21.06.2015 Views

I

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

wordt gevonden voor N1: dit heeft echter een iets andere verdeling op de schedel. Het feit<br />

dat visuospatiële attentie dit retinotope patroon volgt, is een teken dat deze vorm van aandacht<br />

werkt volgens het sensory gain principe: het versterkt de verwerking van informatie in<br />

de sensorische circuits. Een bevestiging van het idee dat spatiële cueing de perceptuele<br />

verwerking versterkt, werd door Hillyard c.s. ook gevonden in gedragsmaten: detectie van<br />

een moeilijk herkenbare target (gemaskeerde lichtflitsen die net boven de waarnemingsdrempel<br />

lagen) bleek namelijk te verbeteren na aanbieding van een cue.<br />

Kort samengevat geven ERP resultaten aan dat expressie van exogene en endogene visuospatiële<br />

aandacht in overeenkomstige corticale responses (P1/N1) tot uiting komen. De<br />

ERP resultaten naar effecten van spatiële cueing suggereren bovendien dat het P1 effect het<br />

duidelijkst is waar te nemen boven gebieden in de ventrale route (V4). Voor de N1 component<br />

wordt een iets andere verdeling op de schedel gevonden, die een reflectie zou kunnen<br />

zijn van een effect van aandacht op de dorsale route van het visuele systeem.<br />

Verder is aangetoond is dat een zeer vroege ERP component, de zogeheten NP80 die in de<br />

primaire visuele schors ontstaat, niet gevoelig is voor aandachtseffecten. De vraag waarom<br />

de vroegste ERP effecten van visuele spatiële aandacht niet zichtbaar zijn in de primaire<br />

schors, maar wel in de secundaire schorsgebieden, is nog niet beantwoord. Het P1 effect<br />

hangt vermoedelijk samen met het feit dat bij visuospatiële aandachttaken de locaties waarop<br />

de stimuli worden aangeboden doorgaans een groot veld beslaan. In het visuele projectiegebied<br />

(V1) is echter sprake van relatief kleine receptieve velden van ongeveer 1 booggraad<br />

of kleiner (in het centrum van de striate schors is dit zelfs kleiner dan 1/10 booggraad).<br />

In visuele aandachtstaken moet de proefpersoon doorgaans stimuli identificeren die op verschillende<br />

locaties worden aangeboden. Om een aandachtseffect in V1 te bewerkstelligen,<br />

moeten deze stimuli binnen hetzelfde receptieve veld van een neuron of groep neuronen<br />

worden gepresenteerd. Dit is echter gezien de kleine omvang van het receptieve veld in V1<br />

moeilijk te realiseren.<br />

Tenslotte blijkt aandacht ook minder effectief te zijn in een gebied als de inferieure temporale<br />

schors (IT), waar de receptieve velden zo groot zijn, dat zij praktisch het gehele gezichtsveld<br />

beslaan. IT is in staat objecten in de omgeving te herkennen, omdat de kenmerken van deze<br />

objecten, bijvoorbeeld kleur, vorm etc., 'retinaal invariant' zijn: zij zijn onafhankelijk van de<br />

retinale positie. Misschien dat juist vanwege de grote omvang van de retinale velden dit<br />

gebied relatief ongevoelig is voor attentionele modulatie. Dit komt omdat aandacht werkt op<br />

basis van neurale competitie tussen objecten of kenmerken binnen het receptieve veld.<br />

Mogelijk is een dergelijke competitie binnen het receptieve veld in een gebied als IT moeilijk<br />

te realiseren.<br />

Aandacht voor niet-spatiële stimuluskenmerken als kleur, oriëntatie en dergelijke, blijkt een<br />

geheel ander patroon van ERP componenten op te roepen. Het 'sensory gain' principe (dat<br />

180

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!