbaren’ voor het woord<br />
‘logi<strong>ca</strong>’ geven niet klopt, ‘zoals zij bijna alle dingen zonder enige welbespraaktheid<br />
en zeer afstotelijk zeggen’. 24 In fol. 90r deelt <strong>Caesarius</strong><br />
(volgens de Aristotelische indeling <strong>van</strong> onwetendheid (ignorantia) in<br />
twee soorten, niet-weten en verkeerd-weten) de ‘barbaren en sofisten’<br />
in in de groep <strong>van</strong> mensen die verkeerd weten, omdat zij ‘hoewel ze<br />
willen doen lijken dat ze alles begrijpen, niets begrijpen, behalve dan<br />
op hun eigen manier, dat wil zeggen verkeerd.’ 25<br />
In fol 128r ageert <strong>Caesarius</strong> tegen de gewoonte <strong>van</strong> ‘sofisten’ om aan<br />
de taal regels op te leggen die niet gedestilleerd zijn uit de teksten <strong>van</strong><br />
23 <strong>Caesarius</strong>, <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong>, 43r: “Haec [barbaries] siquidem ut semel introducta <strong>ca</strong>usa proculdubio<br />
fuit abolitionis omnium pene bonorum studiorum, ita explosa demum efficiet, ut<br />
omnia illa pristino sub nitiori restituantur.”<br />
24 <strong>Caesarius</strong>, <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong>, 82r: “Logi<strong>ca</strong> igitur quasi rationalis scientia dicta est, non quidem<br />
(ut barbari nomen ipsum interpretantur, ut alia fere omnia infantissime foedissimeque)<br />
etymologia ad hoc adducta aliqua (...).”<br />
25 <strong>Caesarius</strong>, <strong>Dialecti<strong>ca</strong></strong>, 90r: “Tales profecto sunt barbari omnes et sophistae, qui, cum<br />
omnia intelligere videri velint, nihil intelligunt, nisi suo more, hoc est corrupte.”