Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

Z E E- en LA
een groote mcnfghtebloets uit : hoewel
mecgrooter lchiik,als gcvaer.
Cwira.
De vogel Gwira is van twccderlei
flagh , en beide wit , met bruine veeren
gefchakeert. d'Een heefteen rooden
buik, en d'andcr een blaeuwe ftccrt,
met een lange veder daer in : het welk
in het vliegen vreemtom te zien is.
Toero.
Poeroisecn langen fmal veugclrje,
niet dik, en, met de fteert en bek, meer
als een fpan langh. De bek is lang en
kromachtigh , en de fteert als die van
de vogel Guira. Het heeft blaeuachtigeveeren,
met geel gemerkt,en kleine
pootjes. Het keft by mieren.
Krop-vogels.
Men vind op Java ook kropvogels,
van fatfoen als een gans : maer veel
grooter. Zy hebben onder aen de bek
ccn groote krop hangen, die zy in en
uit kunnen trekken , en daer in, m het
viflchen, veel vifch verbergen. Zy
hebben toevoeten als de zwanen , om
de viflchen te kun nen nazetten , en een
krommen hoek voor aen de bek , daer
zydezelven wel vaft mee kunnen vat-
ten.
Zy zitten in deruighten ,en loeren
op de vifch met zulken y ver, dar zy te
mets, eer zy het weten, gevangen zijn.
Zy zijn zeer happigh na aes , en flokkcn
levendige oefters in. Als die dan
in de krop beginnen te gapen , zoo
fpuwen zy die uit, en halen'er de vifch
uir.
Zy konnen een lelijk geluir maken,
en houden veel op het cilandt Ding-
ding.
Eenden.
Overal door gantfch Indien worden
eenden met groote mcnightc gevonden,
en verfchillen weinigh in gro-
teen fmaekvande hierlantfe eenden.
Zy zijn bruinachtigh geel van kleur,
zwart van bek en pooten , hebben een
kuif op het hooft, en een dikken buik.
En gelijk de Weftindifche eenden de
borft en krop om lacgh hangt , zoo
gaendezetentegendelebyna met den
N T-R E I Z E. 285
borfl: recht op, als dcpinguwijns, en
fchijncn van verre of zy kleine dwergjes
waren.
d'Eenden willen in Indien niet wel
aen het broeien, ter oorzake minchicn
van d'overgroore hitte , ó'iq in hec
broeien zeer laftigh valt. Dies is men
genootzaekt,d'eyeren onder de hoen-
ders te leggen ,
of ind'ovensenpeer-
den-miftuit tebroeicn.
Het vleefch van de welgevoede
is niet ongezont.
Wolbekken.
De wijtbekken zijn alzoo van wcge
hunne wi)de bek gcnoemt , die hen
heel onder het oogh heen komt , en
hebben naulix de groote van eene
duif. Zy zijn vael van kleur , zwart
van vleugels , en om d'oogen en onder
de bek wat witachtigh.
Zy vliegen met mcnlghfe in 't wilt,
en worden ook veel gevangen en dagelix
te Batavia aen de mar kc te koop
^ebraght en verkocht : want zy heb-
ben zeer fchoon en goet vleefch.
Strant looiers.
De ftrantlooper is een geflaght van
fnippenjen van groote, als onze hout-
fnippen. Zy hebben groenachtige gele
veeren , met zwart doormengt : en
worden daghelix te Batavia aen de
merkt gebraght en verkocht. Men
eet hen gebraden en gezoden, en fmaken
byna als houtfnippen.
Tortelduiven.
De tortelduiven zijn wat kleinder
en geelachtigh graeu van
als d'onze ,
kleur. Zy hebben een zwart flaghvee-
ren in de vleugels, en een zwarte {kczrt
metwitte veeren gemengt, en zijn onder
den hals wat helderder van kleur.
De borft is wat rootachtigh.
Zy onthouden zich met grootp menighte
ontrent de rijsyelden, én hebben
vet en goet fmakelijk veefch , als
het gebraden is.
Ganfen.
d'Ooftindifche ganfen zijn veel
fraeieren grooter als d'onzenjen zwij-
men wat meer na de zwanen :
want2,y
hebben veel langer hals als de hier-
IS n 3 lanife