21.06.2015 Views

I

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

van getallen (bijvoorbeeld wat is meer?) gelden twee principes. Als men moet aangeven<br />

welke van twee getallen groter is, blijkt dat sneller te gaan als de getallen ver uit elkaar<br />

liggen (2 en 9) dan wanneer zij dicht bij elkaar liggen (3 en 5). Dit noemt men het afstandseffect:<br />

het wijst erop dat in interne representatie van getallen gebaseerd is op de<br />

grootte van het getal en niet zozeer de relatieve positie of rangorde. Ook blijkt dat mensen<br />

sneller kunnen aangeven wat het grootste getal is bij kleine getallen (zoals 3 en 5), dan bij<br />

grote getallen (zoals 7 en 9), bij een gelijke numeriek verschil (figuur 10.11 rechts). Dit<br />

noemt men het grootte-effect. Kennelijk worden getallen in het brein behandeld als fysische<br />

grootheden, zoals bijvoorbeeld de lengte van lijnstukken. Ook daarbij is een bepaald<br />

verschil in lengte moeilijker vast te stellen bij langere dan kortere lijnstukken. Babies verliezen<br />

sneller hun aandacht voor variabele stippenpatronen die steeds uit eenzelfde aantal<br />

stippen bestaan, dan bij stippen patronen waarbij het aantallen steeds veranderen. Dit<br />

noemt wel ook wel respectievelijk habituatie en dishabituatie, en wijst op een vroeg aanwezige<br />

mogelijk aangeboren representatie van het aantalbegrip in het brein. Ook dieren<br />

hebben een zeker besef van aantallen in de vorm van numerositeit. Zo zijn leeuwen in de<br />

Afrikaanse steppe aan de hand van het geluid dat andere leeuwen produceren in staat te<br />

bepalen hoeveel dieren zich in een groep bevinden. In conditioneringsexperimenten kan<br />

dieren worden geleerd een bepaald aantal malen op een knop te drukkken om een beloning<br />

te krijgen (bijvoorbeed niet 4 maar 6 maal).<br />

Figuur 10.11 Links: het subitizing effect: kleine verzamelingen objecten zijn sneller te herkennen dan grote<br />

verzamelingen. Rechts: het grootte-effect. Kleine getallen zijn makkelijker te onderscheiden dan grote getallen,<br />

bij eenzelfde numeriek verschil.<br />

10.3.2 Getalbegrip en hersenen<br />

Vooral de de pariëtale schors, de zogeheten sulcus intraparietalis lijkt een specifieke rol<br />

te vervullen bij getalsverwerking. Uit fMRI-onderzoek bleek dit gebied namelijk sterker<br />

actief te zijn in taken waarbij men cijfers moest vergelijken of daarmee moest rekenen,<br />

vergeleken met alleen cijfers lezen. Dit effect trad op bij zowel cijferaanduidingen (‘4’) als<br />

312

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!