Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

Sterkte
bcvocli-
icfi.
en vero-
vert.
ZEE-enLANTREIZE é^
gon dcvyant geweldighmet grofgc- j
fchip aen fchip} genocgh te doen,
fchur, uit deftcrkten aen d'oofl:- en zoo met afkappen van hunne an-
weft-zijdc, op d'onzen re fchieten; kers, als mede met fchuiten en boota
hoewel met weinige fchade. Dies men over ftuur te boeghfcheren, hun zel-
geraden vond, dichc voor d'eerltc ven te redden, en den brandt t'ontwij-
iierkte te korten.
Eindelijk raekte door dit fel fchie-
ten hun buOe- kruit in den brant , en
quam daer door 's vyandcs grootfte
fort te fpringen : wacr door ook ee-
nige huizen daer ontrent in den brant
raekten.
Hierop befloten d'onzen, met de
jaghtcn LJIocnieadael, Koukerken, en
de Kat , voor de gemelde fterkte te
korren , en dicht onder de wal , tot op
een piftool-fcheut, t'ankereii: daer be-
neiïensdie met kanon en klein fchietgeweer
zoodanigh te benauwen , en
af te matten, datxy op het veilighfte
onder des vyants eigen gelchut zoudenkunnen
landen, om tot inneming
van die fterkte, en verdrijving des vy-
ants te dienen. Gelijk zy ook, na een
hcfcigh gclchiet van wederzijden,
dezelve fterkte veroverden, en daer
in tweeentwintighftukken gefchuts,
zoomctalealsyzere,met eenighoorloghs-tuigh,
vonden.
Voorts verbleven d'onzen den
gantfchen nacht in dezelve fterkte,
bezetten die met fterke wacht, en
keerden d^telik het gefchut lant-
waerts , t'hunner befcherming, na den
vyanttoe.
De vyant deed evenwel noch een
aen val op d onzen , doch wiert met
kloekmoedigen v/ederftant te rugge
gedreven.
D'onze kregen indir gevechteenen
doode, en brachten dien gantfchen
nachten nacht zonder flapcn door.
's Vyants ^^ vyant zond op d'onzen ook vijf
branders of zcs verfchrikkelijke branders, ge-
dè'^iHéxe "i^ckt van huyzen op vloiten , van
af. zeer groote en 2,ware balken en bambocfcn
in 't vierkant, aen den anderen
wel vaft gehecht ; waer van het groot-
fte gedeelte ruim de breette der riviere
bcftocgh. Zy quanicn fel op
onze fchepen , al brandende , afzakken
: en hadden het jacht Bloemcndael
en Koukerken , als ook de Kat,
(leggende in cene halve mane : te weten,
Blccmendacl, en Koukerken,met
hunne boeghfprieten aen den anderen
, en de Kat achter Bloemendacl,
kcn. Evenwel quam noch een brander
het jaght Moluko voor deboegh
drijven : waer door deflelfs boegfpriet
reeds in den brant raekte -, doch wierc
eindehjk noch door behulp van fcliui-
ten en boots on tzet, en de brant gefl i ft,
zonder nochtans merkelijke fchade te
bekomen.
Voorts dreven de branders de ri- Doen ge*
viere vruchteloos af, en verdwenen in"^ '^'"'^«
rook.
In deze fterkte quamen over de
dertigh Javanen te fneuvelen : waer
onder d'oude ^ey , lommagen
Nadapen Radja, beneftcns zijne twee
zoonen , die noch des anderen daeghs
in de de ftad begraven wierden.
Den elfden , des morgens met den srerkte
dagh, wiert ook de fterkte Matha-^atha-
poura verovert :
Cii daer in een getal
^eiowtl
van vier ftukken gefchuts gevonden:
waer van de gevluchten vier inde ri-
viere geworpen hadden, die d'onzen
daer weer uit haelden.
Den gantlchen dagh wiert met het
affchepen van gefchut en krijghs-tuigh
toegebraght.
Des namiddaghs ftaken d'onzen, Eiianc
met acht compagnien zoldaten ^ombara
, na
verovert»
het eilant Kombara over,datdie vrees-
achtige en verflagene menfchen zeer
verwerdclijk, als hopeloos, verlaten
hadden. Het verwonderli jkfte van al-
len waSjdat die volken zich zoo licht-
veerdelijk uit zulke ongeloofl'elijkd
valligheden lieten verjagen.
In die fterkte veroverden d'onzen
twalef ftukken gefchuts : waer van
eenige door de vluchtelingen in putten
en modder-poelen geworpen wa-
ren ;
die d'onzen evenwel daer weef
uit haelden, en aen boort braghtens
bencffèns weinigh oorloghs-tuigh.
Des niet tegen ftaende , hadden ólc
van de ftad Paümbang , in wiens ge-
zightdit alles gefchiedde, het fluitje
de Waghter, (^leggende geankertby
het in de gront gezonken jaght Jak-
katra) in het gezight van d'onzen , in
den brandt gefteken, entothctwater
toe vernielt. Ook deden dcgevluchten
de« avonrs, met een donkere en
I 3 harde