24.02.2013 Views

Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius

Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius

Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Naast dit regulier b<strong>en</strong>eficie war<strong>en</strong> er blijkbaar nog andere sch<strong>en</strong>king<strong>en</strong>, legat<strong>en</strong>, gunst<strong>en</strong>, gewoont<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> b<strong>en</strong>eficiën. Doch ook dit inkom<strong>en</strong> was niet standvastig <strong>en</strong> m<strong>en</strong> kon er niet altijd ev<strong>en</strong> grote<br />

onkost<strong>en</strong> mee dekk<strong>en</strong>. In de armoedige toestand bij het begin der zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw was er reeds<br />

e<strong>en</strong> verzoek ingedi<strong>en</strong>d door de "regeerders" van <strong>Weelde</strong> bij de prelaat van Averbode. Zij opperd<strong>en</strong> dat<br />

de bevolking erg "gedepaupereert" was door de pestil<strong>en</strong>tie. De prelaat beloofde dan de pastoor te<br />

help<strong>en</strong> <strong>en</strong> schreef hun dat die ziekte (pest) e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ade was van de Heer almachtig. Nog kwam er<br />

echter ge<strong>en</strong> werkelijke welstand. De bevolking was niet bij machte sterk te steun<strong>en</strong> <strong>en</strong> de inkomst<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> te klein om alles te onderhoud<strong>en</strong> (kerk, pastorij, kerkelijke goeder<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z). Hierover werd<strong>en</strong><br />

vele briev<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> om steun <strong>en</strong> hulp van de abt. Wij weid<strong>en</strong> er elders uitvoerig over uit.<br />

Op 21 februari 1686 deed de pastoor zijn beklag over de daling van de prijs van het graan. Hij vreesde<br />

niet te kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> in de onkost<strong>en</strong>, vermits hij ook de onderpastoor moest onderhoud<strong>en</strong>. Deze<br />

laatste moest ter plaatse resider<strong>en</strong>, omdat er 500 communicant<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>en</strong> 100 scholier<strong>en</strong>. Op 19<br />

mei 1700 kwam er echter e<strong>en</strong> ordonnantie vanwege het Hof van Brabant. Van nu af moest<strong>en</strong> de<br />

pastoors met minder dan 300 guld<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> 20e p<strong>en</strong>ning meer betal<strong>en</strong>. Die met e<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> 300 <strong>en</strong> 450 guld<strong>en</strong> betaald<strong>en</strong> 20e p<strong>en</strong>ning van hetge<strong>en</strong> ze bezat<strong>en</strong>. Pastoor Otgeri betaalde<br />

37 stuivers. Nochtans werd het lev<strong>en</strong> duurder <strong>en</strong> in 1772 lez<strong>en</strong> wij in het handboek van e<strong>en</strong> pastoor<br />

e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander over zijn toestand. Wij hebb<strong>en</strong> hierbov<strong>en</strong> reeds gezi<strong>en</strong> welke inkomst<strong>en</strong> hij in die tijd<br />

had <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> hier nu e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander volg<strong>en</strong> inzake zijn uitgav<strong>en</strong> <strong>en</strong> onkost<strong>en</strong>. Hij klaagt erover dat het<br />

bier zeer slecht was <strong>en</strong> hij gedwong<strong>en</strong> was steeds wijn te sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de "hospites <strong>en</strong> de paters<br />

stationariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>ig tracteer". Elders kond<strong>en</strong> de pastoors meer do<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> guld<strong>en</strong><br />

dan de pastoor te <strong>Weelde</strong> met 4 of 5 schelling<strong>en</strong>. De pastoor moest aalmoez<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, "bezwaart met<br />

de bestiering van d<strong>en</strong> arm<strong>en</strong>". Hij moest paters stationariss<strong>en</strong> loger<strong>en</strong>, maar ook ander<strong>en</strong> die kwam<strong>en</strong><br />

bedel<strong>en</strong> voor hun kloosters met de permissie van de bisschop. Hij moest de "landtdek<strong>en</strong> bij visitatie<br />

tracter<strong>en</strong> <strong>en</strong> loger<strong>en</strong>". Reeds drie "reys<strong>en</strong>" had hij de bisschop bij het vormsel moet<strong>en</strong> loger<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

trakter<strong>en</strong>. De hele ti<strong>en</strong>de van <strong>Weelde</strong>, overgebracht in het cahier van 1686, bedroeg 1253 guld<strong>en</strong>. Het<br />

was nog juist de waarde van to<strong>en</strong> ze verpacht was. Dit was de schuld van de sekretaris, die e<strong>en</strong><br />

"pap<strong>en</strong>vijandt" was. Honderd<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> was de ti<strong>en</strong>de minder verpacht geword<strong>en</strong>. De pastoors hadd<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> "g<strong>en</strong>oegzame compet<strong>en</strong>tie" gehad. De ti<strong>en</strong>de was merkelijk beginn<strong>en</strong> te<br />

"augm<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>" in 1748 of 1749. Aldus kunn<strong>en</strong> wij vaststell<strong>en</strong> dat de pastoor voortdur<strong>en</strong>d te klag<strong>en</strong><br />

had over zijn inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijkbaar moest onderdo<strong>en</strong> voor zijn kapelaan, die zich zelfs kon verheug<strong>en</strong><br />

in e<strong>en</strong> zekere overvloed <strong>en</strong> die aan de kerk heel wat kon voorschiet<strong>en</strong>. Anderzijds zi<strong>en</strong> wij zelfs, dat<br />

de schout <strong>en</strong> de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op E.H.Van Lumm<strong>en</strong>, gewez<strong>en</strong> kapelaan, om hun van<br />

de middel<strong>en</strong> van de kapelanie e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>ing af te staan van 200 guld<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> 3% om te gebruik<strong>en</strong> tot<br />

betaling der "Fransche contributie zo in de groote magazijn<strong>en</strong> als andersinds", alsmede tot betaling<br />

van de levering<strong>en</strong> van de Keizerlijke troep<strong>en</strong>.<br />

Moeilijkhed<strong>en</strong> met de prelaat van Tongerlo<br />

In de 18e eeuw kwam het herhaaldelijk tot botsing<strong>en</strong> met de abdij van Tongerlo. Immers, de pastoor<br />

kon niet de nodige geld<strong>en</strong> bije<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> voor het onderhoud van zijn kerk <strong>en</strong> pastorij. Meermaals<br />

verzocht hij om steun van Tongerlo, die de ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in <strong>Weelde</strong> opstreek. Wij kom<strong>en</strong> verder terug op de<br />

feit<strong>en</strong> die zich daarrond voorded<strong>en</strong>. De toestand werd tamelijk ernstig in de tweede helft van de 18e<br />

eeuw, to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pastoor in zijn dagboek <strong>en</strong>kele "Reflecti<strong>en</strong>" neerschreef: "Het lev<strong>en</strong> is hier duur", zo<br />

schrijft hij, "<strong>en</strong> wij kunn<strong>en</strong> de stad niet bereik<strong>en</strong> omwille van de grote afstand. Wij lev<strong>en</strong> hier zeer<br />

e<strong>en</strong>zaam aan de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van Holland. De kerk heeft te weinig inkomst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de uitgav<strong>en</strong> zijn te groot:<br />

miswijn, kostersloon, schur<strong>en</strong>, wass<strong>en</strong>, H.Olie hal<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z..." De "Regeerders" hadd<strong>en</strong> over honderd<strong>en</strong><br />

jar<strong>en</strong> reeds rekwest<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d om de kerk te reparer<strong>en</strong>. De prelaat beloofde tuss<strong>en</strong>komst <strong>en</strong> wat<br />

geld, toegewez<strong>en</strong> op de ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, maar het war<strong>en</strong> slechts kleine gift<strong>en</strong>. De kerk kon derhalve slechts<br />

onderhoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de kollekt<strong>en</strong> <strong>en</strong> offers. Sedert tweehonderd jaar had Tongerlo ge<strong>en</strong><br />

contributie meer betaald. Aldus had Tongerlo meer dan 200.000 guld<strong>en</strong> ingetrokk<strong>en</strong>, zonder de minste<br />

last te drag<strong>en</strong>. De pastoor zelf had daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> de herstelling betaald tot 1753. De grote klok had 2 à<br />

3 jar<strong>en</strong> niet meer kunn<strong>en</strong> luid<strong>en</strong>, omdat "het bellefort" verslet<strong>en</strong> was. In het jaar 1765 war<strong>en</strong> 3 grote<br />

v<strong>en</strong>sters bijna helemaal uitgewaaid. Het dak was zodanig verslet<strong>en</strong> dat het water overal doorsijpelde<br />

zelfs tot in het tabernakel. En als de pastoor zulks liet wet<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzocht om herstel dan werd hij niet<br />

aanhoord. Op bevel van de prelaat kwam<strong>en</strong> dan de provisors Hermans <strong>en</strong> Jacobs bij pastoor<br />

Smeesters, maar zij ondernam<strong>en</strong> niets.<br />

Enige wek<strong>en</strong> later kwam 's morg<strong>en</strong>s de provisor Hermans opnieuw. Hij zou mee naar de kerk gaan<br />

kijk<strong>en</strong>, want hij had glaz<strong>en</strong>makers meegebracht op de ram<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>. De provisor beschuldigde de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!