Herinnering in geschrift en praktijk in religieuze gemeenschappen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
EEN KLAAGZANG UIT GROENENDAAL. WILLEM JORDAENS’<br />
PLANCTUS SUPER OBITU FRATRIS IOHANNIS DE SPECULO, ALIAS DE CUREG-<br />
HEM (CA. 1358)<br />
Valerie Vermass<strong>en</strong><br />
Katholieke Universiteit Leuv<strong>en</strong><br />
Op 21 september 1358 overleed Jan Spieghel, e<strong>en</strong> jonge diak<strong>en</strong> uit Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>daal, op 24-jarige<br />
leeftijd na e<strong>en</strong> kort ziekbed aan de pest. Naar aanleid<strong>in</strong>g van dit overlijd<strong>en</strong> schreef Willem<br />
Jorda<strong>en</strong>s, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s kanunnik <strong>in</strong> Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>daal, e<strong>en</strong> klaagzang, waar<strong>in</strong> hij het overlijd<strong>en</strong> van zijn<br />
medebroeder Jan <strong>in</strong> zeer meeslep<strong>en</strong>de bewoord<strong>in</strong>g<strong>en</strong> betreurt. Het werk dateert vermoedelijk<br />
van kort na Jans overlijd<strong>en</strong> <strong>in</strong> 1358. Het werd ons overgeleverd als de Klaagzang over het<br />
overlijd<strong>en</strong> van broeder Jan Spieghel, alias van Cureghem (Planctus super obitu fratris Iohannis<br />
de Speculo, alias de Cureghem). De tekst van deze Planctus werd <strong>in</strong> 1885 al uitgegev<strong>en</strong> <strong>in</strong> de<br />
Analecta Bollandiana, maar tot dusver slechts zeld<strong>en</strong> bestudeerd. 1 Misschi<strong>en</strong> is dit te wijt<strong>en</strong><br />
aan de negatieve beoordel<strong>in</strong>g die Paul O’Sheridan maakte van de Planctus. Hij bestempelde het<br />
als e<strong>en</strong> merkwaardig <strong>en</strong> bizar werkje, waarvan de naïviteit gr<strong>en</strong>sde aan de domheid. 2 Luc<br />
Indestege wijdde <strong>in</strong> 1974 e<strong>en</strong> artikel aan deze klaagzang, waar<strong>in</strong> hij aantoonde dat doorhe<strong>en</strong> de<br />
tekst e<strong>en</strong> blik kan geworp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op het lev<strong>en</strong> <strong>in</strong> de priorij Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>daal rond het midd<strong>en</strong><br />
van de veerti<strong>en</strong>de eeuw. 3 In deze bijdrage komt de tekstoverlever<strong>in</strong>g van de Planctus aan bod<br />
<strong>en</strong> wordt nader onderzocht tot welk literair g<strong>en</strong>re de tekst behoort.<br />
De tekst van de Planctus is bewaard <strong>in</strong> vijf handschrift<strong>en</strong>. Dankzij deze vijf overgeleverde<br />
kopieën van de Planctus kan gesteld word<strong>en</strong> dat Jorda<strong>en</strong>s’ klaagzang e<strong>en</strong> bescheid<strong>en</strong>, maar niet<br />
onbelangrijke verspreid<strong>in</strong>g k<strong>en</strong>de, zowel b<strong>in</strong>n<strong>en</strong> als buit<strong>en</strong> het milieu van de Moderne Devotie.<br />
In chronologische volgorde is de Planctus opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>in</strong> de volg<strong>en</strong>de handschrift<strong>en</strong>.<br />
WENEN, Österreichische Nationalbibliothek, ser. nov. 12708, fols 202 r -284 bv , geredigeerd<br />
tuss<strong>en</strong> 1485 <strong>en</strong> 1487, Rooklooster, Novale Sanctorum, deel 1, Johannes Gielemans<br />
De oudste bek<strong>en</strong>de kopie van de Planctus bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> het eerste deel van het Novale<br />
Sanctorum van Johannes Gielemans. Dit hagiografisch verzamelwerk werd sam<strong>en</strong>gesteld<br />
tuss<strong>en</strong> 1485 <strong>en</strong> 1487, het overlijd<strong>en</strong>sjaar van Gielemans. De legger voor de Planctus <strong>in</strong><br />
het Novale Sanctorum komt vrijwel zeker uit Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>daal zelf, omdat Gielemans ook<br />
andere tekst<strong>en</strong> uit Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>daal kopieerde <strong>in</strong> dit werk, bijvoorbeeld H<strong>en</strong>ricus Pomerius’<br />
De orig<strong>in</strong>e monasterii Viridisvallis.<br />
1<br />
(J.B. de Leu), ‘De orig<strong>in</strong>e monasterii Viridisvallis una cum vitis B. Joannis Rusbrochii primi prioris hujus<br />
monasterii et aliquot coaetaneorum ejus’, Analecta Bollandiana, 4 (1885), pp. 323-33.<br />
2<br />
Paul O’Sheridan, ‘Un ouvrage lat<strong>in</strong> de Ruysbroeck’, Studia Catholica, 5 (1928), pp. 1-22 (p. 18).<br />
3<br />
Luc Indestege, ‘E<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dschap <strong>in</strong> het Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>daalse klooster t<strong>en</strong> tijde van Ruusbroec’, Verslag<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
Mededel<strong>in</strong>g<strong>en</strong> van de Kon<strong>in</strong>klijke Academie voor Nederlandse taal-<strong>en</strong> letterkunde, 3 (1974), pp. 231-47.<br />
105