21.06.2015 Views

I

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Testvragen<br />

Binnen het visuele projectiesysteem bestaan twee afferente banen, het magno- en het parvocellulaire<br />

pad. Beschrijf de functie en anatomie van elk pad.<br />

Geef aan hoe een visueel visueel veld projecteert naar de primaire visuele schors (fissura calcarina).<br />

• De visuele schors is opgebouwd uit gespecialiseerde blokvormige ‘modulen’. Beschrijf de structuur<br />

van een dergelijke module.<br />

• Kosslyn en Koenig onderscheiden verschillende subsystemen die een rol spelen bij de hogere perceptie.<br />

Geef deze systemen schematisch weer, en noem hun functie.<br />

• Codering van stimuluskenmerken in de secundaire visuele schors gebeurt via het principe van ‘grove<br />

codering’ (ook wel ‘brede tuning’ genoemd). Leg met een voorbeeld uit wat hiermee wordt bedoeld.<br />

• Beschrijf globaal de anatomie en functie van het neurale systeem dat verantwoordelijk is voor motore<br />

controle.<br />

• De motorische schorsgebieden ontvangen hun input via twee lusvormige subcorticale circuits. Beschrijf<br />

deze circuits, en noem hun voornaamste functie.<br />

• Parkinsonpatiënten blijken bij ‘taakswitching’ slechter te presteren dan controle proefpersonen. Hoe<br />

kan dit resultaat worden verklaard?<br />

• Welke drie verschillende motorische subsystemen onderscheiden Kosslyn en Koenig (anatomie en<br />

functie)?<br />

• Onderzoek van Georgopoulos met apen heeft aangetoond dat zich in de motorische schors neuronen<br />

bevinden die gevoelig zijn voor de richting van reikbewegingen. De neurale code van een dergelijke<br />

beweging is vastgelegd in zogeheten ‘populatievectoren’. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld.<br />

• Controle van actie is nauw verbonden met perceptuele processen. Fuster heeft dit aangeduid als<br />

de ‘perceptie-actie’ cyclus. Geef aan welke gebieden in de hersenen hierbij betrokken zijn en hoe<br />

hun interactie kan worden voorgesteld.<br />

Sommige onderzoekers menen dat gebied 7 (het posterieure pariëtale gebied) een belangrijke<br />

functie heeft bij sturing van beweging. Anderen menen echter dat dit gebied alleen maar met ruimtelijk-perceptuele<br />

oriëntatie is geassocieerd. Hoe kunnen beide standpunten met elkaar worden<br />

verzoend?<br />

Wat zijn de belangrijkste structuren (en hun functies) van het oculomotore systeem. Geef ook aan<br />

hoe hierin automatische (van buitenaf opgeroepen) en intern gecotroleerde oogbewegingen ontstaan<br />

154

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!