24.02.2013 Views

Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius

Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius

Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

met de prins van Oranje. Hij verzocht zijn ambt toch te mog<strong>en</strong> voortzett<strong>en</strong> voor wat de<br />

grondheerlijkheid aanging. "Mijn werk is wel verminderd", getuigt hij, "omdat de hoge <strong>en</strong> middele<br />

jurisdictie onder <strong>Weelde</strong> zijn gesteld". De verdeeldheid tuss<strong>en</strong> de abdij <strong>en</strong> de bezitter der hoge <strong>en</strong><br />

middele jurisdictie, wat betreft het gezag, was meermal<strong>en</strong> oorzaak van wrijving<strong>en</strong> <strong>en</strong> misverstand<strong>en</strong>.<br />

Hierover bestaan verschill<strong>en</strong>de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Het zou nog e<strong>en</strong> hele tijd dur<strong>en</strong> vooraleer de<br />

onderlinge rechtsverhouding<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geregeld.<br />

De toek<strong>en</strong>ning van de heerlijkheid aan de prins van Oranje was slechts voorlopig. Prelaat Stalpaerts,<br />

bevreesd dat de bel<strong>en</strong>ing van Ravels in vreemde hand<strong>en</strong> zou overgaan verzocht om zulks te<br />

voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> om alle problem<strong>en</strong> te vermijd<strong>en</strong>, de Heer Philip Le Roy van Broechem de bel<strong>en</strong>ing te<br />

do<strong>en</strong>. Deze aanvaardde in 1626 <strong>en</strong> betaalde hiervoor aan de koning 2000 guld<strong>en</strong>, die de prelaat hem<br />

had gegev<strong>en</strong>. Aan deze overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de prelaat <strong>en</strong> de heer Le Roy war<strong>en</strong> bepaalde<br />

voorwaard<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> Le Roy zou sterv<strong>en</strong> zonder wettige kinder<strong>en</strong> ofwel indi<strong>en</strong> zijn kinder<strong>en</strong><br />

niet war<strong>en</strong> "naer het contem<strong>en</strong>t van de prelaat", mocht de prelaat zelf e<strong>en</strong> opvolger aanduid<strong>en</strong> naar<br />

eig<strong>en</strong> believ<strong>en</strong>. De erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> van Le Roy mocht<strong>en</strong> hierteg<strong>en</strong> niet protester<strong>en</strong> op gevaar dat zij de<br />

2000 guld<strong>en</strong> prompt zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> teruggev<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de heerlijkheid zou word<strong>en</strong> afgelost, zoud<strong>en</strong><br />

ook de p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> aan de abdij terugkom<strong>en</strong>.<br />

Die verdeeldheid van het gezag tuss<strong>en</strong> de abdij <strong>en</strong> de bezitter van de hoge <strong>en</strong> middele jurisdictie was<br />

meermal<strong>en</strong> oorzaak van wrijving<strong>en</strong> <strong>en</strong> misverstand<strong>en</strong>. Zo beklaagde de secretaris van Ravels zich<br />

erover dat de schout van Philips Le Roy zich bemoeide met de verkoop van veldvrucht<strong>en</strong>, wat<br />

recht<strong>en</strong>s toekwam aan de prelaat als grondheer, <strong>en</strong> die moest gedaan word<strong>en</strong> onder toezicht van de<br />

meier. Dan zijn er nog getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de person<strong>en</strong>, die verklar<strong>en</strong> dat de meier <strong>en</strong> de<br />

schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van Ravels altijd gew<strong>en</strong>d war<strong>en</strong> in te staan voor de verkoop van rogschar<strong>en</strong>, met<br />

uitsluiting van de mann<strong>en</strong> van de Hoge Heer. Het op<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verkoop, wat geschiedde door het<br />

aanstek<strong>en</strong> van de kaars, kwam ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s toe aan de meier. In 1652 getuigd<strong>en</strong> de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />

Ravels, dat Jan Buycx, schout van Jan De Knuyt, de meier van de prelaat teg<strong>en</strong>werkte in de<br />

uitoef<strong>en</strong>ing van zijn ambt, nl. in verband met het man<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goed<strong>en</strong>is, in het aanstek<strong>en</strong> van de<br />

kaars bij e<strong>en</strong> verkoop van erfgrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> in het voorlez<strong>en</strong> van het keurboek. Hij heeft o.a. ook<br />

verbod<strong>en</strong> rechtszitting te houd<strong>en</strong>. Het zou nog e<strong>en</strong> hele tijd dur<strong>en</strong> vooraleer de onderlinge<br />

rechtsverhouding<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geregeld.<br />

Het latere verloop<br />

<strong>To<strong>en</strong></strong> na de Vrede van Munster de Hoge Heerlijkheid van Ravels in het bezit kwam van Amalia van<br />

Solms, werd ernaar gestreefd goed af te lijn<strong>en</strong> welke bevoegdheid de beide partij<strong>en</strong> bezat<strong>en</strong>. Door de<br />

raad van de prins van Oranje werd gevraagd om schriftelijk aan te duid<strong>en</strong> welke recht<strong>en</strong> de meier van<br />

de prelaat toekwam<strong>en</strong>. Om hierop met k<strong>en</strong>nis van zak<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong>, werd e<strong>en</strong> beroep<br />

gedaan op het advies van rechtsgeleerd<strong>en</strong>. Advokaat Mallants van Turnhout gaf zijn advies op het<br />

volg<strong>en</strong>d "Quaerituur". "Welke zijn de recht<strong>en</strong> die aan elke<strong>en</strong> toekome in die dorp<strong>en</strong> waar de jurisdictie<br />

verdeeld is onder verscheid<strong>en</strong>e Her<strong>en</strong>?"<br />

In zijn antwoord van 5 september 1663 zei Mallants dat reeds in 1572 op e<strong>en</strong> soortgelijk quaerituur<br />

was geantwoord te Brussel. Hij betoogde dan dat de jurist<strong>en</strong> <strong>en</strong> de costumiers uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de<br />

oplossing<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> over de verdeling van de jurisdictie. Uit verschill<strong>en</strong>de auteurs besloot hij dat de<br />

gewoont<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> plaats moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevolgd, alsook de plaatselijke interpretatie van de<br />

gebruik<strong>en</strong>. Na de algem<strong>en</strong>e besluit<strong>en</strong> gaf Mallants zijn advies op de verschill<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong> die hem<br />

war<strong>en</strong> voorgelegd <strong>en</strong> die waarschijnlijk betwist werd<strong>en</strong> door de twee partij<strong>en</strong>. Uit het oordeel van<br />

Mallants blijkt dat al hetge<strong>en</strong> de grond raakte toekwam aan de officier van de lage jurisdictie, op<br />

voorwaarde dat het niet gebeurde t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> gerechtelijke uitspraak of dat de reële zak<strong>en</strong><br />

niet verwant war<strong>en</strong> met personele, zoals bv. de belang<strong>en</strong> van wez<strong>en</strong>. Nog andere adviez<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

gevraagd, maar de antwoord<strong>en</strong> war<strong>en</strong> zeer vaag. Er moest klaarheid kom<strong>en</strong>. Zo ontstond dan<br />

eindelijk in 1669 e<strong>en</strong> onderling akkoord tuss<strong>en</strong> Amalia van Solms, douarière van Oranje <strong>en</strong> barones<br />

van Turnhout <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de prelaat Hroznata Crils van Tongerlo anderzijds. In e<strong>en</strong> eerste<br />

kapittel werd de staat van schout, meier, schep<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> sekretaris behandeld. De perman<strong>en</strong>te<br />

officier<strong>en</strong>: schout, meier <strong>en</strong> sekretaris behield<strong>en</strong> hun ambt. Na de dood van deze to<strong>en</strong> in funktie zijnde<br />

ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> de nieuwe officier<strong>en</strong> beurtelings b<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong> door de douarière <strong>en</strong> door de<br />

abt. De zev<strong>en</strong> schep<strong>en</strong><strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> aangesteld word<strong>en</strong> door de beide partij<strong>en</strong>. De eerste maal zoud<strong>en</strong><br />

er vier door de douarière <strong>en</strong> drie door de prelaat word<strong>en</strong> aangesteld, het volg<strong>en</strong>d jaar vier door de abt

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!