Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

jo
GEDENK WAËRDlGE
harde regen-bui, noch drie heftige i
devlughtftaken. Waer doord'onzeJi
acn vallen op d unzen,\vaei- by zy twee gelegenthcit kregen , eenige opening
doodcnenzes gcquetdenbequamen: 1
in de pagger van hunne toegcmaekre
:
dicsde vyantdiengantfchcn nacht die jfchietgaren te maken , en zich daer
flerkte in geduurigen alarm, en \va- binnen te begeven. Gelijk ook d'Adpenkrcct,
niet het fchiettn uit grof ge mirael vander Laen , 1 ruytman, en
Ichuten muskettenj hield.
kapitcynHarman,metdc troepen, ge-
Den twalefdenen dertienden wiert, fchaerc in drie parthycn, rcrflad in-
met het laden van grof gcfchut, en ftrcefden, en zich tegen den vyant 'm
krijgstiiigh, toegcbragln.
flagh-ordc ftelden.
Na dan uit de drie veroverde (lerk-
ten , als Bamagangan^ Mathapouta en |
weer
De vyant bood mannelijk tegen- ,
, viel met een goet gedeelte, on- trcfckcn
.^/ tot meerder verfterking,
een zeer fmalle en modderige
barm.
Na men evenwel verder en verder I
onïen
krijgen : gelijk zy ook toen met alle
macht weder landden , en ter ftad in ^'^^^'
trokken : dien de ftedehngen eenigen dezelve,
tcgenftant boden, niet zonder veel
bloets vergieten, aen d'eeneen d'an-
dcrezijde: maer de vyant wicrd aen-
ftonts door d'onzen opdc vlucht ge-
opgedreven was , keek d'Admiracl dreven, en week ter ftadt uit, te lan-
zckere hoek af, die«en 't uiteinde van
de gemelde pagger lagh : alwaer
men gantfch geen gefchut meer kon
dewaert in.
Des koninghs palcis wiert aen de Dcskovlamme
overgegeven, dat ongemeen "'["•"'
zien , noch opkgCne kanon-fcheuten met allerlei flagh van oorloghs-tuighmbrant.
van daer ge waer worden. Op die hoek 1
Wortbc- vielen donzen met alle maght aen: te i
flormt.
vvetcn, in een zeker klein fpruitje , dar j
langs de dwars pagger, met een floot, ' ten
ofgracht, met een fmalle barm, heen
liep.
Aldaer geland r, raek ten, met het
werpen van hant-granatcn , door des
vyants eige fchietgaten, al de huizen
daer ontrenr in den brant. Dies acn-
Üontsd'inwoondcrs van dien oort op
voorzien was. Dies het ongelooflijk
fchijnttezijn, dat die ftad zoolichc-
veerdighlijk van dat fiere volk verla-
wierd. De koning zelf gaf al het
geen, dat hy in lange jaren, rot 's rijks
befcherming , by een gebracht had,
ten befte.
Men vocht'cr hant aen hant: zelf
Van der Laen velde twee vap de
voornaemfte §luey Ndbeys ("die wel
de meeftc roervinken van de gercze
ge-