Johan Nieuhofs Gedenkweerdige Brasiliaense zee ... - Sabrizain.org

ZEE- en LA
macl ecnc ftreke van een en deitigh
mylen afgeleir. Aldaer fcheidc de
Goutvink van den Boogli, en vervorderde
xijnereize na Mauritius. Des-',
gelijx vervolghdende Pijl en Booghi
hunne rcize : hoewel de Pijl den Boog, |
om zijne welbezcihheic , gedadigh I
mofb inwaghten : naerdien die de\
Pijl niet volgen kon.
Den twintighflen zagen zy het ei-
lant Madagaskar, dat binnen 'slandts
hoogh en berghachtigh is, en waren
ontrent drie mylen buitenden wal;,
zonder gront te kunnen peilen.
Zy zeilden voorbyeen uitftekende
hoek,diezich als een eilant vertoonde.
Aen den wal ziet men klippen , en
wert , een myle buiten den wal , op vijf
en twmtigh vademen gront gepeilt.
Daer by leidt een rif ,dacrhct hert op
brant en de zee , met groote ftorting,
geweldigh opaenracfl:.
Des vooormiddaghs flicrf Johan
Nieuhofsjonge , met name FranS) geboortigh
van Ongele , op de kulb van
Koromandel gelegen.
Zy waren op vier entwintigh graden,
en moften, uit oorzake de wint
des nachts uit het lant quam, afen acn
den wal houden, en wierpen.dichtaen
den wal , op veertigh vadem grondt
macr hadden twee of drie mylen bui-
ten den wal genen gront.
De Boogh z.eildc langs den wal , en
de pijl vooruit.
Den twee en twintighften vonden
een halve myle
zy een klein eilantjc ,
van de wal , daer de Pijl het anker, op
zeventien vadem, liet vallen.
Zy gingen, alz.oo men na de icewint
moft waghten, met de boot uit
viflchen,cn quamcn met twee vaertni-
gen, daer eenige zwarten in waren,
wederom van het lant, die wat kokos- I
noten en water- limoenen mcebragh-
ten.
D'onzenverftondenuir eencn, die
een weinig Engels fprakjdat de Boug,
die voor uit gezeilt was, indebay van
Augufti jn, aen het eilant Madagaskar,
ten anker lagh. DerwaertsdcPijl ook'
'
natoezeildc,en vond de Boogh in de
'
rivicre, voor cencilanrje, ten anker
leggen. I
Aen de riviere vertoonen zich twee
witte hoeken.
De ^warten braghten den onzen
j
N T- R E I Z E. joy
wat kalabaflen , kadjang en boontjes,
en beloofden ook flaven te brengen.
Dies Hugo en Johan Nieuhof desanderen
daeghs acn landt traden , om
te zien , wat'er te verrichten raochc
zijn :
doch vonden weinigh van be-
lang. Voorts braghten de zwarten da-
ghelijx meer fruit.
Den derighften ruilde Nieuhof
twee flaven voor de Kompagn;e, ging
uit viffchen en ving, in de montvan
de riviere veel vifch.
Den tweeden van Hooimacnt zeilde
de Boogh inde riviere, om te kren-
gen: naerdien hy onder aen de fteven
wat fchadeloüs geworden was. Zy
fpanden netten ,
om fch il padden te
vangen • maer konden gene krijgen.
Des middaghs quam de kapitein
van de zwarten aen boort , en verruilden
eenige flaven aen d'onzen.
Den 2-cvenden ging Nieuhofecnigfe
mylen om den N oord , om te veroemcn,
of 'er eenigeflaven te verruilen
of handel te doen was. Desgelijxging
het fchip de Pijl mee tzcil : maer zou-
den, volgens atfprek , in de Majotfe eilanden
weerby malkandcren komen.
Den veertienden was Nieuhof
met de Boogh , na ontrent zeventigh
mylen gezeik te hebben, op
dchooghte van zeftien graden en zes
envijftigh minuiten, en zagen Zuidwaerts
het vaft lant van Mozambique,
hadden drie mylen van de wal , op
hondert vadem , grondt , en bleek
en wit water met een rif, daer het geweldigh
op brande. Het lant vertoonde
zich vry hoogh.
Des anderen daeghs hadden zy het
eilant Trimi Aris anderhalve myle
van hen , en noch op hondert vadem
genen gront.
Den achtienden waren zy op zef-
tien graden vijftien minuiten , en zagen
witenduinigh landt, en quamcn
op den avont tegen ecnnf opachticn
vadem ten anker: hoewel het achter
het fchip wel zeftigh en zevenrigh vadem
diep was.
Den twintighften voeren zy voorbyeen
grooten inboghr en z.ccrif : daer
het op het drooghfte zes vadems wa-
ters is.
Den twee en twintighften liepen
zy tuftchcn de Zuidelijkfte eilanden
van Mozambique, gcncicmt Stjakob
(iq
en