Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

15'onzcn
trekken
oitiKranganoor
te vero-
veren.
ii8
G EDENKWAERDIGE
de kleine vacrtiiigen, die overgcble- j dicht acn de wal, dat wy vreesden
ven waren. Aldus ging deze (lorm
over: hoewel niet zonder grorefchadeaen'tkrijghscuigh.datinde
kleine
vaei tuigen was, te lijden : doch alle de
grote fchepen wierden behouden.
Den vierentwinrighllen wierthet
dat in
garnifocn of kri jglisbezetting ,
de veroverde ftad Kolung tot bezet- 1
ting bleef, en in zes hondert en drie en
zclligh koppen, zoo foldatcn als ma-
trofen,beftonr, van alles voorzien.
Daerover wiert het bevel aen kapi- 1
vijf
of hec ceni^h onheil zou mosen we-
dervaren. Dies zonden wy een vaer-
tuigh , met twinrigh Soldaten , na het
jaght toe, om het t'ontzetcen of het
noot was.
Den eerften van Loumaenr,dcs jaers
zeftien hondert tweeen tzeftigh , had-
den wy des morgens met den dageraec
de ftad Koetzijn ontrent een myle van
ons , en raekten zoo dicht aen de wal,
dat wy de waght hoorden. W^y zagen
Ichepen leggen , die hunne ftea
teinKoxendcn onder-koopmanjur- gen gelchctcn hadden. Het voorfte
Hcndrix
die
gen ticnürix vv illing , gegeven
alles zouden waernemen , terwijl ik
mede m de belegering van Kranganor.
moft gacn.
Tcgensden avont vertrok de Heer
vanGoens, met hecfchipde Nooteboom
en Vüclant, na Kranganoor.
De KommandcLir Gotske zou met
de reft volgen. Voorts deden wy ons
ben:,om'trchiphetRaethuis te her-
ftellen.
Den vijf en twintighften was het
roer van het Kaethuis weder vaerdigh.
Maer ik bleef acn landt met de Heer
Gotske, ter rijt toe hetboskruit, dat
inhetRaethuisen andere fchepen nat
geworden was, wederom aen lant gedrooght
was.
Wy verllonden,datdeNayros van
de Portugcfen geltontfangen hadden,
om tegen d'onzen te vechten. Wel
hadden die het geit aengenomen-.maer
gingen deur , als het daer op aen quam,
en lieten de Portugefen alleen m de
ftadt Koulatig : dies zy des namiddaghs,
wanneer wy gelant waren , ook
deurgingen : als verhaeltis.
Den negen en twintighften gingen
wymet het fchipde Beurs t'zeil , om
de vlootte volgen.
De Malabaren zonden eenen expreflen
en begeerden , dat wy tot des
anderen daeghs zouden blijven : het
welk wy zelts aflloegen , om ons met
zaken, die daer na wel konden gedaen
worden, niet op te houden
fchip liec de Engelfche vlagh vvaeien.
Wy quamen noch, met goeden
voortgang, dien middagh op de ree
voor de riviere Falliport , en voeren
des anderen daeghs , met alle de vaer-
tuigen vol volks , en met een boot met Lnndea
*"" ''°"'''
kruit en loot, en twee velcftukjes,recht
op het lant aen.
De vyant deed verfcheide fchooten
met kanon uit de ftadt A^r^^w'^^^^ööri
doch zonder eenigc fchade.
Wy hadden ons in drie quartiercn
ofoorden neergeOagen , om alles da
te berer te bezetten. Des volgenden
daeghs kregen wy tweelaften njs , en
tweemefale ftukkcn, en daer na alle
onze freyn en behoeftigheden,en hielden
de ftad aen de lantzyde,en ook aen
rivier-zyde zoodanigh bezet, dat'er
niemantinnoch uitmoght. Wyftelden
ons met alle maght aen 't graven,
en braghten in 't kort onze loopgraven
zeer dicht onder de ftad, en drongen
met gewelt aen om de ftad te naderen :
het welk de vyandt met Ichieten uic
musketten en grove ftukken trachre te
beletten: daer zy vaerdigh mee wiften
om te gaen , met fneuvelen van verfcheide
van d'onzen.
Onder andere wiert zekeren foldaet Wonder-
de gantfche fchoudcr met den arm ''llftfurc
weghgcfchotcn , die evenwel , op be- v.in een
vel van den Heer van Gocns, door den '°'''^"*
wondmeefter verbonden wierf, die tot
myzeide: T)eiJi)ijlhy toch moet fter~
ven , zal ik hem iet ingeven^ om dege^
Des volgenden daeghs waren ^f^' voeltjkheidt zijner pijne'u;at'i:;egh te
voor KalkoulaTig. Het opperhoofcj wwf». Als hy in mijne tegen woordig-
•quam aen ons boort met ccn'i^t ver- heit op diergelijkeope wonde een plet
verfching, diewyaennamen. fterleide, vraeghde ik den foldaet,/?*??
Den een en dcrtighftcn gingen wy /^^^/x'ö^r.Hyantwoordemctecnftatig
langs den wal tzeil,en lieren het anker gelaet : Alwel, tk bevoel my niet qna-
valten.Een vanonfejaghtenraektcfoo Ujk, Macrdcez rampzalige men fch,
die