Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

Nieahof
komc
een venfter open zetten , of alles is vol
ftof. De wint drijft dit zant als een
flof-wolk , nacrom hooeh. "Wanneer
dezen, byccnige tijden, in dit root
zantfchijnr, fchijntde lucht als in een
brandt te üaen, dat fchrikkelijk en
Vrecmt om te zien is.
Dit hoog gebergte veroorzackt ook
wonderlijke verandering in de jaerfaizoenen
: want bcnoorde de kaep
Komorijn is het in Gras, Bloei, Zomer
, Hooi en Herfft-macnt j winter j
en bczuide die kaep Zomer. Aend'eene
zijde hceftmenherde winden, donder
en blixem.en aen d'andere zijde ftil
en fchoon weer en een lieflijke zomer.
Op dien ti jt onthouden zich op dezen
bergh zware wolken , die daer op eq;i
hoopen, en flierke winden, die met eé'n
grote regen uitberften , of het met emmers
neder gegoten wiert : en met zuiken
water vloet, dat alle rivieren vol
raken, en veel zants mee fleepen: waer
door zommige rivieren voor eenigen
tl jr onbevaeibaer zijn.
Na ik de reize oyer het geberghte
had afgcleit, quam ik den vijfen twin-
^^eer te
Koyiang.
tjghften Van Grasmaent te Koylang :
al waer door de fl:erk neergevalle regen
alic velden blank ftonden.
tioetde Volgens genomen befluir, om de
lans lang ft*^ v"'^l kleinder temaken , en na de lant
verkleinen,
zyde met een heele en twee halve bol-
Trekt na
ZEE en LAN T-R È I 2 E. ip^
Menmagh dan te Toutekonjn qualijk ^^zr«ö/;É'/>' , op de befte voet, tot voor-
|
deel van deKompanjie , zou kunnen
I
xz Koylang bedienen.
werken te vcrlterken, liet ik alle hui-
zen , kerken en coorens , en wat ons in
de weegh ftont,af breeken,enalle hoornen
om verre houwen.
Ik deed ook dcrtigh duizent ftecnen,
van twee voet lang, en een voer
dik en breet houwen, die, van wegen
den arbeif,watkoftelijk vielen.In'tkort
wierden de groncvetlen tot deze nieuwe
zeeveiling uitgegraven,en defteen,
kalk en hout, van d'afgebroke gebouwen,
aengebraght, Voorts wierdt het
werk zoodanigh gevordert, dat ik den
eerftenftecn van den grontvcft:, den
eerden van Zomermaen t Icide , en da-
ghelix daer dapper deed aen arbeiden
en mee voortvaren.
OndertuflTchen ging ik meteen in-
Koetzijn. landtfch vaertuigh over Kalkolang^
na de ftad Koets^ijn^ om den Heer
Kommandeur Kolfter re fpi eken ,en
met hem cc beramen , hoe men de kantoren
van Koylangj Kalkolang en
Wanneer wy alles ovcrleidr en v^
gefleit hadden , vertrok ik van Koerzijn,
na ik myaidacr drie dagen opgehouden
had.
Onderweegbs overviel ons een geweldige
rtorm : waer door ik genoorzaekt
wiert het waterte verlaten, en op
het landt te vernachten, byaldien ik
niet vergacn wilde. De windt was zoo
felenhertjdathy boomcn uit d'aerde
fcheurde, en alles ter neer velde,wat'er
ontrent llont, dat niet byzonder vaft
was. Dit weer duurde den meefteit
nacht ; maer bedaeide des anderen
daeghs wat. Toen vervorderde ik
mijne reize, en 'quam den vierden dag,
na mijn vertrek uit Koetz^ijn^ te Kof"
langditn.
D'oorlogh was'er noch nier t'ecncmael
gc-eindight. Vecle volken
van den koning van Travankcor
rtorven van ongemak. De koning
was te Manfa/ji ; maer de koningin
onthield haer te Koylang.
Dewijl nu de Iprakeging, dat de
koning van Travankoor, die een groot
leger by een hadjzou af koriien,om die
van Kilkoiang oaverzicns in het landt
te vallen, zoo zond ik den onderkoop-
man Cherdevenne ymtt een brief van
den kommandeur Kolftcr ,
aen den
koning, om d'oorzake te vernemen:
waerom hy hen met zoodanige maghc
op den hals quam. Maer hy braght
van zijtjevoornaemfte hovelingen be-
fcheit, datniemant den koning fprc'iken
moght, voor hy zijne gewoonelijke
kerken- dienft in de pagode vaa
Soïrmal had afgedaen, dat al eenigen
tijt duurde. Midlcrwijle lagh het Ic*
ger ftil ,en wiert mets in d'oorlogh ge-
daen.
Ondertuftchen had ik te Koylang
alles weer op een goeden voetgcbragt,
en was daghelix met het ophalen van'
de nieuwe muuren doende, die reeds
zoo verre gevordert waren , dat zy een
goeteind boven d'serde waren, en
haefl: zouden voltooit en voltrokken
zijn.
Wanneer dat zou gedaen zijn , v^as
mijne meening, om als dan na het va-
derlandt te vertrcl