Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius
Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius
Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
En in de zog<strong>en</strong>aamde vrijheidskeure (Sabbe <strong>en</strong> Steurs) van 1307 zegt Hertog Jan II: "... Dat is dat<br />
voorta<strong>en</strong> gelijck van oud<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong> die van <strong>Weelde</strong>, soe wel die binn<strong>en</strong> der vrijheit woon<strong>en</strong> als inde<br />
gebeurte van Ravels <strong>en</strong>de Poppel, die gewoonlijk sijn tot <strong>Weelde</strong> te rade <strong>en</strong>de te recht te comm<strong>en</strong>".<br />
Poppel <strong>en</strong> Ravels hadd<strong>en</strong> nochtans e<strong>en</strong> volledig verschill<strong>en</strong>de verhouding teg<strong>en</strong>over de Weeldse<br />
schep<strong>en</strong>bank. Over Poppel had de schep<strong>en</strong>bank van <strong>Weelde</strong> volledige, lage <strong>en</strong> hoge jurisdictie <strong>en</strong> ze<br />
oef<strong>en</strong>de er de vrijwillige rechtspraak uit, maar Poppel had dan ook e<strong>en</strong> aandeel in de sam<strong>en</strong>stelling<br />
van de schep<strong>en</strong>bank: het leverde drie van de zev<strong>en</strong> schep<strong>en</strong><strong>en</strong>. In Ravels daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, dat e<strong>en</strong><br />
heerlijkheid van de abdij van Tongerlo was, lag de lage jurisdictie (met de vrijwillige rechtspraak) in<br />
hand<strong>en</strong> van de grondheer, dus van de abt, <strong>en</strong> zijn laathof (in 1438 omgezet in e<strong>en</strong> schep<strong>en</strong>bank<br />
volg<strong>en</strong>s Antwerps recht, maar <strong>en</strong>kel met lage jurisdictie). Voor de hoge jurisdictie moest<strong>en</strong> de<br />
inwoners van Ravels zich w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tot de schep<strong>en</strong>bank van <strong>Weelde</strong>, die immers voorgezet<strong>en</strong> werd<br />
door e<strong>en</strong> schout, die de vorst verteg<strong>en</strong>woordigde. Poppel was dus veel nauwer dan Ravels met<br />
<strong>Weelde</strong> verbond<strong>en</strong>. Alhoewel het blijkbaar niet behoorde tot het grondgebied van de vrijheid, zal het<br />
praktisch wel dezelfde recht<strong>en</strong> als <strong>Weelde</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. De inwoners van Ravels daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong><br />
blev<strong>en</strong> horig<strong>en</strong> van de abt van Tongerlo. Immers, hier was de prelaat van Tongerlo grootgrondbezitter<br />
<strong>en</strong> daardoor kreeg hij vanzelfsprek<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> groot aandeel in de jurisdictie. Daarnaast was het ev<strong>en</strong><br />
onduidelijk sinds wanneer Tongerlo betrekking<strong>en</strong> had met de noordelijke gr<strong>en</strong>sgebied<strong>en</strong>. Dr.Milo<br />
Koy<strong>en</strong> onderzocht dit probleem in e<strong>en</strong> grondige studie, die wij in haar grote lijn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>.<br />
Reeds zeer vroeg had de abdij in onze gebied<strong>en</strong> goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> bezitting<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong>. In 1165 werd<strong>en</strong><br />
door de dek<strong>en</strong> Gerardus van het kapittel van St.-Servaas van Maastricht vier hoev<strong>en</strong> te Ravels <strong>en</strong> één<br />
hoeve op Eel aan de abdij overgedrag<strong>en</strong>. De abt ontving dus de investituur over de vijf hoev<strong>en</strong>. Zij<br />
vormd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> erfle<strong>en</strong>, waarvoor hij aan bepaalde voorwaard<strong>en</strong> moest voldo<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> opzichte van het<br />
kapittel van St.-Servaas. Wanneer Tongerlo in het bezit is gekom<strong>en</strong> van de vro<strong>en</strong>te <strong>en</strong> de<br />
grondheerlijkheid van Ravels staat niet vast. Er schijnt wel e<strong>en</strong> verandering gekom<strong>en</strong> te zijn op het<br />
einde van de derti<strong>en</strong>de eeuw, of het begin van de 14e eeuw. In 1298 nam Hertog Jan II van Brabant<br />
de bezitting<strong>en</strong> van de abdij onder zijn bescherming. Uit deze brief blijkt, dat de hertog al de goeder<strong>en</strong>,<br />
bezitting<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrijhed<strong>en</strong> der abdij onder zijn bescherming nam, alsook de lagere rechtspraak of<br />
jurisdictie die door de schep<strong>en</strong><strong>en</strong>, lat<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechters in de allodiale goeder<strong>en</strong> van de abdij werd<strong>en</strong><br />
beoef<strong>en</strong>d. Mag m<strong>en</strong> uit dit charter besluit<strong>en</strong> dat de term<strong>en</strong> "super allodiis" <strong>en</strong> "super minoribus justiciis<br />
per mansionarios habitis" toepasselijk zijn op de grondheerlijke recht<strong>en</strong> van Tongerlo te Ravels-Eel?<br />
Waarschijnlijk wel, gezi<strong>en</strong> uit de aartbrief van <strong>Weelde</strong>-Poppel, die door Jan III op 23 juni 1331 werd<br />
gegev<strong>en</strong>, blijkt dat to<strong>en</strong>dertijd de aart <strong>en</strong> de vro<strong>en</strong>te van Ravels reeds aan de abdij toebehoord<strong>en</strong>.<br />
In deze aartbrief wordt vermeld, dat de hertog verkocht of in cijnsgoed uitgaf de vro<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
wilderniss<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de aangeduide pal<strong>en</strong>, uitgezonderd de allodiale goeder<strong>en</strong> van Tongerlo.<br />
Wat bewijst dit? Volg<strong>en</strong>s de opvatting van de rechtsgeleerde die in 1752 de "Naerder<strong>en</strong> inscriptis"<br />
opstelde, kunn<strong>en</strong> de "bonis allodialibus de Tongerlo" niet de betek<strong>en</strong>is hebb<strong>en</strong> van <strong>en</strong>iger erv<strong>en</strong>,<br />
vermits de erv<strong>en</strong> nooit kunn<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> in <strong>en</strong>ige transport van vro<strong>en</strong>te <strong>en</strong> wilderniss<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vermits die<br />
erv<strong>en</strong> nooit zijn uitgezonderd of uitg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> dusdanige aartbrief. Bijgevolg moet de term "bona<br />
allodialia" hier noodzakelijk verstaan word<strong>en</strong> in de zin van vro<strong>en</strong>te of wildernisse. En vermits de gr<strong>en</strong>s<br />
van Tongerlo's goeder<strong>en</strong>, tuss<strong>en</strong> de twee pal<strong>en</strong> van Mierdermeer <strong>en</strong> 't Gehulte (nu: Gelse Hoek)<br />
geleg<strong>en</strong>, zich ver noordwaarts uitstrekte als e<strong>en</strong> wig in de vro<strong>en</strong>te van <strong>Weelde</strong>-Poppel, moest in de<br />
aartbrief van <strong>Weelde</strong>-Poppel gezegd word<strong>en</strong>: "bonis allodialibus infra dictos palos jac<strong>en</strong>tibus exeptis".<br />
Dit moest de hertog trouw<strong>en</strong>s ook zegg<strong>en</strong>, omdat hij niet wilde <strong>en</strong> ook niet mocht beschikk<strong>en</strong> over de<br />
aart van Ravels, die toebehoorde aan de abdij. Indi<strong>en</strong> we nu de traditie in de abdij nagaan, kom<strong>en</strong> wij<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tot de vaststelling, dat zij in het begin der veerti<strong>en</strong>de eeuw de vro<strong>en</strong>te bezat <strong>en</strong> grondheer<br />
was te Ravels. Jonker Joris Werner van Ranst stelde op 14 mei 1209 de paalsted<strong>en</strong> vast tuss<strong>en</strong><br />
Schoot-<strong>Weelde</strong> <strong>en</strong> Ravels. De proost van St.-Servaas was in de derti<strong>en</strong>de eeuw nog steeds<br />
grondheer van Ravels <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>aar van de vro<strong>en</strong>te of de aart. De proost bezat dus nog steeds het<br />
g<strong>en</strong>erale dominium <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de jurisdictie.<br />
Hoever strekt<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van deze grondheerlijkheid zich uit?<br />
In de veerti<strong>en</strong>de eeuw war<strong>en</strong> er waarschijnlijk reeds moeilijkhed<strong>en</strong> gerez<strong>en</strong> in verband met de<br />
gr<strong>en</strong>sscheiding tuss<strong>en</strong> de vrijheid Turnhout <strong>en</strong> Ravels. Daarom zou Maria van Brabant, hertogin van<br />
Gelder <strong>en</strong> Zutph<strong>en</strong>, in 1367 de begr<strong>en</strong>zing tuss<strong>en</strong> Turnhout <strong>en</strong> Ravels vastlegg<strong>en</strong>. De paalscheiding<br />
strekte zich uit van de paal van mierdermeer tot op de Hontsberg, vandaar trok m<strong>en</strong> de lijn tot aan het<br />
Wit Keesv<strong>en</strong>ne, verder tuss<strong>en</strong> Wirics Dijck <strong>en</strong> Stapelvoort door naar het Grondeloze Meer. Van hieruit<br />
lijnde m<strong>en</strong> verder af tot bij Machiels hovele aan de Put, vandaar tot Hillek<strong>en</strong>s Putte, gehet<strong>en</strong> die