18.04.2015 Views

eerste gezang

eerste gezang

eerste gezang

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9ff<br />

GODS GROOTHEID IN DÉ<br />

Al 't oovrig vee, 't welk ik aan uwe wufte zanden,<br />

ö Zee, befchouw, verbeeldt de glorie onzer landen,<br />

Het nuttig Rundvee in die weiden hier en daar,<br />

Doch 'k zie bij dit Tafreel, ö wondre waterfchaar,<br />

Geen' herder Dorilas, hoe 'k zoek met fcherpziende oogen.<br />

Maar welk een drift leidt haar door wonderbaar vermoogen<br />

Langs 't afgelegen ftrand? wat is het, dat haar doet<br />

Verlaaten voor een poos den gladgekamden vloed?<br />

3<br />

t Zijn veel, ja veelerlei, werkzaame en vreemde zaaken,<br />

Die famen 't wondre lijf van dit gedierte uitmaakcn.<br />

Dat lichaam, zoo bereid, volgt ftiptelijk de wet<br />

Aan deeze foort van zee- en Iandvee vastgezet:<br />

Dat ieder menigmaal zich moet naar 't ftrand begeeven,<br />

En aan de lucht den weg, tot onderhoud van 't leeven,<br />

Moet<br />

waarvan de nagels kort en puntig zijn : zijn hals is zoo dik, dat<br />

hij niet dan met veel moeite den kop kan wenden: hij heeft aan<br />

't boven kaakbeen 2 tanden van een'voet lengte, zeer wit, en meêr<br />

geacht dan ivoor, en die cirkelsgewijs krom naar de borst gaaa,<br />

welke zeer breed is. Het geloei van eenen Walrus, is afgrijslijk:<br />

hij gaat graag uit het water, en klautert heel vlug tegen de rotfen<br />

op, die langs het ftrand zijn, en op de vreeslijke fchorsfen ijs,<br />

die op de zee drijven. Zie de Befchrijving van de Gedierten van<br />

Spitsbergen, 4de Hoofdft.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!