21.06.2015 Views

I

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Testvragen<br />

• Wat wordt bedoeld met ‘dorsale’ en ‘ventrale’ routes van de visuele perceptie in de<br />

posterieure schors? Noem hiervan de belangrijkste tussenstations en hun functie.<br />

• Geef aan hoe een visueel veld projecteert naar de primaire visuele schors (fissura calcarina).<br />

• De visuele schors is opgebouwd uit gespecialiseerde blokvormige ‘modulen’. Beschrijf<br />

de structuur van een dergelijke module.<br />

• Kosslyn en Koenig onderscheiden verschillende subsystemen die een rol spelen bij de<br />

hoge-re perceptie. Geef deze systemen schematisch weer, en noem hun functie.<br />

• Codering van stimuluskenmerken in de secundaire visuele schors gebeurt via het<br />

principe van ‘grove codering’ (ook wel ‘brede tuning’ genoemd). Leg met een voorbeeld<br />

uit wat hiermee wordt bedoeld.<br />

• Beschrijf globaal de anatomie en functie van het neurale systeem dat verantwoordelijk<br />

is voor motore controle.<br />

• De motorische schorsgebieden ontvangen hun input via twee lusvormige subcorticale<br />

circuits. Beschrijf deze circuits, en noem hun voornaamste functie.<br />

• Tussen cortex en basale ganglia bestaan meerdere lusvormige circuits. Beschrijf deze<br />

circuits en noem hierbij de verschillende uitwerking van de dopaminerge banen.<br />

• Parkinsonpatiënten blijken bij ‘taakswitching’ slechter te presteren dan controleproefpersonen.<br />

Hoe kan dit resultaat worden verklaard?<br />

• Bewegingsstoornissen als de ziekte van Huntington en de ziekte van Parkinson zijn<br />

toe te schrijven aan stoornissen in neurale (dopaminerge) circuits tussen cortex en basale<br />

ganglia. Geef aan welke twee verschillende circuits hieraan ten grondslag liggen.<br />

• Welke drie verschillende motorische subsystemen onderscheiden Kosslyn en Koenig<br />

(anatomie en functie)?<br />

• Controle van actie is nauw verbonden met perceptuele processen. Fuster heeft dit<br />

aangeduid als de ‘perceptie-actie’ cyclus. Geef aan welke gebieden in de hersenen<br />

hierbij betrokken zijn en hoe hun interactie kan worden voorgesteld.<br />

• Sommige onderzoekers menen dat gebied 7 (het posterieure pariëtale gebied) een belangrijke<br />

functie heeft bij sturing van beweging. Anderen menen echter dat dit gebied<br />

alleen maar met ruimtelijk-perceptuele oriëntatie is geassocieerd. Hoe kunnen beide<br />

standpunten met elkaar worden verzoend?<br />

• Noem de belangrijkste verbindingen en structuren (en hun functies) van het oculomotore<br />

systeem. Geef ook aan hoe hierin automatische (van buitenaf opgeroepen) en intern<br />

gecon-troleerde oogbewegingen ontstaan<br />

71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!