12.07.2015 Views

Handboek MKG-codering

Handboek MKG-codering

Handboek MKG-codering

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Indien meer dan één complicatie aanwezig is, dan kan om het even welke die behandeld of opgevolgdwerd als hoofddiagnose geplaatst worden.Wanneer geen obstetrische complicaties aanwezig zijn, dan kunnen de volgende richtlijnen gevolgdworden bij de selectie van een hoofddiagnose:1° Wanneer de reden van opname of van het contact geen verband heeft met een obstetrischeaandoening en de patiënte zwanger is, dan wordt de code V22.2 "Incidental pregnancy" (Toestandvan zwangerschap, incidenteel) toegekend als nevendiagnose. Deze code wordt nooit gebruiktals hoofddiagnose en geen enkele code uit hoofdstuk 11 van ICD-9-CM mag in dit gevalgebruikt worden.2° Voor de routine prenatale contacten, wanneer geen enkele complicatie aanwezig is, dan mag één van de volgendecodes gebruikt worden als motief voor de consultatie:V22.0 "Supervision of normal first pregnancy" (Toezicht op de eerste normale zwangerschap)V22.1 "Supervision of other normal pregnancy" (Toezicht op andere normale zwangerschap)Deze codes worden enkel toegekend als hoofddiagnose en geen enkele code van hoofdstuk 11 van ICD-9-CM mag als nevendiagnose gebruikt worden.3° Occasioneel, kan een zwangere vrouw een pediater consulteren voor een pediatrische oppuntstelling (zonderdat daarvoor noodzakelijk een complicatie van de zwangerschap aanwezig is)De code V65.11 "Pediatric pre-birth visit for expectant mother" (Antenatale pediatrische consultatie vaneen zwangere moeder) mag voor deze raadpleging toegekend worden.4° Een code uit de categorie V23.x "Supervision of high risk pregnancy" (Toezicht op een hoog-risicozwangerschap) kan zowel als hoofddiagnose als als nevendiagnose geplaatst worden; de codes uit hoofdstuk11 kunnen eveneens gebruikt worden. Het 4 de digit definieert de zwangerschap als "hoog-risico" met bijvoorbeeldeen belaste obstetrische voorgeschiedenis V23.41"Pregnancy with history of pre-term labor" (Zwangerschapmet voorgeschiedenis van preterme arbeid) en V23.49 "Pregnancy with other poor obstetric history"(Zwangerschap met andere slechte obstetrische voorgeschiedenis) of een belangrijke multipariteit V23.3"Grand multiparity"). Er bestaat een uitzondering: de code V23.2 "Pregnancy with history of abortion" (Zwangerschapmet een voorgeschiedenis van abortus) wordt niet gebruikt voor een zwangere patiënte; in dit gevalwordt de code 646.3x "Habitual aborter" (Habituele abortus) gebruikt.5° Worden eveneens als “hoog-risico” zwangerschappen beschouwd de zwangerschappen die optreden bij vrouwenvan 35 jaar of ouder of bij vrouwen van jonger dan 16 jaar op het moment van de verwachte bevallingsdatum.De codes voor toezicht bij dergelijke patiënten zijn de volgende:V23.81 "Elderly primigravida" (Eerste zwangerschap bij een vrouw van 35 jaar en ouder)V23.82 "Elderly multigavida" (Tweede en volgende zwangerschappen bij een vrouw van 35 jaar en ouder)V23.83 "Young primigravida" (Eerste zwangerschap bij een jonge vrouw van < dan 16 jaar)V23.84 "Young multigravida" (Tweede en volgende zwangerschappen bij een jonge vrouw van < dan 16jaar)De codes voor de bevalling zijn:659.5x "Elderly primigravida" (Eerste zwangerschap bij een vrouw van 35 jaar of ouder)659.6x "Elderly multigravida" (Tweede en volgende zwangerschappen bij een vrouw van 35 jaar of ouder)659.8x "Other specified indications for care or intervention related to labor and delivery" (Andere gespecificeerdeindicaties voor zorg en interventie gebonden aan de arbeid en de bevalling) wordt toegekendvoor de eerste of volgende zwangerschappen bij een jong meisje6° Wanneer een patiënte buiten het ziekenhuis bevalt en als ze vervolgens opgenomen wordt voorpostpartum zorgen zonder dat er complicaties zijn, dan wordt de code V24.0 "Postpartum careand examination immediately after delivery" (Postpartum zorgen en onderzoek onmiddellijkna de bevalling) als hoofddiagnose geplaatst. Ingeval van de aanwezigheid van een postpartumcomplicatie, dan wordt de code van deze laatste als hoofddiagnose geplaatst en mag de codeV24.0 niet gebruikt worden.Voorbeeld 11 15:• Een vrouw wordt opgenomen na een bevalling in de auto van haar man. Bij opname wordt eenperineale 1ste graads-laceratie vastgesteld. In dit geval wordt de code 664.04 "First-degree laceration,postpartum" (Eerstegraadslaceratie tijdens het postpartum) gebruikt en niet de codeV24.0.Opmerking: De V-codes van "toezicht" zouden niet mogen teruggevonden worden in een <strong>MKG</strong>-registratie,tenzij de V22.2 en de V24.0.3. Pathologieën die het beleid tijdens de zwangerschap beïnvloedenFœtale pathologieënDe codes van de categorieën 655 "Known or suspected fetal abnormality affecting management of mother"(Fœtale anomalieën, gekend of vermoed, die het obstetrisch beleid bij de moeder beïnvloeden) en<strong>Handboek</strong> ICD-9-CM Codering2007/2008 officiële versie180

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!