Herinnering in geschrift en praktijk in religieuze gemeenschappen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lev<strong>en</strong>swandel die e<strong>in</strong>digde <strong>in</strong> e<strong>en</strong> geur van heiligheid ook kon word<strong>en</strong> bereikt via de nauw -<br />
gezette navolg<strong>in</strong>g van de leefregel <strong>en</strong> de <strong>in</strong>t<strong>en</strong>se beoef<strong>en</strong><strong>in</strong>g van de christelijke deugd<strong>en</strong>.<br />
Het <strong>en</strong>ige bov<strong>en</strong>natuurlijke verschijnsel <strong>in</strong> de Planctus is e<strong>en</strong> visio<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> niet bij naam<br />
g<strong>en</strong>oemde lek<strong>en</strong>broeder zou gehad hebb<strong>en</strong> na Jans overlijd<strong>en</strong>. Deze lekebroeder zou dit<br />
visio<strong>en</strong> opgebiecht hebb<strong>en</strong> aan ‘de prior’, die ev<strong>en</strong>m<strong>in</strong> bij naam g<strong>en</strong>oemd wordt, maar die <strong>in</strong><br />
die periode niemand anders dan Jan van Ruusbroec kan geweest zijn. Het visio<strong>en</strong> was e<strong>en</strong><br />
verschijn<strong>in</strong>g van de overled<strong>en</strong> Jan Spieghel <strong>in</strong> de kerk, omr<strong>in</strong>gd door licht <strong>en</strong> twee <strong>en</strong>gel<strong>en</strong>.<br />
Dezelfde lek<strong>en</strong>broeder verklaarde ook met zekerheid Jan gezi<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>s eig<strong>en</strong><br />
uitvaartdi<strong>en</strong>st. Jans verschijn<strong>in</strong>g zou tuss<strong>en</strong> de diak<strong>en</strong>s gestaan hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> afgew<strong>en</strong>d<br />
gezicht. Onmiddellijk na deze beschrijv<strong>in</strong>g van het visio<strong>en</strong> richt Jorda<strong>en</strong>s zich tot Jan<br />
<strong>en</strong> vraagt: ‘Wat zeg je over de <strong>in</strong>terpretatie van deze d<strong>in</strong>g<strong>en</strong>, dierbare broeder? B<strong>en</strong> je van<br />
m<strong>en</strong><strong>in</strong>g dat ze moet<strong>en</strong> afgezwor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als leug<strong>en</strong>s?’ Jorda<strong>en</strong>s toont zich dus kritisch<br />
teg<strong>en</strong>over bov<strong>en</strong>natuurlijke verschijnsel<strong>en</strong>, zelfs wanneer deze betrekk<strong>in</strong>g hebb<strong>en</strong> op de door<br />
hem bewonderde Jan Spieghel. Uite<strong>in</strong>delijk komt Jorda<strong>en</strong>s tot de conclusie dat Jans lev<strong>en</strong> niet<br />
<strong>in</strong> teg<strong>en</strong>spraak is met deze verschijnsel<strong>en</strong>, waarmee hij zich ver houdt van hun waarheids -<br />
gehalte. De Planctus e<strong>in</strong>digt met e<strong>en</strong> hoopvolle bespiegel<strong>in</strong>g over Jans verblijf bij God.<br />
Het gegev<strong>en</strong> dat de Planctus afwijkt van <strong>en</strong>kele gangbare hagiografische gewoont<strong>en</strong> –<br />
zoals het ontbrek<strong>en</strong> van mirakel<strong>en</strong> – doet vrag<strong>en</strong> rijz<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de bedoel<strong>in</strong>g van Jorda<strong>en</strong>s’<br />
werk. Vermoedelijk was het niet bedoeld als e<strong>en</strong> persoonlijke uit<strong>in</strong>g van rouwbeklag bij<br />
het overlijd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dierbare vri<strong>en</strong>d, maar hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> moraliser<strong>en</strong>d<br />
exemplaristisch werk dat de deugd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> voorbeeldige kanunnik <strong>in</strong> hagiografische vorm<br />
beklemtoonde. De rationeel gestructureerde opbouw van de tekst <strong>en</strong> de vele mooie stilistische<br />
w<strong>en</strong>d<strong>in</strong>g<strong>en</strong> do<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> dat Jorda<strong>en</strong>s zijn griev<strong>en</strong> op bered<strong>en</strong>eerde wijze neerschreef,<br />
mogelijk zelfs <strong>in</strong> navolg<strong>in</strong>g van e<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>d model. Deze gestileerdheid van de Planctus doet<br />
ev<strong>en</strong>wel ge<strong>en</strong> afbreuk aan het reële verdriet dat Jorda<strong>en</strong>s ongetwijfeld zal hebb<strong>en</strong> gevoeld bij<br />
het ontijdige overlijd<strong>en</strong> van zijn vri<strong>en</strong>d <strong>en</strong> studieg<strong>en</strong>oot.<br />
Het argum<strong>en</strong>t dat de Planctus opgesteld werd om de oorspronkelijke spiritualiteit van<br />
de Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>dalers te bewar<strong>en</strong>, gaat <strong>in</strong> dit geval moeilijk op omdat de geme<strong>en</strong>schap nog maar<br />
veerti<strong>en</strong> jaar oud was. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gold het prioraat van Jan van Ruusbroec, waaronder Jan<br />
Spieghel overleed, als e<strong>en</strong> bloeiperiode <strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong>sz<strong>in</strong>s als e<strong>en</strong> periode van spirituele<br />
neergang . T<strong>en</strong>slotte, <strong>in</strong>di<strong>en</strong> het Jorda<strong>en</strong>s echt te do<strong>en</strong> was om de deugd<strong>en</strong> van Jan Spieghel als<br />
model te stell<strong>en</strong> voor medebroeders, kan m<strong>en</strong> zich afvrag<strong>en</strong> of hij wel de juiste ‘verpakk<strong>in</strong>g’<br />
gekoz<strong>en</strong> heeft (e<strong>en</strong> lam<strong>en</strong>tatie).<br />
M<strong>en</strong> kan dus niet zomaar poner<strong>en</strong> dat Jorda<strong>en</strong>s de bij de Moderne Devot<strong>en</strong> gebruikelijke<br />
‘stichtersvit<strong>en</strong>’ navolgde om de nagedacht<strong>en</strong>is aan zijn vri<strong>en</strong>d te bewar<strong>en</strong>. Jan Spieghel was<br />
immers ge<strong>en</strong> ‘stichter’, noch e<strong>en</strong> belangrijke figuur b<strong>in</strong>n<strong>en</strong> de Moderne Devotie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>de m<strong>en</strong> <strong>in</strong> de Zuidelijke Nederland<strong>en</strong> rond 1358 nog niet de traditie van het op schrift<br />
stell<strong>en</strong> van de lev<strong>en</strong>s van medebroeders of -zusters. In dit opzicht staat Jorda<strong>en</strong>s’ Planctus op<br />
zichzelf <strong>en</strong> kan het werk niet <strong>in</strong> e<strong>en</strong> bestaande traditie <strong>in</strong>gepast word<strong>en</strong>. Wellicht gaf dit aan<br />
Jorda<strong>en</strong>s ook de vrijheid om Jans lev<strong>en</strong> te verwoord<strong>en</strong> <strong>in</strong> e<strong>en</strong> zelfgekoz<strong>en</strong> vorm.<br />
Dat de Planctus de aanzet voor e<strong>en</strong> zaligverklar<strong>in</strong>g wil gev<strong>en</strong>, lijkt ook we<strong>in</strong>ig<br />
waarschijnlijk , louter door de vertelstijl, de titel van het werk <strong>en</strong> het gebrek aan bov<strong>en</strong> -<br />
natuurlijke verschijnsel<strong>en</strong>. Het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oproep tot navolg<strong>in</strong>g van de deugd<strong>en</strong> van<br />
Jan Spieghel – zoals eerder gebruikelijk is <strong>in</strong> de vit<strong>en</strong>-literatuur van de Moderne Devot<strong>en</strong> –<br />
doet twijfel<strong>en</strong> aan de mogelijke moraliser<strong>en</strong>de functie van de Planctus, al hoeft de<br />
aanspor<strong>in</strong>g tot navolg<strong>in</strong>g uiteraard niet expliciet uitgedrukt te word<strong>en</strong> <strong>in</strong> e<strong>en</strong> stichtelijk werk.<br />
De exemplarische bedoel<strong>in</strong>g kan immers gewoon schuilgaan achter de opsomm<strong>in</strong>g van de<br />
deugd<strong>en</strong> .<br />
De Klaagzang over het overlijd<strong>en</strong> van Jan Spieghel uit Gro<strong>en</strong><strong>en</strong>daal is e<strong>en</strong> memoria-tekst die<br />
113