Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

Z E E- en LA
WagTiten,/?//)' Freyra tot overgeving
der vefting dwongen.
De Stedehouder van Schiras ^ met
Witnc Emanciilichan y was ten zei ven
tijde met vijfduizent man te Bandel,
of Gamron , gekomen : waer van hy
aenftonts een gedeelte in het belegh
der veiling vzn^eixome zond, onder
beleit van zi^en luitenant Emanku-
libey.
Ruy Freyra dan gaf zich over , met
beding van vry heit voor de bezetteiin-
gen, en zelfs voor d' Arabieren, die tot
byftant gekomen , en altijdt bcftandigh
gebleven waren , zonder de min-
fte lafhey t , geduurende het belegh , te
betoonen.
D'overfleof kapitein der Arabieren
was genaemt Emir^ (dat is vorft) Genedin
Alikamai Zemir xj^lahomet.
De krijghsbezettingjdaer over Ruy
Freyrain deze bezetting gebood , be-
ftont in ontrent tvveehondert Portugezen,
en twee honderten vijftigh Arabieren
, die de koning van Ormus
van Zulfa, op de kufte van Arabie gelegen,
doen komen had, dacrzy zeven
jaren te vore komen woonen waren,
na hetoorlogh van Bandel. Want
voordien tijt hadden zy in het gebergte
van Haniadi , in het lant van Mogo-
Jlan gelegen , hun verblijf gehad.
Waeromdeze Arabieren t'Ormusgemeenelijk
Hamadizas genoemt wor-
den.
Deze Arabieren bewezen voor de
Portugefen een ongemeenekloekmoedigheit,
in het belegh van êlueyxomCy
en deden eenige uitvallen , en daer
door vele Arabieren, diein's vyandts
veltieger waren, fneuvclen.
D'üngelfen kregen de plaetfe in
handen , en beloofden den bezettelingen
veiligh na de ftadt MaskateiO'p de
kufte van Arabie, onder het gebietder
Portugezen gelegen, te voeren,dewi)l
zy hen niet na Ormus wilden laten
gaen : hoewel tot grooten misflagh :
Daerdicn dit getal van onnutte volken
meer was om de ongemakken des
kafteels van Ormus te vermeerderen,
als verminderen.
D'Engclfen evenwel, uit vreze van
tijt te verliezen, zonden hen in twee
Patachen te lande op het eilant Ormus,
van waer zy recht na het kaftecl toe
liepen.
[
N T-R E I Z E. loj
Eer de Portugefe bezetting vertrok,
deed de veld-overfte der rerlianen,
die met eenige Soldaten der waert getrokken
was, alle d'Arabiers onthoofden:
onaengczicn d'acntugingen en
klachten, die Ruy Freyra aen d'lin-
gelfcn deed, van dat zy hun woort niet
hielden. Macr die ontfchuldighden
zich, met te zeggen, dat zy het niet
konden beletten :
dewijl deze Arabie-
ren te voore onderdanen van den koning
van Perfie waren geueeft. Aldus
wierden alle deze Arabieren gcdoot,
behalve vijftien oftw int igh, die d'En-
gelfe bootsgezellen verborgen had-
den.
D'Ovcrfte der Arabieren , Emir
Genedm, wiert voor de veltoverfteder
Pcrfianen gebracht, die hem door X