- Page 3 and 4:
Het hiërarchisch brein Auteur: Alb
- Page 5 and 6:
2.3.5 Intrinsieke connectiviteit: h
- Page 7 and 8:
8.6.4 Expliciet geheugen: tijdsverl
- Page 9 and 10:
Overzicht kaders Achtergrond, anato
- Page 11 and 12:
‘I am a brain, Watson. The rest o
- Page 13 and 14:
Deel 1 Basisbegrippen en mechanisme
- Page 15 and 16:
1 Achtergrond en uitgangspunten. 1.
- Page 17 and 18:
door weer aandacht te schenken aan
- Page 19 and 20:
Figuur 1.2 Eenvoudig hiërarchisch
- Page 21 and 22:
Kosslyn en Koenig hebben eveneens g
- Page 23 and 24:
Zo bleken patiënten met beschadigi
- Page 25 and 26:
Een belangrijk kenmerk van dit soor
- Page 27 and 28:
met elkaar corresponderen; lokale n
- Page 29 and 30:
een beweging. Dit komt omdat de pri
- Page 31 and 32:
Door de sterke benadrukking van spe
- Page 33 and 34:
De regel van Hebb Een simpele illus
- Page 35 and 36:
ter ontwerpen. Zij doet dat echter
- Page 37 and 38:
ing van werkgeheugen. Dit regelsyst
- Page 39 and 40:
Veel van deze kennis is ontleend aa
- Page 41 and 42:
1.6.3 EEG, MEG en ERP (ERF) Het ele
- Page 43 and 44:
equivalente dipool kan bijvoorbeeld
- Page 45 and 46:
schorslagen heen) elektrische activ
- Page 47 and 48:
op. Omdat de aanschaf en gebruik va
- Page 49 and 50:
Bij fMRI is de temporele precisie e
- Page 51 and 52:
Uiteindelijk doel hiervan is het in
- Page 53 and 54:
Testvragen • Beschrijf drie belan
- Page 55 and 56:
2 Anatomie en structurele organisat
- Page 57 and 58:
alleen te zien, als de hersenen vol
- Page 59 and 60:
estaat namelijk ook een circuit dat
- Page 61 and 62:
meestal wordt gebruikt als aanduidi
- Page 63 and 64:
De hippocampus is belangrijk voor h
- Page 65 and 66:
dere zintuigmodaliteiten, doorgrond
- Page 67 and 68:
Figuur 2.11 Schematische indeling v
- Page 69 and 70:
axon. Een veel voorkomende multipol
- Page 71 and 72:
openen en sluiten van deze kanalen
- Page 73 and 74:
alleen de bouwstenen van de neocort
- Page 75 and 76:
van het visuele veld, oriëntatiege
- Page 77 and 78:
In laag 5 bevinden zich vele grote
- Page 79 and 80:
netwerken die opgebouwd zijn uit kl
- Page 81 and 82:
Functionele connectiviteit is de vo
- Page 83 and 84:
Testvragen • Wat wordt bedoeld me
- Page 85 and 86:
3 Biologisch evolutionaire kenmerke
- Page 87 and 88:
geassocieerd. In het posterieure he
- Page 89 and 90:
nen in stroken of zones verderop te
- Page 91 and 92:
Log hersengewicht (gram) De mate va
- Page 93 and 94:
Aangenomen wordt dat vooral de pref
- Page 95 and 96:
en zelf geïnitieerde mentale voors
- Page 97 and 98:
Figuur 3.7 Chimpansees hebben van n
- Page 99 and 100:
Figuur 3.8 Edelmans principe van ne
- Page 101 and 102:
Aanbevolen literatuur Changeux, J.
- Page 103 and 104:
4 Over representaties, computaties
- Page 105 and 106:
Plasticiteit en reorganisatie Er zi
- Page 107 and 108:
Met de volgende twee eenvoudige voo
- Page 109 and 110:
maar die wel ons gedrag kunnen beï
- Page 111 and 112:
module of computationeel mechanisme
- Page 113 and 114:
thalamus naar de primaire visuele s
- Page 115 and 116:
4.4 De rol van controlesystemen De
- Page 117 and 118:
kingsprocessen en cognitieve taken.
- Page 119 and 120:
persoon − niet in de hippocampus
- Page 121 and 122:
tergrond behoren dit niet vertonen.
- Page 123 and 124:
Hoofdstuk 5 Functionele organisatie
- Page 125 and 126:
temen genoemd. Een voorbeeld hierva
- Page 127 and 128:
echtstreeks doorstromen naar motori
- Page 129 and 130:
in functionele en anatomische zin d
- Page 131 and 132:
aar (bijvoorbeeld locatie I), ook a
- Page 133 and 134:
5.4 Het probleem van centrale coör
- Page 135 and 136:
cursieve eigenschappen van de corti
- Page 137 and 138:
125
- Page 139 and 140:
Hoofdstuk 6 Perceptie en actie Inle
- Page 141 and 142:
Figuur 6.1 Twee afferente visuele z
- Page 143 and 144:
gen. Hun functie is daardoor te ver
- Page 145 and 146:
Figuur 6.4 toont een blokje cellen
- Page 147 and 148:
V4 en V5. Hogere-orde perceptie daa
- Page 149 and 150:
genschappen van objecten als groott
- Page 151 and 152:
uimte dan lijkt het soms dat een ge
- Page 153 and 154:
structuren in hersenstam en ruggeme
- Page 155 and 156:
Later hebben Alexander en DeLong no
- Page 157 and 158:
oogknipreflex, maar ook handelingen
- Page 159 and 160:
Motorische schors: het bewegingsexe
- Page 161 and 162:
Grijpen in het brein Het grijpen va
- Page 163 and 164:
zoals vorm en grootte, een belangri
- Page 165 and 166:
van de hiervoor genoemde vergentie
- Page 168 and 169:
Hoofdstuk 7 Activatie, aandacht en
- Page 170 and 171:
zijn echter niet uniform, maar kenn
- Page 172 and 173:
7.2. Activatie: neurofysiologische
- Page 174 and 175:
sprake van een terugkoppeling van s
- Page 176 and 177:
houding van sensorische neuronen in
- Page 178 and 179:
geluiden, of objecten en personen d
- Page 180 and 181:
die elk een specifiek negatief effe
- Page 182 and 183:
vorm. De speciale rol van spatiële
- Page 184 and 185:
proefpersoon zich op een duidelijk
- Page 186 and 187:
match Negativity. Dit is een negati
- Page 188 and 189:
ol vervullen (James’ accomodation
- Page 190 and 191:
7.3.7. Expressie van aandacht Diers
- Page 192 and 193:
stimulus dimensie werd smaller. In
- Page 194 and 195:
wordt gevonden voor N1: dit heeft e
- Page 196 and 197:
in hoog tempo en in onvoorspelbare
- Page 198 and 199:
deze inhiberende neuronen staan nam
- Page 200 and 201:
Een belangrijk element in dit circu
- Page 202 and 203:
vooral betrekking op preparatie en
- Page 204 and 205:
teerde vorm aangeboden, waarbij de
- Page 206 and 207:
7.4.1. Inleiding Bewustzijn wordt d
- Page 208 and 209:
tot intern gegenereerde vormen van
- Page 211 and 212:
Aanbevolen literatuur M.M. Botvini
- Page 213 and 214:
Hoofdstuk 8 Geheugen Het geheugen a
- Page 215 and 216:
8.2.1 Aard of inhoud van kennis Een
- Page 217 and 218:
mijngeheugen. Zo wordt aangenomen d
- Page 219 and 220:
werp, en vraagt of hij/zij dit al e
- Page 221 and 222:
Er kunnen drie vormen van impliciet
- Page 223 and 224:
die ook sterk capaciteitsbegrensd i
- Page 225 and 226:
8.5 Amnesie na hersenbeschadiging H
- Page 227 and 228:
porale schors, en amygdala. Hierdoo
- Page 229 and 230:
ijk voor zowel de encodering als he
- Page 231 and 232:
Figuur 8.8 Gearceerde gebieden in h
- Page 233 and 234:
de delayed non-matching-to-sample t
- Page 235 and 236:
merken van meer grootschalige netwe
- Page 237 and 238:
tegenovergesteld effect dat long te
- Page 239 and 240:
De zwakke stimulus (en geassocieerd
- Page 241 and 242:
schorsgebieden. Zoals eerder bespro
- Page 243 and 244:
Omdat de hippocampus de associatiev
- Page 245 and 246:
vormen van dementie. Hierbij kan er
- Page 247 and 248:
doet knipperen, voorafgegaan door e
- Page 249 and 250:
uit snellere reactietijden in een r
- Page 251 and 252:
terveld stimuli projecteren hierbij
- Page 253 and 254: Testvragen • Twee belangrijke cri
- Page 255 and 256: 9 Emoties 9.1 Inleiding: de verschi
- Page 257 and 258: cognitieve evaluaties van personen
- Page 259 and 260: Figuur 9.2 Sequentie van evaluaties
- Page 261 and 262: Figuur 9.3 Eenvoudig model van inte
- Page 263 and 264: van ons hart, komt pas enkele secon
- Page 265 and 266: De theorie van James-Lange schrijft
- Page 267 and 268: vermijden. Een positieve reinforcer
- Page 269 and 270: toonde aan dat perifere auditieve k
- Page 271 and 272: 9.3.4 Emoties en reinforcers Het on
- Page 273 and 274: 9.4 De neurale basis van emoties: v
- Page 275 and 276: edreigende dieren volledig uitschak
- Page 277 and 278: deel uit maken van het netwerk zijn
- Page 279 and 280: dingen met respectievelijk de media
- Page 281 and 282: De latentietijd van het vuren van g
- Page 283 and 284: ten die dezelfde kenmerken vertonen
- Page 285 and 286: Het detecteren van stimuluskenmerke
- Page 287 and 288: input uit de buitenwereld ontvangt,
- Page 289 and 290: directe subcorticale en indirecte c
- Page 291 and 292: 9.7.1 Lateraliteit van valentie: li
- Page 293 and 294: 9.7.3. Rechterhersenhelft: onbewust
- Page 295 and 296: structuren in de hersenstam zoals h
- Page 297 and 298: Dit zijn achtereenvolgens het mesol
- Page 299 and 300: eerder is in dit hoofdstuk aangegev
- Page 301 and 302: Normaal gesproken hebben stresshorm
- Page 303: Aanbevolen literatuur Bains J.S. e
- Page 307 and 308: 10 Lateralisatie en taal 10.1 Inlei
- Page 309 and 310: eigenschap als links- rechtshandigh
- Page 311 and 312: In het corpus callosum zijn tenslot
- Page 313 and 314: van het lichaam. Obstakels of roofd
- Page 315 and 316: Figuur 10.5. Het ‘generative asse
- Page 317 and 318: die in het rechter- dan die welke i
- Page 319 and 320: verdelen over twee taken die in het
- Page 321 and 322: hierbij gebruikte indelingen (zie m
- Page 323 and 324: woorden een relatief sterke lateral
- Page 325 and 326: ij woordaanduidingen (‘vier’) v
- Page 327 and 328: als zinnen. Dit generatieve vermoge
- Page 329 and 330: Daarna zullen hiervan de neurobiolo
- Page 331 and 332: schappen als 'harig', 'blaft', 'vie
- Page 333 and 334: code) en de auditieve woordvorm (kl
- Page 335 and 336: woord letter-voor-letter gebeurt. D
- Page 337 and 338: Recent onderzoek suggereert dat ver
- Page 339 and 340: en stoornissen in het herkennen van
- Page 341 and 342: Op de aanpak van deze PET studie is
- Page 343 and 344: Verdere studies naar woordbetekenis
- Page 345 and 346: is, dan analyse van woordvorm. Dit
- Page 347 and 348: zin "Jan's paarse droom hinkte veel
- Page 349 and 350: De vraag of bij het begrijpen en pr
- Page 351 and 352: aan niet een enkel gebiedje, maar e
- Page 353 and 354: Figuur 10.23 Overzicht van resultat
- Page 355 and 356:
Testvragen • Noem enkele functies
- Page 357 and 358:
Bronnen Adolphs, R., Damasio, H., T
- Page 359 and 360:
Corballis, M.C. (1991). The Lopside
- Page 361 and 362:
Emery, N.J. & Amaral, D.G. (2000).
- Page 363 and 364:
Haenny, P.E. & Schiller, P.H. (1988
- Page 365 and 366:
Knowlton, B.J., Mangels, J.A. & Squ
- Page 367 and 368:
Mesulam, M. (1981). A cortical netw
- Page 369 and 370:
Pinker, S. (1994). The Language Ins
- Page 371 and 372:
Causal Relationships between Hand M
- Page 373 and 374:
Weiskrantz, L. (2000). Blindsight:
- Page 375 and 376:
iased competition model, 176 bindin
- Page 377 and 378:
geconditioneerde oogknipreflex, 236
- Page 379 and 380:
N200 (N2), 181 Na+, 57, 60 Näätä
- Page 381 and 382:
somatische-markers, 280 somatotope,
- Page 383 and 384:
‘My brain: it's my second favorit