Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

ZEE en LA
Deze vogel is zooUoutvan natuur,
dat, wanneer hy , in de kou gefloten
zijnde, niet in de zon gezet , en onder
hem zant in de kou geftrooit wordt,
machteloos wort, en gevaer loopt van
tefterven: waerom hydesnachts,en
by zonnen ondergang, zich in de
ftammen van de boomen in malkan
deren rolt, en raet zijne vederen be-
dekt. Maer wanneer de zon opgact,
dan zingt hy aenftonts, en kan zijn ge-
luit cenige fchreden verre gehoort
worden. Dies deze vogel te recht met
zijn geluit voor een m'^rgen wekker
dienen kan, omiemantvrocgh , met
zonnen opgang, op te wekken.
fakkels.
De quakkcls zijn'er byna van grote
als d'onze, hebben op dcnrugh brui-
ne, en acn den borft blaeuwachtige
veeren. Hetoverigh lijfis met bruine
veeren gedekt. De bek is geel en de
pooten voor met drie klaeüwen, en
achter met een bezet.
Zy qujkken niet , noch geven geen
geluit : maer worden alleenlijk voor de
keuken gevangen. Het vleefch fmaekt
lekker en goet.
Rijsvogels.
Rijsvogels zijn van de groote, als
een hoen; maer wat langer op de beenen
, en hebben heel lange klaeüwen,
en bruine veeren op hot ]ijf,cn een root
kopje. Zy eeten gaernerijs, daerzy
ookbyd'onxen den naem van voeren,
en fmaeken lekker, byzonder alflè ge-
braden zijn.
Fefanten.
Men vint ook opverfcheideplaet-
fen van Indien fefanten. De fleert is
langen fpits. Het vleefch fmaekt gebraden
lekker. Zommige zijn fpier-
wit voor op den borft , en om d'oogcn.
'Pennevogels.
Pcnnevogels zijn'er met menighte,
en van verfcheide kleure en groote.
Zy hebben voor een lange bek , die zy
opkrullen, en, alszy willen, uitdoen,
om hun voetfel uit de bloemen te zuigen.
Lenige zijn wonder fchoon van
kleur, en met blaeu, wit en zoo hoogh
N T-R E I Z E. 287
root gefchakeert, dat geen fchilder
met de pcnceel zoodanigh die zou
kunnen vertoonen.
Zy zijn ontrent, met uitgefljge
vleugels, een hantbreet groot. An-
dere hebben grooter vleugels en een
dik lijf, envoortweepluimtjesop de
kop.
Houtduiven.
De houtduiven zijn ontrent van dé
groote, als onze tamme duiven, en op
den rugh bruin gcfpikkelt. De buik is
wit, de borft purperachtigh, en de poten
rootachtigh. Zy zwijmen wonder
wel in fatfoen na de tortelduiven, en
korrekotten, als onze duiven, Zy onthouden
zich in dichte bofTchen , en
worden zeer , om hun goet en vet
vleefch, begeert.
Zommige houden hen in hokken,
en maken die zoo half tam. Sy paren
dan ook, en tcelen voort.
De meeftc fpijze is rijs.
Lory.
De Lorys zijn ontrent zoo groot als
depapegayen, die men in Neerlandc
ziet; maer geweidigh wonder fchoon
en hoogh van kleur : want de borft is
hoogh ront, en de krop met gele veren
doormengt. De vleugels zijn fchoon
groen , en her hooft boven blinkend
zwart,endebekgeel.
Gene vogels zijn'er , daer d'Indianen
meer van houden; want zy geven
bywijle voor ecnen derrigh rijxdael-
ders. Zommige ieeren zeer duidelijk
verfcheide talen fpreken
Zy zijn ongemeen maken tam, en
vliegen de nienft hen op ftraet na.
Men vint'er verfc-lieide foorten, die
groote en lange fteerten hebben , en
eenige van drie vierendeel ellen lang,
die men Indifche ravens en Kakkataus
noemt. De buik is geel en de rugh
blaeu.
Men heeft'er ook fpierwitte,mctcen
geele kuif op de kop,die zy, wanneer-
ze boos Zijn, recht over eind weten te
zetten.
Daer zijn ook zekere vogels , als
onze exters of lijftcrs van groote en ge-
ftalte, die veel duidelijker en netter
eens menfchen ftem nabootfcn, als een
pape-