21.06.2015 Views

I

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

doet knipperen, voorafgegaan door een toon. Na verloop van tijd zal de proefpersoon ook<br />

met de ogen knipperen als alleen de toon wordt aangeboden. Vooral het cerebellum is bij<br />

deze vorm van conditioneren betrokken.<br />

Klassieke conditionering is bij mensen vaak toegepast om meer inzicht te verkrijgen in mechanismen<br />

die ten grondslag liggen aan aangeleerde vrees- en schrikreacties. Hierbij is<br />

echter niet zozeer het cerebellum maar de amygdala en de orbitofrontale schors betrokken.<br />

In Hoofdstuk 9 wordt hierop nader ingegaan.<br />

8.8 Impliciet geheugen: priming<br />

Een bijzondere vorm van impliciet geheugen, die niet − of veel minder − afhankelijk is van de<br />

mediotemporale gebieden, is priming. Priming wil zeggen dat identificatie van een bepaald<br />

woord of object (de zogeheten teststimulus), wordt versneld door eerdere aanbieding hiervan<br />

(de 'study' of studeerfase, soms ook wel de 'prime' stimulus genoemd). Aanbieding van de<br />

primestimulus geschiedt altijd in een context waarbij de proefpersoon niet de instructie krijgt<br />

de stimuli te onthouden. De opdracht luidt bijvoorbeeld om woorden de beoordelen op<br />

grammaticale aspecten, hun aantrekkelijkheid, kleur en dergelijke.<br />

8.8.1. Algemene kenmerken van priming<br />

Er zijn globaal twee vormen van priming te onderscheiden, repetitie-priming en semantische<br />

priming. Repetitie-priming is vooral onderzocht in lexicale decisie, woordstamaanvulling of<br />

woordfragment taken. In een lexicale decisietaak zijn de teststimuli verbale stimuli, die kunnen<br />

bestaan uit een bestaand of een niet bestaand woord. Voorafgaande hieraan heeft de<br />

proefpersoon in de studeerfase een aantal woorden ter inspectie gepresenteerd gekregen.<br />

De volgende fase is de testfase, waarbij de proefpersoon met een drukknop reactie moet<br />

aangeven, of het aangeboden testwoord een echt woord of nonwoord betreft. Ook kan de<br />

instructie luiden het testwoord hardop te lezen. Reacties blijken sneller voor herhaalde woorden<br />

(huis--huis: het woord huis maakte dus deel uit van de woorden uit de voorgaande studeerfase),<br />

dan niet herhaalde bekende woorden (huis--hond).<br />

Bij woordstamaanvulling of woordfragment taken krijgen de proefpersonen eveneens eerst<br />

een aantal woorden aangeboden. Deze woorden beginnen bijvoorbeeld allemaal met HER,<br />

zoals herkennen, herhalen et cetera. De opdracht daarbij luidt om aan te geven of men deze<br />

woorden positief of negatief ervaart. Vervolgens wordt het eerste gedeelte van een woord<br />

(de stam HER), of een woordfragment (H.RH.LEN) getoond als testwoord. De helft van de<br />

teststimuli correspondeert met de studielijst, de ander helft niet. De opdracht is nu om het<br />

eerste volledige woord dat in gedachten komt, hardop uit te spreken. Proefpersonen blijken<br />

237

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!