18.04.2015 Views

eerste gezang

eerste gezang

eerste gezang

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Soo<br />

GODS GROOTHEID IN DE<br />

Het teeken van den Leeuw den regen in koomt toornen<br />

En met geen' morgendaauw het aardrijk overftroomen,<br />

Koomt zij in onze ftreek, daar 't zonlicht minder brandt,<br />

Met all' haar heiren aan, als in haar vaderland:<br />

En als in onze lucht de guure Noorderwinden<br />

Niets ademen dan kou, het water famenbinden<br />

En 't vlak der aarde zelfs hervormen in een' fteen,<br />

Verlaat zij deeze ftreek; en vliegende over zeen<br />

En landen heenen, gaat zij weêr haar nest opfpeuren,<br />

Daar haar een lucht veelmeer gemaatigd, niet doe treuren,<br />

Door overmaat van koude, en daar de winter zelf<br />

Haar onbekend blijve onder 't zachter luchtgewelf.<br />

Zoo zien wij 't zwervend heir der fnelgevlerkte Kraanen (l)<br />

Zich heffen van de rots, zich zelv' de wegen baanen,<br />

En ons gezicht ontgaan in 't blaauwe wolktapijt:<br />

Wij zien die vliegers zich, gelijk een heir ten ftrijd'<br />

Den<br />

vijand tegengaat, een' grooten punthoek vormen;<br />

En om zich tegen 't woên der wilde noorderftormen<br />

Te<br />

(O fnei'gevlerkte Kraanen] Zie hierover CICERO, in zijne<br />

Natuur der Goden, U Boek 40 Afdeeling, en KOLBE'S Befchrijving<br />

van de Kaap de Goede Hoop,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!