Sociaal kapitaal, levenslang leren en werk. Een verkennende analyse

More documents

Recommendations

Info

arbeidsloopbaan tot 29 jaar, hebben we meerdere waarnemingen voor Cramer’s Vverkregen per type leeractiviteit en per indicator voor sociaal kapitaal. Door desamenhang tussen een indicator voor sociaal kapitaal en een leeractiviteit tebekijken per leeftijdsperiode of moment zou een eventueel patroon waargenomenkunnen worden. Maar we hebben geen eenduidig patroon naar leeftijd kunnenvaststellen en maken daarom in tabel 9.28 geen onderscheid naar leeftijd. Wemelden enkel het sterkst waargenomen verband voor elke type leeractiviteit enindicator voor sociaal kapitaal.Uit tabel 9.28 kunnen we enkele opvallende conclusies trekken. Ten eerste valt opdat participatie aan informele opleidingen in het kader van de job doorheen dearbeidsloopbaan, onafhankelijk van de leeftijd, niet samenhangt met sociaalkapitaal. De sterke en statistisch significante verbanden vinden we vooral terug bijgeorganiseerde opleidingen en in mindere mate bij het verwerven vanvaardigheden. Dit bevestigt de verwachting dat het verklaringspatroon voorparticipatie aan leeractiviteiten kan verschillen naargelang het type leeractiviteit datin beschouwing wordt genomen.De vastgestelde verbanden doen zich doorgaans voor zoals verwacht werd: hoemeer sociaal kapitaal iemand heeft, d.i. lid zijn (geweest) van verenigingen,onbetaald vrijwilligerswerk hebben verricht en een partner met gunstige socioeconomischepositie hebben, hoe meer kans iemand maakt om te participeren aaneen georganiseerde opleiding of het verwerven van vaardigheden. Maar zoals wein de inleiding verwoord hebben, verwachten we dat de vastgestelde effecten vansociaal kapitaal zich vooral onrechtstreeks op participatie aan leeractiviteiten in hetkader van de job doen gelden. Sociaal kapitaal werd vooral gemeten aan de handvan indicatoren voor een netwerk dat buiten het kader van de job ligt en niet aande hand van informatie over het netwerk van (ex-)collega’s dat men tijdens dearbeidsloopbaan opbouwt. Dit laatste zou wel eens van meer belang kunnen zijnvoor participatiekansen aan leeractiviteiten binnen het kader van de job dan hetnetwerk opgebouwd door lidmaatschap van verenigingen buiten het kader van dejob. Het vastgestelde effect van de indicatoren voor sociaal kapitaal in dithoofdstuk zal vermoedelijk participatie aan leeractiviteiten in het kader van de jobbeïnvloeden via de arbeidssituatie waarin men zich bevindt. In hoofdstuk 12 gaanwe na in welke mate deze hypothese stand houdt wanneer het verband tussen dearbeidssituatie en participatie aan opleidingen in het kader van de job wordtbekeken.Tenslotte valt op dat niet noodzakelijk de aanwezigheid van een partner op zichmaar wel de socio-economische positie van de partner samenhangt metparticipatie aan leeractiviteiten. Zoals bij arbeidsmarktsucces, moeten we ook hieroppassen voor een ‘homophily effect’ en de vraag stellen in hoeverre er sprake isvan een direct effect van de socio-economische positie van de partner dan wel vanhet samenzijn van partners met eenzelfde socio-economische achtergrond.hoofdstuk 9 | De relatie tussen sociaal kapitaal en participatie aan leeractiviteiten in het kader van de job 177
In het volgende hoofdstuk gaan we na of zoals in de onderzoeksliteratuur reedsnaar voren is gekomen sociaal kapitaal in Vlaanderen samenhangt metleeractiviteiten buiten het kader van de job.hoofdstuk 9 | De relatie tussen sociaal kapitaal en participatie aan leeractiviteiten in het kader van de jobTabel 9.28Sociaal kapitaal: verenigingenSamenvatting van de waargenomen verbanden tussen sociaal kapitaal enleeractiviteiten in het kader van de jobGeorganiseerdeopleidingenInformeleopleidingenVaardighedenLidmaatschap verenigingen x xLeiderschapsfunctie verenigingen x xOnbetaald vrijwilligerswerk x xSociaal kapitaal: partnerVaste relatieWerk vaste relatieDiploma vaste relatie x xBron SONAR C76(23) & C76(26) & C76(29)x178
Page 1 and 2:
Sociaal kapitaal, levenslangleren e
Page 3 and 4:
Voor meer informatie over deze publ
Page 5 and 6:
Gepubliceerd doorKATHOLIEKE UNIVERS
Page 7 and 8:
3.2 Georganiseerde opleidingen 593.
Page 9 and 10:
11 | De relatie tussen de overige a
Page 12 and 13:
Lijst tabellenTabel 2.1 Aantal resp
Page 14 and 15:
Tabel 3.28 De mate waarin men akkoo
Page 16 and 17:
Tabel 4.27 Aantal behaalde studiebe
Page 18 and 19:
Tabel 7.1Tabel 7.2Tabel 7.3Tabel 7.
Page 20 and 21:
Tabel 9.4 Georganiseerde opleidinge
Page 22 and 23:
Tabel 10.7 Opleidingen gevolgd buit
Page 24 and 25:
Tabel 12.23Tabel 12.24Tabel 12.25Ta
Page 26 and 27:
Tabel 12.60 Nieuwe vaardigheden ver
Page 28 and 29:
Tabel 13.12Tabel 13.13Tabel 13.14Ta
Page 30:
Lijst tabellen 27
Page 34 and 35:
InleidingVlaamse en Europese beleid
Page 36:
- DEEL 1 SOCIAAL KAPITAAL,LEVENSLAN
Page 39 and 40:
1.2 Het algemene modelhoofdstuk 1 |
Page 41 and 42:
hoofdstuk 1 | Het theoretisch model
Page 43 and 44:
hoofdstuk 1 | Het theoretisch model
Page 45 and 46:
kennis en vaardigheden, kan in geva
Page 47 and 48:
In dit hoofdstuk hebben we het theo
Page 49 and 50:
hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethode2.
Page 51 and 52:
hoofdstuk 2 | DeonderzoeksmethodeTa
Page 53 and 54:
hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethodeon
Page 55 and 56:
hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethodesc
Page 57 and 58:
hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethode54
Page 59 and 60:
hoofdstuk 2 | Deonderzoeksmethodewe
Page 62 and 63:
3 | Participatie aan leeractiviteit
Page 64 and 65:
initiatief volgde in het kader van
Page 66 and 67:
Tabel 3.6Centrummaten voor de schat
Page 68 and 69:
Tabel 3.10Centrummaten voor de scha
Page 70 and 71:
Tabel 3.13Initiatiefnemer van de ge
Page 72 and 73:
Tabel 3.17Aantal georganiseerde opl
Page 74 and 75:
Geen intentie 1396 69,9 1190 71,8To
Page 76 and 77:
Tabel 3.24Aantal respondenten per t
Page 78 and 79:
Tabel 3.27De mate waarin men akkoor
Page 80 and 81:
(tabel 3.29). De voornaamste redene
Page 82 and 83:
4 | Participatie aan leeractiviteit
Page 84 and 85:
leeftijd, zien we dat 111 van de 26
Page 86 and 87:
een diploma universiteit of HO 1 cy
Page 88 and 89:
verlaten van het initieel onderwijs
Page 90 and 91:
Tot de VDAB-opleidingen behoren ber
Page 92 and 93:
epaalde opleidingen meer of minder
Page 94 and 95:
Tabel 4.14Aantal gevolgde opleiding
Page 96 and 97:
4.5 Overige opleidingenOverige ople
Page 98 and 99:
Tabel 4.20Aantal gevolgde ‘overig
Page 100 and 101:
en niet-formele opleidingen, gaande
Page 102 and 103:
Misschien zou deze daling erop kunn
Page 104:
gaan we na welke factoren kunnen ve
Page 108 and 109:
5 | Arbeidsmarktsucces beschreven5.
Page 110 and 111:
espondenten heeft een vast contract
Page 112 and 113:
Tabel 5.4Aantal respondenten naar h
Page 114 and 115:
6 | De relatie tussen participatie
Page 116 and 117:
Tabel 6.1Werkloosheid op 29 jaar na
Page 118 and 119:
Tabel 6.6Jobtevredenheid op 29 jaar
Page 120 and 121:
Tabel 6.10Contract op 29 jaar naar
Page 122 and 123:
Het volgen van informele opleidinge
Page 124 and 125:
Tabel 6.20Loon in de laatste / huid
Page 126 and 127:
6.4 Nieuwe vaardigheden verworven i
Page 128 and 129:
Tabel 6.29Horizontale match op 29 j
Page 130 and 131: Tabel 6.33Jobtevredenheid op 29 jaa
Page 132: We merken op dat de meeste waarden
Page 135 and 136: hoofdstuk 7 | De relatie tussen par
Page 146: - DEEL 4 DE RELATIE TUSSENSOCIAAL K
Page 149 and 150: hoofdstuk 8 | De relatie tussen soc
Page 169 and 170: Tabel 9.2Georganiseerde opleidingen
Page 171 and 172: vaak aan een georganiseerde opleidi
Page 173 and 174: Tabel 9.12Informele opleidingen gev
Page 175 and 176: Tabel 9.17Informele opleidingen gev
Page 177 and 178: Tabel 9.21Nieuwe verworven vaardigh
Page 179: Tabel 9.25Nieuwe verworven vaardigh
Page 183 and 184: | De relatie tussen sociaal kapitaa
Page 190: - DEEL 5 DE RELATIE TUSSEN DEOVERIG
Page 193 and 194: Wanneer een van de twee variabelen
Page 195 and 196: verder er meer van overtuigd dat hu
Page 197 and 198: hebben een vast contract. Universit
Page 199 and 200: Tabel 11.7Relatie tussen arbeidsmar
Page 201 and 202: Tabel 11.10Relatie tussen arbeidsma
Page 203 and 204: we naar de samenhang van menselijk
Page 205 and 206: hoofdstuk 12 | De relatie tussen de
Page 231 and 232:
hoofdstuk 12 | De relatie tussen de
Page 233 and 234:
Page 235 and 236:
Page 237 and 238:
Page 239 and 240:
Page 241 and 242:
Page 243 and 244:
Page 245 and 246:
Page 247 and 248:
Page 249 and 250:
Page 251 and 252:
Page 253 and 254:
Page 255 and 256:
Page 257 and 258:
Page 259 and 260:
Page 261 and 262:
Page 263 and 264:
Page 265 and 266:
Page 267 and 268:
Page 269 and 270:
Verticale mismatchhoofdstuk 13 | De
Page 272:
- DEEL 6 SOCIAAL KAPITAAL,LEVENSLAN
Page 275 and 276:
14.2 Samenvatting van de bevindinge
Page 277 and 278:
14.2.2 De participatiegraad aan lev
Page 279 and 280:
hoofdstuk 14 | Sociaal kapitaal, le
Page 281 and 282:
Page 283 and 284:
Page 285 and 286:
Page 287 and 288:
Tenslotte valt het statistisch sign
Page 289 and 290:
14.2.5.2 De relatie tussen de overi
Page 291 and 292:
Page 293 and 294:
Page 296 and 297:
ijlage 1 Constructie van afgeleidev
Page 298 and 299:
U heeft nooit tijd voor uzelf;Een d
Page 300 and 301:
BibliografieArgyrous, G. (1997). St
show all

Sociaal kapitaal, levenslang leren en werk. Een verkennende analyse

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?