Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

5^/$ G E D E N K W A E R D 1 G E
lantfe. De bek is zwarten de h.ilsecn
weini>;h na den gelen trekkende. De|
rngh jVleiige's, bouten enftccrt , zijn I
-donker grjeu, met v/at lichter veeren !
' cemcni^c
! Dellcraof goluitis wat heefch^rjals
: anders is het onderlijf wit.
die vjn onzcganlcn: maer verfchil- j
Icn in fmaek van vlccfch , ea acrt wei- j
nighvanelkandrc. 1 Ookzijn depoo-
ten root. I
Men hecft'cr wilde , die op de rivic- !
ren houden,en ook tamme, die in huis |
opgefokt worden.
Roof-vogelen.
Men heeft op verfchciJe plactfcn
van Indien vele ftoute roof-vogcls,
als arenden , havicken , fperwers , en
veel ander dicrgelijk flagh :
derheit groote kickedieven ,
en inzon-
die veel
quaetsdoen, niet alleenlijk onder het
wiltgevogcltjCnbovenalopkorhoendcrs
en patrijzen : maer zelf op de
luiishoendersen kuikens, dacr zyzeer
litet na zijn : doch de hoenders, die
haren vyant wel kennen , maken , zoo
gau alszy hem zien , een y zei ijk geschreeuw
: wacr op alle de kuikens
komen loopen , en haer verkruipen,
zooalszybeftkonnen. Daerzijn'er,
die zoo groot en ftoutzijn ,datzyeen
jong vcrkentje in de klaeuwen vatten,
en daer mee deur kunnen gaen, en in
het bofch of op de klippen , daer zy
zich mcell: onthouden, verfcheufen.
Men heefc'er ook een foort, die zich
metuirgefpanne wieken, in de lucht
weten op te houden, en opde windt
zweven , zonder de wieken te verroeren
: maer (tieren zich met de fleert,
na hun believen, te recht.
Onder alle deze roofvogels , munt
in fnclheit zeker fperwer uit, diende
Sinefen Jin noemen. Hy is groenach-
tigh bruin op den rugh , en van borfl:
wat wit'er. Heeft rootachtige fnelle
oogen en een geelachtige bek, met
cenkrommccnfcherpehaek. Depooten
zijn ook geel , en met fchcrpc en
lange klaeuwen gcwapent, daer zyde
wapenloze veugeltjcs mee vervolgen
en in de lucht vatten : ja zelfs tot in
de huizen, en totbyen aen de men-
ichen.
'
Kokoy.
Kokov is een geflaght van reigers
. „ ..
maer veel (choondcr alsde hierlantfe.
Sy zijn voor geel en achter groen. Op
het hooft zsteenen pluim van fchoone
, die langs den hals afhangen,
veeren
Daeris weimglivleefch aen. üejon-
S^" hebben geen onfmakelijk vlecfch:
nraer d*oudcn taei , vifligh, en gantfch
nictaengenaem.
Kolibry.
Kolibry is het kleinfte vogeltje,
voor zoo veel men weetjdat gevonden
kan worden. Het is ontrent zoo groot
alseen keever. Het hcefc een fcherp
bekje, dat niet dikker als een groote
naclt IS, daer mee het zijn voctfcl uit de
bloemen zuight : hoewel zommigc
zeggen, dat hctmeell van den dauw
leeft.
Het heeft een byzonderc fchoone
kleur, als de regenboogh , of als de
vleugels van duiven of eenden , en
krjjght, zoo dikwils als menhetaen-
rocrt, een andere kleur.
Het maekt zeer behelidigh cca
vaft en fchoon nesje, vanvalleftoffe,
onder een tak van een oranje- of li-
moen- of karoen-boomjtcgcn het zuide
: om niet alleenlijk van het gezicht,
maer ook van de Ncorde wmt bevrijt
te zijn. Het leit eyeren als erten.
Noch is'cr een ander flagh ; hoewel
zoo fraei niet, dat fchoon zingt, en
naulix vierentwintigh aefen weeght.
Men kan dit klein beesje naulix hoo-
ren vliegen : want het maekt een geluit
als een draei wint. Men vangt hec
tuiTchen de handen en onder de heet,
alsde pennevogels of witjes.
Vogels ah hjJlerSi cf^iakke/s.
Indeboflchcn van Java vliegen by
fcholen vogels, als ly fters , en Zijn van
de groote als duiven: maer in dckleure
onzen quakkels zeer gelijk: doch
hebben een weinigh langer bek , en
geven ook by tijden een geluit , als de
quakkel gemenelijkdoct: hoewel het
van de ftcmmeen het geluit des quak-
kels zeer verfcheiden is, en gelijkt beter
na het vervacrlijk geluit, dat de
pittoois hier te lande maken.
DCZ€