De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.2 Een commentaar op de afzonderlijke hoofdstukken 117<br />
4, dat gesproken klanken tekens () zijn <strong>van</strong> de aandoeningen in de<br />
geest en dat de geschreven dingen weer tekens zijn <strong>van</strong> de gesproken klanken.<br />
<strong>Caesarius</strong> heeft Cicero hier onnauwkeurig gelezen en de zaken door elkaar<br />
gehaald.<br />
p. 81, r. 6, philosophiae. Ook bij deze locus geven <strong>Caesarius</strong> en Boëthius<br />
hetzelfde voorbeeld (Boëthius, DDT 1187D11-14). Ze behandelen de vraag<br />
of filosofie nagestreefd moet worden.<br />
(8) Filosofie is de liefde voor wijsheid<br />
Niemand twijfelt dat wijsheid nagestreefd moet worden<br />
Dus moet filosofie nagestreefd worden<br />
Maximale propositie: waaraan de interpretatie <strong>van</strong> de naam toekomt,<br />
daaraan komt ook de naam zelf toe, waar<strong>van</strong> de interpretatie is gegeven<br />
Differentia: <strong>van</strong>uit de interpretatie<br />
Ook bij dit voorbeeld geeft Boëthius geen aparte maximale propositie.<br />
Met dit ene voorbeeld is voor Boëthius deze locus voldoende besproken.<br />
<strong>Caesarius</strong> bespreekt uitgebreid nog een aantal andere voorbeelden. Dit is<br />
opvallend, zeker wanneer men bedenkt dat <strong>Caesarius</strong> een handboek schreef<br />
en dat in handboeken het topi<strong>ca</strong>gedeelte juist vaak een samenvatting is <strong>van</strong><br />
Boëthius’ tweede boek. Dat <strong>Caesarius</strong> deze locus uitgebreider bespreekt dan<br />
Boëthius en het nodig vindt om nog een aantal voorbeelden toe te voegen,<br />
moet wel wijzen op een bijzondere interesse <strong>van</strong> <strong>Caesarius</strong> in etymologieën.<br />
In deze interesse in etymologieën en in taal in het algemeen treedt hij als<br />
humanist naar voren. Zijn achtergrond als docent Grieks versterkt deze interesse<br />
nog eens.<br />
p. 81, r. 12, interpretari. Vooral mensen met talenkennis (qui linguarum<br />
imperiti non sunt) (en dus <strong>Caesarius</strong> zelf) kunnen deze locus goed gebruiken.<br />
Het Latijnse ‘interpretari’ betekent naast ‘interpreteren’ ook ‘vertalen’.<br />
Daarom kan <strong>Caesarius</strong> zeggen dat interpretari niets anders is dan ‘de ene<br />
taal uitleggen (exponere) door middel <strong>van</strong> een andere taal’.<br />
p. 81, r. 13, in eadem nonnunquam lingua. Maar interpretari hoeft<br />
niet per se door middel <strong>van</strong> een andere taal te gebeuren. Een woord kan<br />
ook in dezelfde taal uitgelegd worden. <strong>Caesarius</strong> geeft hier als voorbeeld<br />
dat locuples (rijk) komt <strong>van</strong> ‘een overvloed aan plaatsen (loci) hebben’. <strong>De</strong>zelfde<br />
etymologie vinden we in Aulus Gellius, Noctes Atti<strong>ca</strong>e, 10.5.2: “Hij<br />
[Publius Nigidius] zegt tevens dat iemand locuples (rijk) genoemd wordt<br />
uit een samengestelde term, omdat hij pleraque lo<strong>ca</strong>, dat wil zeggen ‘veel<br />
bezittingen’ heeft” (Item ‘locupletem’ dictum ait ex compositis vocibus, qui<br />
‘pleraque lo<strong>ca</strong>’, hoc est qui multas possessiones teneret). Ook Isidorus <strong>van</strong>