Sociaal kapitaal, levenslang leren en werk. Een verkennende analyse
Sociaal kapitaal, levenslang leren en werk. Een verkennende analyse
Sociaal kapitaal, levenslang leren en werk. Een verkennende analyse
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aanleeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong>arbeidsmarktsucces6.1 InleidingIn hoofdstuk 3 hebb<strong>en</strong> we verschill<strong>en</strong>de indicator<strong>en</strong> gehanteerd voor participatieaan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het kader van de job. We selecter<strong>en</strong> daaruit <strong>en</strong>keleindicator<strong>en</strong> <strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> in welke mate participatie aan georganiseerde opleiding<strong>en</strong>,informele opleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s dearbeidsloopbaan e<strong>en</strong> effect kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de arbeidsmarktpositie vanjonger<strong>en</strong> op 29 jaar. Uit hoofdstuk 3 is namelijk geblek<strong>en</strong> dat, hoewel departicipatiegraad relatief hoog is, niet iedere<strong>en</strong> participeert aan leeractiviteit<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het kader van de job. Ongeveer de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> participeertaan minst<strong>en</strong>s één georganiseerde <strong>en</strong>/of informele opleiding voor 26 jaar, terwijl50% <strong>en</strong> 31% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> participeert aan respectievelijk e<strong>en</strong>georganiseerde <strong>en</strong> informele opleiding na 26 jaar. Wanneer we naar vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> in de job kijk<strong>en</strong>, ligt het perc<strong>en</strong>tage van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die beam<strong>en</strong>dat ze nieuwe vaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> hoger, met e<strong>en</strong> maximum van84%. Op basis van het theoretisch model uit hoofdstuk 1 (figuur 1.3) gaan we naof respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die participer<strong>en</strong> aan <strong>lev<strong>en</strong>slang</strong> <strong>ler<strong>en</strong></strong> tijd<strong>en</strong>s de arbeidsloopbaane<strong>en</strong> betere positie op de arbeidsmarkt bereik<strong>en</strong> op 29-jarige leeftijd danrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die niet of weinig participer<strong>en</strong>. Voor arbeidsmarktsucces gebruik<strong>en</strong>we afhankelijk van de indicator voor participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hetkader van de job drie tot zes indicator<strong>en</strong>: <strong>werk</strong>loosheid, contract, loon,jobtevred<strong>en</strong>heid, horizontale match <strong>en</strong> verticale mismatch. Wanneer participatieaan leeractiviteit<strong>en</strong> tot op 26 jaar <strong>en</strong> het verwerv<strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> in de eerstejob gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, gebruik<strong>en</strong> we alle zes indicator<strong>en</strong>. Wanneer vaardighed<strong>en</strong>verworv<strong>en</strong> in latere jobs, participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 26 <strong>en</strong> 29 jaar <strong>en</strong>hoofdstuk 6 | De relatie tuss<strong>en</strong> participatie aan leeractiviteit<strong>en</strong> in het kader van de job <strong>en</strong> arbeidsmarktsucces 111