21.06.2015 Views

I

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De hier beschreven vorm van binding is dus een eigenschap van tijdelijk met elkaar verbonden<br />

neuronale verzamelingen. De vraag is nu hoe de cellen 'weten' tot welke functionele netwerken<br />

zijn behoren? Welke specifieke kenmerken heeft bijvoorbeeld een cel die tot een netwerk<br />

behoort dat dient om grootmoeders gezicht te herkennen, waardoor het zich onderscheidt<br />

van zijn rol in een ander netwerk?<br />

Mogelijk is dat hiervoor naast individuele celcodes ook populatie- of relatiecodes vereist zijn.<br />

Dit zijn codes die, bijvoorbeeld via een proces van selectieve synaptische versterking, aangeven<br />

met welke andere cellen functionele verbindingen zijn aangegaan. Om cellen met elkaar<br />

te binden, is dus een mechanisme vereist dat ervoor zorgt dat op het juiste moment de juiste<br />

populatie zenuwcellen gezamenlijk wordt geactiveerd. Men vermoedt dat dit gebeurt via een<br />

temporele code. Bijvoorbeeld bij waarneming of herkenning van perceptuele objecten zullen<br />

ruimtelijk verspreide cellen op grond van hun specifieke relationele codes in vrij nauwe tijdsvensters,<br />

dat wil zeggen: in de orde van grootte van enkele milliseconden, synchrone activiteit<br />

vertonen.<br />

Figuur 4.10 Een voorbeeld van temporele binding. Aangenomen wordt dat individuele neuronen in een netwerk<br />

functionele groepen kunnen vormen op grond van synchrone activiteit. Als cel A verbonden is met een<br />

bepaalde kleur, en cellen B en C met bepaalde objecten, zal in het voorbeeld links kleur alleen met het middelste<br />

object worden geassocieerd. In het voorbeeld rechts verloopt activiteit van het neuron verbonden met<br />

object C synchroon met die van het neuron verbonden met A. Daarom zal in dit geval aan C het kenmerk<br />

kleur worden toegekend.<br />

Deze synchronisatie geschiedt hier echter niet 'van buitenaf' door aparte bindende units,<br />

maar is een eigenschap van het zelforganiserend proces van reciproke en parallelle interacties<br />

in het netwerk (zie figuur 4.10).<br />

Engel en Singer hebben in een eenvoudig model aangegeven hoe figuur-achtergrond relaties<br />

(zoals een stimuluspatroon dat automatisch uit het visuele veld 'naar voren springt', denk bijvoorbeeld<br />

aan een zwart schaap in een kudde met witte schapen), wordt waargenomen. Dit<br />

komt omdat populaties van cellen, die corresponderen met specifieke kenmerken van deze<br />

figuur, synchrone activiteit vertonen, terwijl de celpopulaties van de kenmerken die tot de ach-<br />

108

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!