De stem van de meester. De hertogen van - middelnederlands.be
De stem van de meester. De hertogen van - middelnederlands.be
De stem van de meester. De hertogen van - middelnederlands.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
jan ii en jan iii ( 1294-1355)<br />
– die fiere hertoge Jan – erin zal slagen <strong>de</strong> plaats te heroveren dien Huge<br />
Capet tonrechte wan. 34 Maar hoe lovend <strong>de</strong> auteur ook is over hertog<br />
Jan ii, toch is tegelijkertijd dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Martijn niet in diens<br />
opdracht werd geschreven. <strong>De</strong> auteur on<strong>de</strong>rhoudt niet zulke goe<strong>de</strong> relaties<br />
met het hof, althans niet in 1299. Uit <strong>de</strong> tekst komt het <strong>be</strong>eld<br />
naar voren <strong>van</strong> een dichter die aan<strong>van</strong>kelijk hoog in aanzien stond bij<br />
<strong>de</strong> Brabantse machtheb<strong>be</strong>rs, maar die sindsdien kreeg af te rekenen<br />
met verlies <strong>van</strong> geld en eer:<br />
In djaer ons heren, dats waer,<br />
Een min dan <strong>de</strong>rtienhon<strong>de</strong>rt jaer<br />
Wert <strong>de</strong>se rime von<strong>de</strong>n<br />
Van enen die wel menegen vaer<br />
Doech<strong>de</strong> stille en<strong>de</strong> oppenbaer<br />
Met valschen orcon<strong>de</strong>n.<br />
Heren waren hem te swaer<br />
Omme dat hi dicwile wert gewaer<br />
Harre qua<strong>de</strong>r son<strong>de</strong>n<br />
En<strong>de</strong> hise en spaer<strong>de</strong> niet een haer. 35<br />
(In het jaar 1299 werd dit gedicht gemaakt door iemand die vaak en<br />
op velerlei wijze in angst heeft gezeten door valse getuigenissen. <strong>De</strong><br />
heren waren te streng voor hem omdat hij dikwijls hun kwalijke zon<strong>de</strong>n<br />
opmerkte en hij hen geenszins spaar<strong>de</strong>.)<br />
<strong>De</strong> veron<strong>de</strong>rstelling dringt zich op dat <strong>de</strong> dichter zich ooit ophield in<br />
<strong>de</strong> kringen rond hertog Jan i, maar dat hij het veld moest ruimen toen<br />
in 1294 hertog Jan ii aan <strong>de</strong> macht kwam. Zoals hierboven al werd<br />
aangestipt, ging <strong>de</strong> machtsstrijd tussen Godfried <strong>van</strong> Aarschot en Jan<br />
ii in dat jaar gepaard met allerlei verdachtmakingen, arrestaties en verbanningen.<br />
Die achtergrond zou kunnen verklaren waarom <strong>de</strong> auteur<br />
zo verbitterd schrijft over <strong>de</strong> nieuwlichters aan het hof. Hij hekelt <strong>de</strong><br />
raadgevers die hun vertrouwenspositie bij <strong>de</strong> hertog louter te danken<br />
heb<strong>be</strong>n aan hun geld. Hen wordt verweten trouweloos te zijn, onstandvastig,<br />
<strong>be</strong>haagziek en laf. Bovendien laten zij al te zeer hun oren hangen<br />
naar <strong>de</strong> burgerij. 36<br />
Het effect dat <strong>de</strong> auteur <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vier<strong>de</strong> Martijn met zijn tekst hoopte<br />
te realiseren – afrekening met vijan<strong>de</strong>n en volledig eerherstel aan het<br />
hof – was slechts te <strong>be</strong>reiken indien het Ne<strong>de</strong>rlandstalige gedicht daadwerkelijk<br />
door hertog Jan ii en diens directe omgeving werd <strong>be</strong>luisterd.<br />
Dat <strong>de</strong> auteur daarbij geen taalproblemen voorzag, wijst erop dat<br />
het Ne<strong>de</strong>rlands aan het hof inmid<strong>de</strong>ls voldoen<strong>de</strong> was ingeburgerd als<br />
literaire taal. Een dui<strong>de</strong>lijker <strong>be</strong>eld <strong>van</strong> het literaire leven aan het hof<br />
107