21.06.2015 Views

I

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

In laag 5 bevinden zich vele grote piramidecellen. Deze laag is vooral in de primaire motorische<br />

schors sterk ontwikkeld. Globaal kunnen hier drie soorten efferenten (output) worden<br />

onderscheiden (zie figuur 2.18, rechts). Dit zijn allereerst axonen van piramidecellen die gaan<br />

naar andere corticale gebieden, in dezelfde of andere hemisfeer (deze ontspringen vooral in<br />

lagen 2, 3, en 4). Deze axonen zijn dus identiek aan de hierboven genoemde assocatievezels.<br />

Ook zijn er efferente verbindingen met a) de thalamus (vooral vanuit laag 6: er is hier<br />

veelal sprake van reciproke of feedback circuits naar thalamische gebieden die ook afferenten<br />

hebben naar de schors toe) en b) andere subcorticale gebieden. In de motorische schors<br />

zijn dit vooral axonen die gaan naar de motoneuronen in het ruggemerg (vanuit laag 5).<br />

Verticale organisatie; corticale kolommen. Corticale structuren vertonen niet alleen een horizontale<br />

maar ook een verticale organisatie. Deze kan worden aangetoond door kleuringsttechnieken<br />

of door elektrische stimulatie. Bij kleuring laat bijvoorbeeld de primaire visuele<br />

schors een zebra-achtig strepenpatroon zien. De kolomstructuur is een gevolg van het feit<br />

dat groepen piramidecellen eenzelfde verticale stand hebben, waarbij de dendrieten gericht<br />

zijn naar het schorsoppervlak. Deze kolomstructuur geldt niet alleen voor de visuele schors,<br />

maar ook voor de somatosensorische, auditieve en motorische schorsgebieden. Een bijzonder<br />

kenmerk van deze kolommen is dat zij door alle (horizontale) schorslagen onderlinge<br />

verbindingen hebben. Hubel en Wiesel hebben als eersten met microelektroden die verticaal,<br />

dus loodrecht op het schorsoppervlak, de visuele schors penetreerden, kolommen van cellen<br />

geïdentificeerd die reageren op stimuli als lijnfiguren met eenzelfde oriëntatie (bijvoorbeeld<br />

20 graden ten opzichte van een horizontaal vlak). Ook ontdekten zij in de primaire visuele<br />

schors corticale kolommen − zogeheten oculaire dominantiekolommen − die alternerend input<br />

ontvangen van het rechter- en het linkeroog.<br />

Groepen cellen die deze verticale organisatie vertonen, hebben dezelfde functionele kenmerken<br />

door verschillende schorslagen heen: zij reageren bijvoorbeeld op dezelfde wijze op<br />

een specifieke input. In het voorbeeld van figuur 2.19 zijn verschillende kolommen geassocieerd<br />

met verschillende kenmerken van tastreceptoren. Voorbeelden zijn beweging van een<br />

gewricht, aanraken van een haar, druk op de huid. Soms is er daarbij sprake van een zeer<br />

nauwkeurige codering of tuning van de functionele kenmerken van kolommen. Zo hebben<br />

kolommen in de somatosensorische schors van hamsters een zeer specifieke gevoeligheid<br />

(scherpe tuning) voor aanraking van afzonderlijke snorharen. In andere projectiegebieden is<br />

sprake van een meer geleidelijke overgang tussen kolommen. Men noemt dit course coding:<br />

grove-tuning of codering. Dit houdt in dat niet alleen de cellen in de specifieke kolom, maar<br />

ook cellen in aangrenzende kolommen een bepaalde stimuluskenmerk (bijvoorbeeld een<br />

specifieke lijnoriëntatie) kunnen detecteren<br />

65

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!