De stem van de meester. De hertogen van - middelnederlands.be
De stem van de meester. De hertogen van - middelnederlands.be
De stem van de meester. De hertogen van - middelnederlands.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
jan ii en jan iii ( 1294-1355)<br />
in <strong>de</strong> hoop dat <strong>de</strong> vorst het werk zou kunnen aanwen<strong>de</strong>n ten <strong>be</strong>hoeve<br />
<strong>van</strong> zijn zielenheil:<br />
Dit boecsken wil ic hem laten,<br />
Op dat hi hem te bat mach saten<br />
(‘hij er <strong>de</strong>s te <strong>be</strong>ter naar kan streven’)<br />
Te comen ten ewighen rike hier boven<br />
Daer dinghele altoes Go<strong>de</strong> loven.<br />
Daer wi moeten comen tsamen. 71<br />
Kortom, in een tijds<strong>be</strong>stek <strong>van</strong> amper twintig jaar wer<strong>de</strong>n minstens<br />
vier om<strong>van</strong>grijke moraliseren<strong>de</strong> dichtwerken aan hertog Jan iii opgedragen.<br />
Dat wijst erop dat <strong>de</strong> bloei <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse letterkun<strong>de</strong> in<br />
<strong>de</strong> eerste helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw, en vooral dan <strong>de</strong> opkomst <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> moraliseren<strong>de</strong> literatuur, in<strong>de</strong>rdaad voor een groot <strong>de</strong>el te danken<br />
is geweest aan het mecenaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> Brabantse hertog. 72<br />
Toch verdient het <strong>be</strong>lang <strong>van</strong> het hof als literair centrum enige nuance.<br />
<strong>De</strong> Ne<strong>de</strong>rlandstalige moraliseren<strong>de</strong> werken die aan hertog Jan iii<br />
wer<strong>de</strong>n opgedragen kwamen allevier in Antwerpen tot stand en niet<br />
aan het Brabantse hof dat doorgaans in Brussel of Tervuren en slechts<br />
zel<strong>de</strong>n in Antwerpen te vin<strong>de</strong>n was. 73 Bovendien blijken <strong>de</strong>ze teksten<br />
niet louter voor <strong>de</strong> hofkring <strong>van</strong> hertog Jan iii te zijn <strong>be</strong>doeld. <strong>De</strong> Lekenspiegel<br />
<strong>van</strong> Jan <strong>van</strong> Boendale is bijvoor<strong>be</strong>eld gericht op een breed<br />
lekenpubliek en afgaan<strong>de</strong> op <strong>de</strong> aangesne<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rwerpen lijkt <strong>de</strong><br />
dichter vooral aan een ste<strong>de</strong>lijk publiek te heb<strong>be</strong>n gedacht. Hoewel<br />
sommige passages in<strong>de</strong>rdaad interessant kunnen zijn voor een landsheer,<br />
vertoont <strong>de</strong> tekst onmiskenbaar een ste<strong>de</strong>lijke oriëntatie. 74 Ook<br />
<strong>de</strong> Dietsche doctrinale blijkt – ondanks <strong>de</strong> opdracht aan <strong>de</strong> hertog –<br />
toch in <strong>de</strong> eerste plaats te zijn <strong>be</strong>doeld voor een stadspubliek. <strong>De</strong> tekst<br />
is gericht op <strong>de</strong> hoogste kringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerij, het stadspatriciaat<br />
waaruit <strong>de</strong> schepenen en burge<strong>meester</strong>s voortkwamen. 75 Het hieron<strong>de</strong>r<br />
volgen<strong>de</strong> citaat suggereert dat ook het Boec <strong>van</strong> <strong>de</strong>r wraken in eerste instantie<br />
op een publiek <strong>van</strong> stads<strong>be</strong>stuur<strong>de</strong>rs was gericht:<br />
Ay, ghi heren in <strong>de</strong>sen sta<strong>de</strong> (‘stad’)<br />
Neemt die ghene in uwen ra<strong>de</strong><br />
Die wijs sijn en<strong>de</strong> ghemate (‘gematigd’)<br />
En<strong>de</strong> eersam op die strate<br />
Go<strong>de</strong> vruchtich en<strong>de</strong> ghierech twint (‘niet geld<strong>be</strong>lust’)<br />
En<strong>de</strong> recht altoes mint. 76<br />
<strong>De</strong> conclusie zou kunnen zijn dat hertog Jan iii <strong>de</strong>ze teksten niet zozeer<br />
voor zichzelf liet schrijven, maar veeleer als ‘relatiegeschenk voor<br />
117