21.06.2015 Views

I

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

in functionele en anatomische zin differentiatie mogelijk, in bijvoorbeeld spatieel versus nonspatieel,<br />

auditief versus visueel, oriëntatie (posterieur) systeem en executieve controle (anterieur)<br />

systeem. Niet alleen deze cognitieve systemen, maar ook het motorische systeem vertoont<br />

een modulaire structuur. Complexe bewegingen zoals het werpen van een bal en lopen<br />

worden deels bewust gecontroleerd, maar verlopen deels, zoals de ballistische componenten<br />

van de beweging, automatisch. Zij laten zich laat ook ontleden in verschillende deelcomponenten<br />

die weer corresponderen met specifieke neurale mechanismen. Deze bevinden zich<br />

waarschijnlijk in pariëtale schors, cerebellum, basale ganglia en de primaire en secundaire<br />

motorische gebieden.<br />

5.3.2 Verzoening van het globale en het lokale standpunt.<br />

“Thus, memory is localized in the sense that particular brain systems represent specific aspects<br />

of each event, and is distributed in the sense that many neural systems participate in<br />

representing the whole event” Squire (1989).<br />

De tegenstelling tussen het globale en lokale standpunt lijkt dus door inzichten van de moderne<br />

neurobiologie grotendeels achterhaald. Zoals benadrukt, zijn mentale functies zoals<br />

waarneming, geheugen, aandacht en taal niet met één specifieke plek in de<br />

hersenen verbonden, maar met netwerken die een relatief groot gebied in de hersenen bestrijken.<br />

Deze grootschalige netwerken lijken dus goed te beantwoorden aan de principes<br />

van equipotentialiteit en mass action van Lashley. Het is echter ook duidelijk geworden dat<br />

dergelijke netwerken niet diffuus zijn georganiseerd, zoals aangenomen werd door Lashley,<br />

doch zijn samengesteld uit kleinere netwerken die wél met specifieke gebieden in de hersenen<br />

zijn geassocieerd. De conclusie is dus dat op niveau van subsystemen (of lokale circuits)<br />

wél lokalisatie mogelijk, is maar op het niveau van grotere systemen (of grootschalige<br />

netwerken) niet: hier geldt veeleer het principe van gedistribueerde functies.<br />

Figuur 5. 2 (links) geeft de verschillende mogelijkheden schematisch weer. Er wordt hierbij<br />

onderscheid gemaakt tussen anatomische gebieden (de cirkelvormige gebieden, aangeduid<br />

als I, II en III) en complexe functies (A, B, en C). Modellen 1 en 2 illustreren respectievelijk<br />

het naïeve lokalisatie standpunt, en het standpunt van equipotentialiteit. Beide standpunten<br />

lijken achterhaald, omdat zij niet met subdifferentiatie van complexe functies rekening houden.<br />

Het derde standpunt (model 3), aangeduid als het relatieve lokalisatie, of netwerkmodel,<br />

doet zowel recht aan het lokale als globale principe van functionele cerebrale organisatie.<br />

Het netwerkmodel laat zien dat complexe systemen zijn georganiseerd volgens het principe<br />

van parallel gedistribueerde systemen.<br />

117

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!