Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius
Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius
Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bron: G.Beex. Onderzoek van grafheuvels te <strong>Weelde</strong>. In: Taxandria, 1958, blz.1-24.<br />
T<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van <strong>Weelde</strong> lag<strong>en</strong> tot voor <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige grafheuvels op e<strong>en</strong> hoge zandrug die<br />
nauwelijks voor landbouwdoeleind<strong>en</strong> geschikt was. Dat het onderzoek van deze grafheuvels kon<br />
plaatsvind<strong>en</strong> is vooral te dank<strong>en</strong> aan de belangstelling van de her<strong>en</strong> E.Swaan, V.Wijgerde, dokter<br />
L.Van Bael<strong>en</strong> <strong>en</strong> LWoest<strong>en</strong>burg, all<strong>en</strong> won<strong>en</strong>de te <strong>Weelde</strong>. In 1954 was in één der heuvels e<strong>en</strong> urn<br />
gevond<strong>en</strong> door de heer A.Gooss<strong>en</strong>s uit Antwerp<strong>en</strong>, die later welwill<strong>en</strong>d toestemming gaf om deze urn<br />
te tek<strong>en</strong><strong>en</strong>. <strong>To<strong>en</strong></strong> tijd<strong>en</strong>s egalisatiewerk<strong>en</strong> 2 der grote grafheuvels werd<strong>en</strong> opgeruimd, werd de di<strong>en</strong>st<br />
voor opgraving<strong>en</strong> gewaarschuwd om de nog overgeblev<strong>en</strong> grafheuvels te onderzoek<strong>en</strong>. Deze<br />
opgraving had plaats van 11 maart tot 3 april 1957 onder leiding van Dr.H.Roos<strong>en</strong>s, Prof.Dr.J.Mert<strong>en</strong>s<br />
<strong>en</strong> G.Beex. Veel belangstelling werd tijd<strong>en</strong>s het onderzoek ondervond<strong>en</strong> van talrijke schol<strong>en</strong> uit de<br />
omgeving. Veel interesse toond<strong>en</strong> ook de led<strong>en</strong> van het Museum Taxandria. Prof.Dr.W.Glasberg<strong>en</strong><br />
van de Amsterdamse universiteit kwam met zijn stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> het onderzoek e<strong>en</strong> dag meemak<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s<br />
de eerste verk<strong>en</strong>ning van het terrein, waarop de twee, nu geëgaliseerde grafheuvels hadd<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>,<br />
was de juiste plaats slechts bij b<strong>en</strong>adering vast te stell<strong>en</strong>, wel werd de plaats van e<strong>en</strong> derde<br />
grafheuveltje gevond<strong>en</strong> waarvan het bestaan te vor<strong>en</strong> niet bek<strong>en</strong>d was. Op het egaal grijs gekleurd<br />
geploegde land viel namelijk e<strong>en</strong> ronde vlek van geel zand op, die met e<strong>en</strong> donker gekleurde smalle<br />
strook was omgev<strong>en</strong>. Ongetwijfeld betrof het hier e<strong>en</strong> klein verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> grafheuveltje dat waarschijnlijk<br />
met e<strong>en</strong> ringsloot was omgev<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> vierde grafheuvel lag aan de andere zijde van e<strong>en</strong> zandweg <strong>en</strong> was bij toeval gespaard omdat hij<br />
juist op de hoek lag van e<strong>en</strong> perceel dat tot het militair vliegveld behoorde. Helaas was na het vind<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> urn in e<strong>en</strong> der andere grafheuvels ook hier in het c<strong>en</strong>trum e<strong>en</strong> grote kuil gegrav<strong>en</strong> <strong>en</strong> van<br />
daaruit twee smalle greppels naar de rand. Het geheel zag er nogal ernstig beschadigd uit. Hoewel<br />
niet zo erg als de andere heuvels waarvan hoogst<strong>en</strong>s nog iets van de grondspor<strong>en</strong> onder de heuvel<br />
bewaard kon zijn. Toch was het zeker nog de moeite waard om e<strong>en</strong> onderzoek in te stell<strong>en</strong>.<br />
Vergunning werd gevraagd <strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>d verle<strong>en</strong>d door de geme<strong>en</strong>te als eig<strong>en</strong>aar van één der<br />
percel<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de huurder. Ook de militaire instanties gav<strong>en</strong> toestemming om de op de rand van het<br />
vliegveld geleg<strong>en</strong> heuvel te onderzoek<strong>en</strong>. De geme<strong>en</strong>te zorgde tev<strong>en</strong>s dat 6 werkloz<strong>en</strong> ter<br />
beschikking werd<strong>en</strong> gesteld van het onderzoek.<br />
De opgraving begon op 11 maart 1957. Bij aankomst op het terrein bleek het moeilijk om de juiste<br />
plaats der twee grootste geëgaliseerde grafheuvels terug te vind<strong>en</strong>. Bij de ontginning was het<br />
eig<strong>en</strong>lijke heuvellichaam afgegrav<strong>en</strong> <strong>en</strong> de grond over het terrein in de omgeving uitgespreid. De<br />
juiste plaats moest aan de hand van e<strong>en</strong> lichte terreinverhoging <strong>en</strong> verder door de aanwezigheid van<br />
wat bov<strong>en</strong>geploegde houtskooldeeltjes word<strong>en</strong> vastgesteld. Alle<strong>en</strong> bij het kleinere heuveltje dat nog<br />
als e<strong>en</strong> lichtgekleurde vlek zichtbaar was, kon gemakkelijk het c<strong>en</strong>trum word<strong>en</strong> bepaald. Omdat het<br />
terrein, waarop deze drie geëgaliseerde grafheuvels lag<strong>en</strong>, spoedig met haver zou word<strong>en</strong> ingezaaid,<br />
werd<strong>en</strong> deze het eerst onderzocht.<br />
Tumulus I<br />
Het kleine heuveltje kwam eerst aan de beurt. Het was, zelfs voor de ontginningswerkzaamhed<strong>en</strong><br />
nooit opgevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> had dus ook niet van urn<strong>en</strong>zoekers te lijd<strong>en</strong> gehad. Hoewel van de vertikale<br />
opbouw van de grafheuvel waarschijnlijk weinig meer over zou zijn, werd het onderzoek toch volg<strong>en</strong>s<br />
de kwadrant<strong>en</strong>methode ter hand g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zodat kruisgewijs twee smalle damm<strong>en</strong> over de grafheuvel<br />
werd<strong>en</strong> uitgespoord. Na het verwijder<strong>en</strong> van de losse bov<strong>en</strong>grond bleek inderdaad rond de heuvel<br />
e<strong>en</strong> ringsloot aanwezig te zijn. Deze greppel rond de heuvelvoet was in de loop der eeuw<strong>en</strong> geheel<br />
dicht gespoeld <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>de zich nu als e<strong>en</strong> zwarte band cirkelvormig rond de grafheuvel af. De gele<br />
kleur van het zand in het horizontaal vlak binn<strong>en</strong> de ringsloot vormde e<strong>en</strong> sterke teg<strong>en</strong>stelling met de<br />
drie andere grafheuvels. Deze vertoond<strong>en</strong> onder het oud-oppervlak e<strong>en</strong> zeer zware heidepodsolering<br />
welke zich dus reeds voor het opwerp<strong>en</strong> van de grafheuvels had ontwikkeld. Deze podsolering<br />
bestond uit e<strong>en</strong> circa 30 cm dikke loodzandlaag met e<strong>en</strong> zware bruine oerbank daaronder. Bij tumulus<br />
I was dit heidepodsol niet aanwezig. Loodzandlaag <strong>en</strong> oerbank war<strong>en</strong> zo dun dat bij het ploeg<strong>en</strong> op<br />
vele plaats<strong>en</strong> het gele zand naar bov<strong>en</strong> was gekom<strong>en</strong>. Juist hieraan was het te dank<strong>en</strong> dat de plaats<br />
van de grafheuvel werd opgemerkt.<br />
Ongeveer 40 cm t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van het c<strong>en</strong>trum van de heuvel werd het overschot van e<strong>en</strong> urn<br />
aangetroff<strong>en</strong>. Deze urn was door het ploeg<strong>en</strong> ernstig beschadigd, maar aan één kant was de wand