21.06.2015 Views

I

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Figuur 6.1 Twee afferente visuele zintuigbanen van oog naar cortex. Boven: het tectopulvinaire pad, onder: het<br />

geniculostriate pad. Het geniculostriate pad splitst zich in de visuele schors verder uit in de dorsale route (‘waar’<br />

systeem, eindigend in gebied 7 van de pariëtale schors) en de ventrale route (‘wat’ systeem, eindigend in gebieden<br />

20 en 21 van de temporale schors).<br />

Daarbij projecteren de zenuwbanen die komen van delen van het netvlies die aan de buitenkant<br />

van het hoofd liggen (de temporale retinae), naar de visuele schors aan dezelfde (ipsilaterale)<br />

kant van het hoofd. De helften van het netvlies die aan de binnenzijde liggen (de<br />

nasale retinae), ‘steken over’ naar de tegenovergestelde (contralaterale) delen van de visuele<br />

schors. Dit betekent dat het rechter visuele veld naar links, en het linker visuele veld naar<br />

rechts in de visuele schors projecteren. Ook in het CGL van de thalamus is deze scheiding<br />

van de visuele velden een feit; linkerveld projecteert hier naar rechter CGL, en rechterveld<br />

naar linker CGL.<br />

Binnen de geniculostriate route zijn twee parallelle afferente banen, het magnocellulaire en<br />

het parvocellulaire pad, kort aangeduid als magno- en parvopad, gelijktijdig actief. De termen<br />

parvo en magno hebben betrekking op de specifieke eigenschappen van twee soorten<br />

ganglioncellen die direct achter het netvlies liggen, en de hiermee geassocieerde neuronenclusters<br />

in de visuele schors.<br />

Het magnopad bestaat uit zogeheten Y-ganglion cellen met een groot cellichaam, die vooral<br />

gevoelig zijn voor de algemene contouren van stimuli en snelle beweging, terwijl het parvopad<br />

gevormd wordt door X-cellen met een klein cellichaam die gevoelig zijn voor fijne details<br />

en kleur, en meer ingesteld zijn op langzame beweging. Magno- en parvobanen ontspringen<br />

dus achter het netvlies, en projecteren vervolgens in verschillende lagen van het CGL: de Y-<br />

of magnobanen projecteren naar lagen 1 en 2, en de X- of parvobanen naar lagen 3, 4, 5 en<br />

6. anatomische differentiatie, namelijk tussen zenuwbanen afkomstig van het linker- en rechteroog.<br />

De zes lagen van het CGL (niet te verwarren met de zes lagen van de visuele hersenschors)<br />

vertonen nog een tweede In figuur 6.4 zijn deze aangegeven als contralaterale<br />

129

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!