Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

XEE. en LANT-REIZE. 27^
kamelen en Kreeften
Men heeft *er allerlei flagh van gar-
nelen , en onder die ook in groocen
overvloet fteurkrabben, die op de rug,
saeghswij ze, gerant zijn. Ecnigen zijn {
ongemeen '
groot, en wegen de zes een
I
pont zwaer. Sy zijn zeer lekker van
ïmack en ongemeen gez-ont : waerom
zy den aemborftigen,en die bleet uit
de longen fpouwcn, een artzenye ver-
strekken.
Zee garneelen worden 'm het zout
water gevangen. De grootfle zijn een
fpanne langh, hebben fchildcn als de
hierlantfe garnclen. Uit de kop fchieten
verfcheide pennen : waer aen twee
zeer dunne en lange horenrjcs hangen.
Sy hebben een roodegcfpleete fleert,
en een vale kleur.
De fmack van de vifch isgoet en
zoet. Men kan met vijf of zes eengocdemaeltijt
doen,
Vliet-garnelen houden in het verfch
warcr, en 2,ijn van groote als onze zeegarnelen.
Sy zijn blaeuwachtigh van
kleur, hebben een fmalle kop en dik
achter-lijf. Voor uit de kop, die zeer
moelijk van geftalteis , fchieten twee
lange pennen , als draden. Dcfteertis
ftom. Sy zijn week vanfchulpen en
ook van vifch : waerom zy by d'onzen
niet begeert worden: maerd'inwoonders
eetcn die met groote fmaek.
In de zoete rivieren worden ook
kreeften gevangen, die in gatenen holen
, ontrent d'oefters, houden. Sy
zijn beter van fmaek en drooger van
Vifch als dezec-kreeftcn.
Zeefiarre.
De zee ftarrc is een wonderlijk en
Zeltlaem fchepfel met vijf takken, zoo
net als men die met een pengecl zou
kunnen aftekenen. Sy zijn uiteen ge-
Jen rootachtigh : ontrent een duim
dik, en hebben een dikke» herde en
bultige huit, en duizenden van beentjes,
die zich bewegen. In het midden
is eenc opening, daer zy ecnigh voet-
fel doortrekken, om te leven. By ftil
\yeer kruipen zy in zee: maer by hart
weer kleven 2,y elders aen , om van de
baren niet op'tlant geflingertte wor-
den.
Sy worden niet, noch hebben cenig
I
gebruik van fpijze of arr2:enyc;maci:
vvorden mecdj als iets lacrs, bezien.
Zee-kralben.
De zce-krabbcn z-ijn ontrent eert
r
^an
groot , fchoon van kleure y,
met geelachtige en zeer aerdigh ge-
spikkelde fchilden, en van achterera
grcenachtigh. Sy hebben drie purpe-
re ronde vlakken, daer witte ringetjes
omzijn. De fchceren zijn aen het lijf
uit den geelen , en dan wit,cn voor aen
fchoon en hoogh purper , met fchcrpc
klauwen, daer zy vinnigh mee houden
en geweldigh vaft knijpen. d'Ocgen
ftaen op pennetjes ,
wel een vinger
breet uit het hooft.
Daer zijn blaeuwe krabben , welker
zommige anderhalve voet groot, en
zeer fchoon van kleur 2,ijn : want het
fchilt is purperachtigh ract witte vlak-
jes doorzaeit, die allengs in flaeu verdwijnen
, als ofi'er op gefchildert waren.
De fchaeren zijn fchoon blaeuw
van kleur,en na't lijf toe purpcrachtif.
Hetfchildt is voor mee, als de voornoemde
krabben , getakt, d Oogea
ftaen ook op kleine puntjes, weleen
vinger languit het hooft. De voorfte
fcheeren hebben zeer fchcrpe takken
en klaeuwen : dies zy met voorzichtigheit
moeten aengetaft worden. Sy
worden in het zout water gevangen,
en zijn vol van fmakeiijkc vifch,
Daer is ook een foort van krabben,
fnelin'tloopen, en wat kleinderalsdc
andere : zy hebben ook d'oogen op
twee pennen, die meer als twee vinger
breet hoogh zijn. I n het loopcn zetten
zy die om hoogh, om beter van
haer te zien. Anders leggen zy ó\q
achter twee pennen neer, die zyaen
ieder zijde hebben, onder dun en bo;.
ven wat dikker, om die te bewaren.
Het fchilt op het lijfis gewolkt als
gemarmcrt. De fcheeren en poten
zijn purper van kleur en aerdigh getakt.
Achter hebben zy als twee ronde
blauwe fchiltjes, die met geelach-
tige kantjes bezet zijn. De vifch is
goeten zoet van fmaek. Men vind'er
op cenigeplaetfen, die heel groot zijn»
en veel vifch in hebben.
Daer is een foort van zcc-krabben,
van de groote, als de blauwe krabben
hoewel men die lichtelijk aen de kleu*
re