Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius
Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius
Weelde Toen en Nu - Heemkundekring Nicolaus Poppelius
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vergelijking van e<strong>en</strong> aantal heuvels heeft Modderman aangetoond dat heuvels met e<strong>en</strong> greppel die<br />
aan één kant e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>ing hebb<strong>en</strong>, iets jonger zijn dan de heuvels met e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> ringsloot. Deze<br />
laatst<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> Neolithisch zijn <strong>en</strong> de op<strong>en</strong> ringsloot plaatst hij in e<strong>en</strong> iets jonger omgr<strong>en</strong>sde periode.<br />
Te <strong>Weelde</strong> zou tumulus I dan de oudste zijn <strong>en</strong> spoedig daarop volg<strong>en</strong>d het primaire heuveltje van<br />
tumulus IV.<br />
Wat de podsolering betreft lijkt hier e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdigheid aanwezig te zijn. Immers onder het primaire<br />
heuveltje van tumulus IV was e<strong>en</strong> heidepodsol nog niet aanwezig, terwijl onder tumulus I hier <strong>en</strong> daar<br />
nog e<strong>en</strong> restant van loodzand was waar te nem<strong>en</strong>. Wij moet<strong>en</strong> daarbij echter rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met<br />
het feit dat tumulus I geheel was vergrav<strong>en</strong> <strong>en</strong> er van e<strong>en</strong> oudoppervlak niets meer was waar te<br />
nem<strong>en</strong>. Het was in elk geval e<strong>en</strong> zeer laag heuveltje ook voor de egalisatie. Het restant van de<br />
podsolering welke tijd<strong>en</strong>s het onderzoek werd waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> behoeft dus niet uit de tijd voor het<br />
opwerp<strong>en</strong> van de heuvel te dater<strong>en</strong> maar kan ook na het opbouw<strong>en</strong> van dit zeer lage heuveltje van<br />
bov<strong>en</strong> af tot op deze diepte zijn doorgedrong<strong>en</strong>. Alle overige heuvels hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schierzandlaag van<br />
ongeveer 30 à 40 cm. Als tumulus I voor de egalisatie niet hoger was dan 20 à 30 cm (<strong>en</strong> anders zou<br />
hij wel zijn opgevall<strong>en</strong>) dan kan de nog aanwezige rest van schierzand <strong>en</strong> oerbank dus gemakkelijk<br />
van bov<strong>en</strong> af zijn gevormd.<br />
De Drak<strong>en</strong>stein-urn in tumulus I is dan natuurlijk e<strong>en</strong> latere bijzetting. In ouderdom volg<strong>en</strong> op tumulus I<br />
<strong>en</strong> op het primaire heuveltje onder tumulus IV de drie grafheuvels die met e<strong>en</strong> paalkrans van<br />
dubbelpost<strong>en</strong> zijn omgev<strong>en</strong>. Welk van deze drie het oudste is kan niet meer word<strong>en</strong> uitgemaakt. De<br />
datum van het opwerp<strong>en</strong> dezer heuvels zal trouw<strong>en</strong>s niet veel uit elkaar ligg<strong>en</strong>. Wat de absolute<br />
ouderdom betreft, zijn wij hier voorlopig aangewez<strong>en</strong> op de poll<strong>en</strong>analyse <strong>en</strong> vergelijking met andere<br />
onderzochte heuvels in de omgeving. Voor poll<strong>en</strong>analyse kon alle<strong>en</strong> tumulus IV betrouwbare<br />
grondmonsters verschaff<strong>en</strong>. Het onderzoek gebeurde door Prof.Dr.W.Mull<strong>en</strong>ders te Leuv<strong>en</strong>. Bij zijn<br />
bezoek aan de opgraving nam Prof.W.Glasberg<strong>en</strong>, van de Universiteit van Amsterdam, <strong>en</strong>ige<br />
grondmonsters mee die door Mevr.W.Gro<strong>en</strong>man-van Waateringe werd<strong>en</strong> onderzocht. Doordat zij het<br />
stuifmeel van de berk niet bij de boompoll<strong>en</strong>-som optelde zijn de resultat<strong>en</strong> van dit onderzoek<br />
gemakkelijk vergelijkbaar met de in Noord-Brabant onderzochte grafheuvels waarvoor<br />
Prof.Dr.T.H.Waterbolk de poll<strong>en</strong>analyse verrichtte. Het meest overe<strong>en</strong>komst heeft het<br />
stuifmeelspectrum met dat van tumulus I van de groep grafheuvels bij Toterfout-Halve Mijl, geme<strong>en</strong>te<br />
Oerle. Ook het verschil met tumulus I B <strong>en</strong> met de Zwart<strong>en</strong>berg te Hoogeloon is niet groot.<br />
De Zwart<strong>en</strong>berg te Hoogeloon was reeds lang gedateerd in de vroege Bronstijd door e<strong>en</strong> nog zeer<br />
primitieve randbeitel. Poll<strong>en</strong>analytisch komt de Zwart<strong>en</strong>berg weer overe<strong>en</strong> met tumulus I B van de<br />
groep Halve Mijl die e<strong>en</strong> 14 C-datering heeft van 3450 plus minus 100, dus ongeveer 1500 v.Chr.<br />
Tumulus I B is overig<strong>en</strong>s gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> aantal na-bijzetting<strong>en</strong> van Drak<strong>en</strong>stein urn<strong>en</strong> die ook<br />
te <strong>Weelde</strong> als na-bijzetting werd<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong> <strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> veel voorkom<strong>en</strong> in grafheuvels die door<br />
e<strong>en</strong>, al dan niet volledige, paalkrans van dubbelpost<strong>en</strong> zijn omgev<strong>en</strong>. Ook tumulus I B van<br />
bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde groep had twee stel van zulke dubbelpost<strong>en</strong>. Wat het karakter der na-bijzetting<strong>en</strong><br />
betreft komt tumulus IV te <strong>Weelde</strong> overig<strong>en</strong>s sterk overe<strong>en</strong> met de Smaus<strong>en</strong>berg te Hoogeloon <strong>en</strong><br />
tumulus I van de groep bij Halve Mijl. In deze heuvels zijn e<strong>en</strong> aantal tang<strong>en</strong>tiale grav<strong>en</strong> waar te<br />
nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> tegelijk <strong>en</strong>ige Drak<strong>en</strong>steinurn<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van deze na-bijzetting<strong>en</strong> in tumulus I van Halve Mijl,<br />
e<strong>en</strong> graf met crematierest<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> boomkist, werd volg<strong>en</strong>s 14 C-methode gedateerd op ongeveer<br />
1325 voor Chr. Dit geeft misschi<strong>en</strong> vergelijkingsmateriaal voor <strong>en</strong>ige na-bijzetting<strong>en</strong> in tumulus IV te<br />
<strong>Weelde</strong> die ook bestaan uit crematierest<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> boomkist <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tang<strong>en</strong>tiaal rond de<br />
heuvelvoet zijn aangelegd. De na-bijzetting<strong>en</strong> van graf VIII <strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> van graf VII in tumulus IV te<br />
<strong>Weelde</strong> moet<strong>en</strong> iets jonger zijn. Het betreft hier gewone begraving terwijl het hoofdgraf uit<br />
lijkbrandrest<strong>en</strong> bestaat. Dit eig<strong>en</strong>aardig verschijnsel dat gewone begraving in e<strong>en</strong> grafheuvel volgt op<br />
e<strong>en</strong> oudere lijkverbranding komt echter meer voor o.a. in e<strong>en</strong> grafheuvel te Vessem.<br />
Modderman maakt aannemelijk dat deze gewone begraving<strong>en</strong> jonger zijn dan de andere nabijzetting<strong>en</strong><br />
met crematierest<strong>en</strong>. Hij zegt dat de aanleg van tang<strong>en</strong>tiale grav<strong>en</strong> in de rand van e<strong>en</strong><br />
oudere grafheuvel dateert uit de Midd<strong>en</strong> Bronstijd. Bij deze tang<strong>en</strong>tiale grav<strong>en</strong> treft m<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>s<br />
crematierest<strong>en</strong>, dan weer lijkbegraving aan. De lijkbegraving is dan jonger dan de bijzetting van<br />
crematierest<strong>en</strong>. Voor tumulus IV te <strong>Weelde</strong> volgt hieruit dat graf VIII <strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> graf VII jonger zijn<br />
dan graf II, IV, V <strong>en</strong> VI. Deze zijn natuurlijk weer jonger dan het hoofdgraf I waarvoor de heuvel werd<br />
opgebouwd. E<strong>en</strong> aanwijzing voor de veel latere aanleg van de grav<strong>en</strong> VII <strong>en</strong> VIII vormt misschi<strong>en</strong> ook<br />
de houtskoollaag bov<strong>en</strong> de paalgat<strong>en</strong> 30 <strong>en</strong> 31. Als deze laag is ontstaan bij de aanleg van graf VII<br />
dan moet de paalkrans to<strong>en</strong> reeds geheel zijn verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>.