Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

Neerlaf]
der onztn.
De Tarterhe-
looft
d'onz'n
byftan:.
Die
tniflukt.
d'Onzcn
loopcn
tot den
vyant o-
vcr.
ZEE en LA
even wei in kleine vaertuigen, en roeiden
djer na toe Dognaerdicn d'onfen
bloof in de vacrruigen Honden , en de
Sincfen in de jonkcnbcdekc waren,zoo
hadden d' onzen het doorgaens te
quaet: te meer al2,noecnigeoverzcilr
cngenoomen wierden, dies d* andere
na hunne fcheepen vlughten.
7" wee van onze fcheepen raekten
vaft. Het eene vloogh door herge-
duuriglifchictcn op, en het ander ver-
brande, d' Onzen verlooren by dezen
ongelukkigen fcheepsftnjt omtrent
hondeit en derrigh mannen:
raacr acn des vyants zijde quam veel
' meer volks re fneuvclen. Hierdoor
bleefde uitval te lande (leken.
Ook wicrc het volk en goet uit de
twee forten om de Noort gchjcit , en
ophetkafteelgebraght, u»t oorzaeke
de bezetting in het kaftceldagelijx afnam.
Inmiddels vielen verfcheide fchermutfelin^en
voor. De vyant,die2-oo
dociide ook wcinigh kon winnen , en
zimmaght verminderde, bcgoi] ook
teveflaeuwen.
Men ftuurdc, om denvyant des te
i ren
lijfberging ^
' onlede
ten
Hokficu jdie ecnige fcheepen en volk
verzoglit, om d' overige macht van
Koxmga tevcrdrijven : met belufrcn
van dacrna den onzen op Formoza {
met grootc magt te zullen komen hel- ]
pen.
N T R E I ^ E. 47
waer door de vyant ons zwak vcrmoogenen
alles verrtont. Zy rooiden met
een oukKoxingaop, om zig nu van
deze gclcgcnheit en zake te dienen, en
door dat middel een einde van de belegering
te maken.
Hy verzumde ook dien kans niet, Koxinga
maer quam met al zijne maght in lou- b< ftormt
maentdes jaers zeftien hondcrt twee ilf^zpj..
en zcftig op de Zanrplact , dacr hy drie landia.'
bolwerken deed cpwerpen,'en die met
achtentwintig ftukkcn gcfchutsftof-
fcren.
d' Onzen ziende den vyant zo dicht
onder het ka flcel de bol werken opfm ij-
ten , ftondcn daer door verlegen : wanc
zy wel bevroeden konden , dat die
voor hen het laetfte gerecht zou zijn.
Zy deden hun beft a;et het fchieten
uit grofgefchut en musketten, om den
vyant in zijne werken te ftooren : maer
die geen volk ontziende, ging daermee
voort , en fchoot datehjk met zulk
een gewelt op de wallen, datzyin'c
kort een bres hadden : daer zy ook tot
twecmael toe op ftormden , maer wier
den mannelijk, met grcor verlies,
c Wort
"' door Je
geflagtn. Dies het overalalsmerdo onzen
beter te bunnen uitharden , alle vrou
wen eii kinderen, en die geenen dicnft
afgcda,"-
den bezaeit lagh. Hier d( or begoften gl een.
zy te fehrikken , en het flormen ach-
konden dcen , na Batavia.
Op het kafteel ontfing men brieven
ter te laren , maer voeren geweldig met
fchieten voort: z»io dat tegtn den a-
van den Tancrfen ftadthouder van vonrdesanfche reduir plat gefchoo-
was , en de beh gcrden dacr geen
Hierop wiertjakob Kou ,
volgens
zijn verzoek, der waerts met drie fchepenen
twee fluiten gezonden, die van
alles , zoovanvolkals krijgstuig, wel
verzien waren. Doch hy ging na de
Piskadores , dacr zy met hert weer de
ankers verlooren : dies hy genootzackt
was drie fcheepen wederom na Teywante
ftuuren. Met de- twee overige
vertrok hy na Batavia. Dacr hy maer
paflelijk wellekom was. Zoo dat door
deze verhindering van den toght na
den Tarterfen ftathouder met viel.
Dewijl nu de belegerden van zoo
veel volks en krijgstuigh ontbloot wa-
ren , zoo begoften zy wederom te ver •
flaeuvven,en liepenzommige tot den
vyant over: onder andereeen ferjant, ) dien
meer h ddcn. Wacromde
ftucken vernageklen,en de Ion-
sen vier vacrjes kruit leiden, die
di^s nachts met een deel Sinefen opv!o-
gen. MenzeitKoxinga even voor 't i^-o^fuca
opvliegen daer op gaen wilde; maer ingevaea
door den overgeloopen ferjant voornoemt
weerhouden wa^: de hem
toonde, hoe gevaerlijk het was, op
zulke verfche werken, die eerft verlaten
waren, te gnen. Hier maekte Koxingaeen
groot bolwerk op een I eu-
vel, om het kafteel van daer platte
fchieten.
En wat tegcnweer de beleegerden
deedcn, zoo met kanon als granadcn,
de vyanden gingen met 't maken van 't verflcrk
bolwerk voort. Zy verhoogden na de ^'''^''"^"
kant de borft weering ,
brachten gan- béicgh,
fche pakken met linnen en gefchilderde
klecdcn, tot tegen weer, en war men
voorts kon by brengen. Zy waren in
nacht zoo verre gevorderc , dac