Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

InJiaen-
fchcHei- ligen.
82
GEDENKWAERDIGE
te zijn; want hy befl.iet met zijne ken>ja,(hctisfchandemenhctzeidf,)
takken, die weder tot wortelen en hunnemannclijkekden zeer nederig
j"inge boomen worden , ruim zes hon- te kuflen : zonder men een ige beweedeiten
vijfcigh voeten.
ging of gevoelijkheu in hen btTpeurt:
Wanneer d'ingezetenen of vrcem- want die daneenige beweuenis duer
mede quamen te maken, ofeenigege-
delingen zich willen gaen verluftigen
, dan gaen zy na dezen boom toe, voelijkheit te toonen , zouden voor
en rechcen dacr onder kleine gaftmalcn onheiligen en onkuifchcn gehouden
aen: om zich onder zijne fchaduwe worden. Maer zy zien ten tegendcele
voorde hete zonneftralen te verbergé gene menfchen aen , en verdraeicn
Het graf is mer een huisje of Pago- Id'oogen op ecnc vervaerlijkc wijze,
de overnmmert,daer in nachten dagh, i
niet anders als of zy verrukt waren.
onder een zijde verhemelt, eenige j Zy leiden alle een geftreng en
lampen hangen te branden. hert leven, en mergelen htt lichaem
Degront is met gebakken ftecn be- 1
leit, enaenwecrzijden met 2,itbmken 'j
te zitren is
D' Indianen koomen daer veele
ofFerhande doen : inzonderheidt de
Siogs , anders Goegys , Gioghi , en
JoeghiyCn op Arabifch , en by de Mo-
ren F^ï/^/W geheten. Het is een fl^gh
vanBenjaenfc Heiligcn:of willen zich
daer voor altoos gehouden hebhen
Het is een van de vier hooft fekten
der Indiaenfe Braminos: wantin vier
hooff- lekten /ijnde Braminos verdeilc.
D'ecrftc is Cenrawaghi : de tweede
San:arath : de derde Bisnnu , en de
vierde deze Sif^gs^ of Goegys.
Zy ziften l.ings de wegen, met de be
nen kruislings onder her lijf, na de
JVlüorfche wijie. Zy korren noit de
nagelen, maer laten die door malkan
deren walfcn, dat vervaerlijk te zien
is. Ëenigen hebben verwarde vlechten
van vierof vijfvoeten lang,achter aen
het hooft. Anderen fcherennoit her
hair van bacrtof hooft af. In 't kort,
zy zien'er zoo yzelijk en vervaerlijk
lilt, als men eenige nare helfche gee-
ften of duivelen zou kunnen affchil-
deren.
Zy mogen gene eige huizen hebben:
maer flapen des nachts in de kerken of
inde portalen der kerken , of op vuilnis-hopen,hoeken
der flratcn.of inho
uit, met verfcheidcfligh van boete, en
en vreemde en onnatuurlijke gebaer-
gemaekt,die alle zeer neten fchoon jdencn geftalten des lichacms aen te
geh'iuden worden : dies het in de dich- j nemen. Zommigen gaen in donkere
te (chaduwe aldaer zeer aengcnacm holen of kelders zitten, dacr geen licht
in komt, als door een klein gat. Zy
blij en daer eenige dagen in, by wijlen
lencnl'pelonken. Zy gaen ofzitten al- j
negen of tien, zonder eeten of drinken
, mer grooten aendacht.
Zomniigen, tot meerder boetvaer-
dighcir , gaen altijt, eenige jaren lang
zonder dagh noch nacht te Itggen.
Wanneer f\ nu willen flapen,dan hangen
zv zich by een touw om den midd.
1, aen tenen boom.
Anderen hcuden hun leven lang, tot
aen hunne doot , in het zitten of m
her gaen , d'armen bü\ en het hooft,
in de lucht, recht opgerteken: waer
door in de gewrichten allengs zooda-
nige herdigheden ontftaen , dar d'armen
aldus begroeien , en niet meer
kunnen necrgehogen worden. Zy blij-
ven nacht en dagh,zomer en winter, in
diegeftalte, gantfchnackt, en weten,
zonder regen en hitte der zonne te
fchuwen, het fleken der muggen uit te
ftacn, zonder zy zich van hunnehanden,om
die te verjagen, kunnen dienen.
Wanneer zy eeten of drinken
willen, dar wort hun van anderen , met
groten y ver en aendaght, indemonC
geftoken. Wanneer zy zich te flapen
leggen, houden zy noch d'armen in de
zelve geftalte uitgeftrekt .• het welk
ongetwijfFelt een der grootfle pijnen
entoimenten is, die het menichelijk
tiji , zoo binnen als buiten de ftadt, lichaem zou kunnen uitftacn. Zom-
inoeder-naekt, met een kleetje alleen migen vallen de handen uit zwakheic
achter over op den rugh: naerdicnzy
om den middel |
D'lndiaenfchc vrouwen vervoegen d'armen , diedoor gebrek van voetlel
zirh likwilsbvhen, uit aend;icht,om luitgetecrten uitgedrooghc zijn ,
U'einden van hunne vingeren aen te ra- imecr buigen konncn.
niet
Men