21.06.2015 Views

I

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

mus (het corpus geniculatum mediale), naar de laterale kernen van de amygdala. Parallel<br />

aan deze directe routes onderscheidt LeDoux ook indirecte routes die via primaire en secundaire<br />

schorsgebieden naar de amygdala lopen. Deze routes spelen vooral een rol bij meer<br />

complexe auditieve stimuli.<br />

Figuur 9.16 laat goed zien dat de laterale nucleus van de amygdala een belangrijk convergentiepunt<br />

is voor het tot stand komen van de geconditioneerde vreesreactie. In deze nucleus<br />

convergeren ook de directe (thalamische) en indirecte (corticale) route. Mogelijk is hier<br />

ook sprake van vorming van associatieve (Hebbiaanse) leerprocessen op basis van LTP,<br />

zoals eerder beschreven. De directe route is volgens LeDoux snel en onnauwkeurig, de<br />

indirecte route langzaam en nauwkeurig. De directe route maakt deel uit van een evolutionair<br />

primitief systeem, dat diersoorten zonder een hoog ontwikkelde cortex toch in staat stelt<br />

effectief op bedreigende stimuli te reageren. In hoger ontwikkelde diersoorten, inclusief de<br />

mens, speelt deze route vermoedelijk een ondergeschikte rol, maar fungeert zij nog wel als<br />

een vroeg waarschuwingssysteem, dat ons in staat stelt op elementaire kenmerken van<br />

stimuli uit de omgeving te reageren.<br />

Bewust of onbewust? Ook in onderzoek met mensen is evidentie gevonden voor het bestaan<br />

van directe affectieve routes. Het betrof hier vooral zogeheten emotionele ‘masking’<br />

experimenten. Soms wordt hiervoor ook de term subliminale perceptie gebruikt. Deze term<br />

is wat ongelukkig, omdat strikt genomen een prikkel die onder de drempel ligt niet wordt<br />

waargenomen; dat wil zeggen geen sensorische representatie in het brein oproept. In dit<br />

soort experimenten blijken namelijk zeer kort aangeboden emotionele stimuli, die niet bewust<br />

door de proefpersoon worden waargenomen, toch een effect op het gedrag te hebben.<br />

Men laat bijvoorbeeld zeer kort, bijvoorbeeld 10 ms, een plaatje zien met een negatieve<br />

of positieve voorstelling, die onmiddellijk gevolgd wordt door een abstract symbool, zoals<br />

een chinees karakter. Aan de proefpersoon wordt gevraagd dit symbool te beoordelen op<br />

een schaal die loopt van positief naar negatief. Vaak wordt dan beoordeling beinvloed door<br />

de valentie van het voorgaande plaatje. Een ander mogelijkheid is dat met na de kort aangeboden<br />

affectieve stimulus een tweede betekenisvol plaatje laat zien dat wel of niet gerelaterd<br />

is aan het eerste plaatje. Dit plaatje kan eveneens positief of negatief zijn. De proefperson<br />

moet nu met een drukknopreactie aangeven of hij dit tweede plaatje positief of negatief<br />

beoordeelt. Hierbij blijkt de reactietijd korter te zijn voor plaatjes die qua valentie<br />

overkomen, dan voor plaatjes die hierin verschillen. Het tweede plaatje kan ook een neutraal<br />

karakter hebben. In dit geval zal de beoordeling hiervan gekleurd worden door de eerste<br />

affectieve stimulus: het oordeel zal bijvoorbeeld negatief zijn als de strekking van het<br />

eerste plaatje ook negatief was.<br />

Het lijkt aannemelijk dat, vanwege het lage verwerkingsniveau, informatie die de amygdala<br />

bereikt via de subcorticale route ook niet bewust wordt ervaren. Het onderscheid tussen<br />

278

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!