De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
De Dialectica van Johannes Caesarius (ca. 1468 – 1550)
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
72 Hoofdstuk 4. <strong>De</strong> topi<strong>ca</strong> voor <strong>Caesarius</strong><br />
zicht komen welk gegeven er in ieder ding zit dat aannemelijk is<br />
en past bij de doelstelling <strong>van</strong> ons betoog. 46<br />
<strong>De</strong> loci fungeren bij Agricola dus als tekens (signa) die ons helpen bij de<br />
inventarisatie <strong>van</strong> de gegevens <strong>van</strong> een object en zo ook helpen bij het vinden<br />
<strong>van</strong> argumenten.<br />
Agricola geeft nauwgezette instructies hoe een student zich moet trainen<br />
in het gebruik <strong>van</strong> loci. Ten eerste is het noodzakelijk om de lijst met loci en<br />
hun beschrijving zoals hij die geeft in boek 1 herhaaldelijk te lezen om gedetailleerde<br />
kennis <strong>van</strong> de loci te krijgen. Vervolgens moet hij zich trainen in<br />
topische beschrijving en dialectische lezing. Topische beschrijving houdt in<br />
dat de student een object neemt en dit voert langs alle loci. 47 Elke locus past<br />
hij toe op zijn object. Zo levert de locus geslacht toegepast op het object filosoof<br />
als resultaat man. <strong>De</strong> topische beschrijving die op deze manier wordt<br />
verkregen is een georganiseerde verkenning <strong>van</strong> de aard <strong>van</strong> het object. Ze<br />
verschaft mogelijke beginpunten voor argumenten. Dit gaat op de volgende<br />
manier: stel dat de vraag is of een filosoof een echtgenote moet hebben. Er<br />
wordt dan een topische beschrijving gemaakt <strong>van</strong> filosoof en een <strong>van</strong> echtgenote.<br />
Vervolgens worden de topische beschrijvingen <strong>van</strong> beiden vergeleken.<br />
Wanneer er elementen zijn die in beide beschrijvingen voorkomen kunnen<br />
deze fungeren als verbindende elementen in de argumentatie.<br />
Onder dialectische lezing verstaat Agricola het bestuderen <strong>van</strong> de argumentaties<br />
bij ‘de beste auteurs’. Soms zijn deze argumentaties expliciet,<br />
maar vaak moet de argumentatieve structuur worden gereconstrueerd. Vervolgens<br />
moet de topische relatie <strong>van</strong> het argument worden herkend. Hierdoor<br />
krijgt de student meer inzicht in de loci en het gebruik er<strong>van</strong>. Agricola illustreert<br />
deze oefening met nauw uitgewerkte analyses <strong>van</strong> de argumentaties<br />
<strong>van</strong> klassieke auteurs. 48 <strong>De</strong> voorbeelden die hij bespreekt komen hoofdzakelijk<br />
<strong>van</strong> Cicero, Vergilius, Terentius en Lu<strong>ca</strong>nus.<br />
Na deze training in topische beschrijving en dialectische lezing is de student<br />
in staat om zelf argumenten te bedenken, niet alleen als oefening op de<br />
universiteit, maar in elke situatie <strong>van</strong> het leven.<br />
<strong>De</strong> lijst met loci die Agricola geeft wijkt sterk af <strong>van</strong> de traditionele Themistiaans-<br />
Boëthiaanse lijst. Het grootste verschil is dat Agricola de retorische en dialectische<br />
loci samen in één systeen plaatst. Maar niet alleen de lijst met<br />
loci, ook de wijze waarop Agricola de afzonderlijke loci bespreekt verschilt<br />
sterk <strong>van</strong> die <strong>van</strong> zijn voorgangers. Een opvallend verschil ten opzichte <strong>van</strong><br />
46<br />
Vertaling <strong>van</strong> Marc <strong>van</strong> der Poel in Agricola, Over dialecti<strong>ca</strong>, pp. 57. Voor het Latijn<br />
zie Agricola, <strong>De</strong> inventione dialecti<strong>ca</strong>, p. 10.<br />
47<br />
Agricola beschrijft deze werkwijze inclusief voorbeelden uitgebreid in Agricola, <strong>De</strong><br />
inventione dialecti<strong>ca</strong>, pp. 404-425.<br />
48<br />
Agricola, <strong>De</strong> inventione dialecti<strong>ca</strong>, pp. 386-403. Zie Mack, Renaissance Argument,<br />
pp. 239-243.