Chronologisch overzicht vragen van de week.pdf - Taaltelefoon.be ...
Chronologisch overzicht vragen van de week.pdf - Taaltelefoon.be ...
Chronologisch overzicht vragen van de week.pdf - Taaltelefoon.be ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dankjewel / dank je wel<br />
Schrijf je dankjewel of dank je wel als je iemand wilt <strong>be</strong>danken?<br />
Dank je wel in <strong>de</strong> <strong>be</strong>tekenis 'ik <strong>be</strong>dank je' wordt als drie losse woor<strong>de</strong>n geschreven: Ik heb al gegeten,<br />
dank je wel; Dank je wel voor je hulp. Vergelijkbaar zijn dank je, dank je zeer en dank je hartelijk. Ook in<br />
<strong>de</strong> <strong>be</strong>tekenis 'dat doe ik niet, daar pas ik voor' schrijven we dank je wel los: 90 euro <strong>be</strong>talen voor een<br />
concert <strong>van</strong> The Rolling Stones? Dank je wel! Vergelijkbaar is dank je feestelijk.<br />
Er is ook een zelfstandig naamwoord dankjewel ('<strong>be</strong>dankje, dankwoord'). Dat schrijven we wel aaneen:<br />
Een dankjewel kreeg ze niet over haar lippen; Bij haar jubileum sprak ze een ontroerend dankjewel uit.<br />
Voor <strong>de</strong> spelling <strong>van</strong> dank u wel en dankuwel geldt hetzelf<strong>de</strong>: <strong>de</strong> dankformule schrijven we los, het<br />
zelfstandig naamwoord aaneen.<br />
18 juni 2007<br />
Hij die / hem die het aandurft, daag ik uit<br />
Wat is correct: Hij die of Hem die het aandurft, daag ik uit tot een duel?<br />
Hem die het aandurft, daag ik uit tot een duel is <strong>de</strong> correcte vorm. Dat is dui<strong>de</strong>lijk als je <strong>de</strong> bijzin weglaat<br />
of als je het on<strong>de</strong>rwerp vooraan zet: Hem daag ik uit tot een duel; Ik daag hem die het aandurft uit tot<br />
een duel.<br />
Bij het werkwoord uitdagen hoort een lij<strong>de</strong>nd voorwerp: je daagt iemand uit. Daarom heb<strong>be</strong>n we in <strong>de</strong>ze<br />
zin hem nodig, want hij kan alleen on<strong>de</strong>rwerp zijn: je kunt niet zeggen hij daag ik uit tot een duel, maar<br />
wel hem daag ik uit tot een duel. In <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> zin wordt hem – het lij<strong>de</strong>nd voorwerp uit <strong>de</strong><br />
hoofdzin – gevolgd door <strong>de</strong> bijzin die het aandurft, waarin die het on<strong>de</strong>rwerp is. Door die combinatie zijn<br />
velen geneigd om <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpsvorm hij te gebruiken in plaats <strong>van</strong> hem. Die neiging wordt nog versterkt<br />
doordat het lij<strong>de</strong>nd voorwerp in <strong>de</strong>ze zin helemaal vooraan staat, waar meestal het on<strong>de</strong>rwerp staat.<br />
Voor wie hem die helemaal vooraan in <strong>de</strong> zin toch wat vreemd vindt, is <strong>de</strong>gene die een goed alternatief:<br />
Degene die het aandurft, daag ik uit tot een duel. Ook wie is bruikbaar: Wie het aandurft, daag ik uit tot<br />
een duel.<br />
De zin Hij die het aandurft, mag het tegen mij opnemen is wel correct, omdat hij daarin wel het<br />
on<strong>de</strong>rwerp is. Dat is dui<strong>de</strong>lijk als je <strong>de</strong> bijzin weglaat: Hij mag het tegen mij opnemen.<br />
25 juni 2007<br />
<strong>Taaltelefoon</strong> - Taal<strong>vragen</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>week</strong> - <strong>Chronologisch</strong> <strong>overzicht</strong> - Jaargang 2007 109