21.06.2015 Views

I

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Figuur 6.4 toont een blokje cellen uit de visuele schors, waarbij twee kolommen van beide<br />

ogen zichtbaar zijn, met een complete reeks van oriëntatiekolommen, die alle oriëntaties<br />

tussen 0 en 360 graden bevatten. Een dergelijke visuele module die ongeveer 1 mm 2 groot<br />

is, fungeert als een computationele ('reken') eenheid, en herhaalt zich door de gehele primaire<br />

visuele schors heen.<br />

Cellen binnen een dergelijke visuele module hebben dezelfde receptieve velden, maar verschillen<br />

in gevoeligheid voor oriëntatie, linker- of rechteroog input, kleur en grootte. Ook<br />

zijn er in figuur 6.4 cilindervormige structuren zichtbaar, de zogeheten blobs. Simpele cellen<br />

bevinden zich vooral in V1, en reageren alleen op statische lichtprikkels zoals een verticale<br />

lijn. Complexe cellen in V1 en V2 reageren op bewegende lichtpatronen, en hypercomplexe<br />

cellen reageren op lichtstrepen met een zelfde oriëntatie, die op meerdere locaties in het<br />

visuele veld worden aangeboden. Hypercomplexe cellen hebben grotere receptieve velden<br />

dan simpele cellen, en bevatten ook inhibitoire zones waarin de respons sterk wordt onderdrukt.<br />

Verdere stations in de visuele schors: dorsale en ventrale routes. De differentiatie tussen<br />

magno-en parvopaden geldt strikt genomen alleen tot en met het CGL van de thalamus. Als<br />

beide routes zijn gearriveerd in de primaire schors (V1), vindt er namelijk een verdere differentiatie<br />

plaats in drie routes: het blob- en interblobsysteem (onderdelen van het parvopad)<br />

en het magnopad. Deze zetten zich vervolgens voort in de hoger gelegen visuele gebiedenzoals<br />

V2, V3, V4 en V5 (zie figuur 6.5). Deze gebieden worden ook extrastriate gebieden<br />

genoemd (= buiten area striata gelegen).<br />

Figuur 6.5 Verschillende stations in de<br />

visuele schors van de mens en hun<br />

onderlinge verbindingen. Boven: dorsale<br />

of ‘waar’ route, onder: ventrale of<br />

‘wat’ route. IT: inferieure temporale<br />

schors. PC: pariëtale schors.<br />

Globaal gesproken geldt dus dat<br />

het parvopad (zowel blob en<br />

interblob) specifiek gespecialiseerd<br />

is in kleur, en het magnopad<br />

in beweging. Er is echter<br />

ook veel overlap tussen de functies<br />

van deze paden. Deze overlap neemt toe, naarmate verwerking in hogere stations<br />

plaatsvindt. Zo zijn de gebieden V4 en V5, de directe voorstations van de infero-temporale<br />

en pariëtale gebieden, beiden gevoelig voor vorm en diepte. V4 is daarnaast ook nog speci-<br />

133

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!